30 NOVEMBER 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot organisatie van het fonds van Openbaar Beheersrecht

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, inzonderheid op artikel 2, 14°, ingevoegd bij de ordonnantie van 20 juli 2006 houdende wijziging van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen;

Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 20 januari 2006;

Gelet op het advies 41.308/3 van de Raad van State gegeven op 26 september 2006. met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 december 2005;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Op voordracht van de Minister bevoegd voor Huisvesting, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient men te verstaan onder : - Minister : de Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting; - Openbaar vastgoedbeheerder : de openbaar vastgoedbeheerder in de zin van artikel 2 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode; - Code : de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode; - Ordonnantie : de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen.

Art. 2.In toepassing van artikel 2, 14°, van de ordonnantie, kunnen leningen toegekend worden aan de openbare vastgoedbeheerders teneinde de uitvoeringskosten van de renovatiewerken van de woningen te dekken die het voorwerp uitmaken van een openbaar beheersrecht in de zin van artikel 2, 10°, van de Code.

Art. 3.De aanvragen voor leningen dienen per aangetekende zending te worden ingediend bij de Minister.

De aanvragen dienen te worden vergezeld van de volgende documenten : - het voorstel van openbaar beheersrecht, bedoeld in artikel 19 van de code; - een beschrijving van de woning die het voorwerp uitmaakt van het voorstel van openbaar beheersrecht; - een beschrijving van de vereiste renovatiewerken en de kostprijs van deze werken; - een previsioneel plan voor de aflossing van de lening.

Art. 4.§ 1. Het bedrag van de lening mag niet meer dan 50 % van het totaalbedrag van de geplande werken bedragen. § 2. In afwijking van § 1 wordt dit percentage 80 % in de volgende gevallen : - De woning is gelegen in een Ruimte voor de Versterkte Ontwikkeling van de Huisvesting en de Renovatie zoals bepaald in het GewOP van 12 september 2002; - De woning is gelegen op het grondgebied van een gemeente waarvan het gemiddelde aandeel per inwoner in de algemene dotatie aan de gemeenten, berekend op de drie jaren voorafgaand aan de invoering van het dossier, groter is dan het gemiddelde aandeel per inwoner van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, eveneens berekend op dezelfde drie jaren.

Art. 5.De toegekende leningen zijn maandelijks aflosbaar, zonder toepassing van een rentevoet, en binnen een maximale termijn van 9 jaar die begint te lopen na beëindiging van deze werken.

Art. 6.§ 1. Op straffe van ongeldigheid van de aanvraag mag de totale kostprijs van de geplande werken niet hoger zijn dan euro 50.000 per wooneenheid. § 2. Het in § 1 vastgestelde bedrag wordt gekoppeld aan de evolutie van de ABEXindex voor de bouwkosten van privéwoningen en stemt overeen met de index van november 2006. Het wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat en afgerond tot het dichtstbijzijnde tiende.

Art. 7.§ 1. De Minister betekent aan de openbare vastgoedbeheerder de toekenning of de weigering van de aanvraag binnen de twee maanden na ontvangst ervan.

Ingeval er geen antwoord wordt gegeven binnen deze termijn, wordt de aanvraag geacht te zijn geweigerd.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9.De Minister bevoegd voor Huisvesting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, op 30 november 2006.

Ch. PICQUE, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking