Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2005
gepubliceerd op 29 augustus 2005

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2005031282
pub.
29/08/2005
prom.
30/06/2005
ELI
eli/besluit/2005/06/30/2005031282/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JUNI 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de programmawet van 30 december 1988, inzonderheid op de artikelen 94, § 1, 95, § 1, 96, § 2, en 97, § 3;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, gegeven op 14 december 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 februari 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, van 11 april 2005;

Gelet op advies 38.320/1 van de Raad van State gegeven op 28 april 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, Besluit :

Artikel 1.In de Nederlandse tekst van artikel 1, 10° en 11°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen worden de woorden "sociale integratie" vervangen door de woorden « maatschappelijke integratie ».

Art. 2.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 9.Een geco-arbeidsplaats kan worden bekleed door de niet-werkende werkzoekenden die bij de BGDA zijn ingeschreven en die voldoen aan één van de volgende voorwaarden : 1° gedurende minstens zes maanden als nietwerkende werkzoekende bij een openbare tewerkstellingsdienst van een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte zijn ingeschreven in de loop van het jaar dat aan hun aanwerving voorafgaat;2° begunstigden zijn van het recht op maatschappelijke integratie of sociale bijstand en dit recht hebben genoten gedurende minstens zes maanden in de loop van het jaar dat hun aanwerving voorafgaat.»

Art. 3.In de Nederlandse tekst van artikel 10, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « sociale integratie » vervangen door de woorden « maatschappelijke integratie ».

Art. 4.In de Nederlandse tekst van artikel 11, 5°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « sociale integratie » vervangen door de woorden "maatschappelijke integratie ».

Art. 5.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De premie die verschuldigd is aan de werkgevers die geco's, tegen vergoeding, prestaties laten verrichten bij derden wordt elk trimester verlaagd met de dagbedragen die vermeld worden in de bijlage van dit besluit.» 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Voor de werkgevers die geco's, tegen vergoeding, prestaties inzake huishoudhulp laten verrichten bij derden als aanvulling van de diensten van een erkende dienst voor gezinshulp en/of hulp aan bejaarden, zieken of personen met een handicap, wordt de premie elk trimester verlaagd met een verminderd dagbedrag.»

Art. 6.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzingen aangebracht : 1° de woorden « van deze afdeling » worden vervangen door de woorden « van de afdelingen 2 en 3 van dit hoofdstuk »;2° 3° wordt vervangen als volgt : « 3° werkgeversbijdragen : de bijdragen bestemd voor : a) de wettelijke vakantie voor handarbeiders, b) het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten ingesteld bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers met toepassing van artikel 107, § 1, van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gecoördineerd op 19 december 1939, c) de inspanningen ten gunste van personen die tot een risicogroep behoren of die een inschakelingstraject volgen, d) de begeleiding van jongeren die een inschakelingstraject volgen, e) de financiering van het Globaal Beheer van de regelingen bedoeld in artikel 21, § 2, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, f) het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, tot dekking van een deel van het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen betaald door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening voor werknemers van wie de uitvoering van de overeenkomst is geschorst, met toepassing van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, g) de financiering van het stelsel van het betaald educatief verlof in het kader van de permanente vorming van de werknemers.

Art. 7.In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt het woord « EUR » door het woord « euro » vervangen.

Art. 8.Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 21.§ 1. De Minister kent een verhoogde premie toe van een bedrag dat overeenstemt met het loon in geld waarop de werknemer recht heeft, zonder dat dit bedrag het jaarlijks referentieloon mag overschrijden, verhoogd met een forfaitair percentage ter dekking van het vakantiegeld, de eindejaarspremie, de werkgeversbijdragen, de premies en bijdragen van verzekeringen tegen arbeidsongevallen, de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten en van het bedrag van de haard-of standplaatstoelage.

De haard-of standplaatstoelage komt slechts in aanmerking voor de vaststelling van het bedrag van de premie indien een wettelijke of reglementaire bepaling deze ten laste legt van de werkgever.

De werkgever, die geco's te werk stelt die de in artikel 40 bedoelde diensten valoriseren, mag een verhoging vragen van de premie met een bedrag dat overeenstemt met de schaalverhogingen bij de diensten van de BGDA. § 2. Het bedrag van de verhoogde premie, zonder haard- of standplaatstoelage en de tussenkomst in de jaarlijke kosten van het sociale secretariaat, wordt verminderd met 5 %. De minister mag een volledige of gedeeltelijke vrijstelling toekennen van de toepassing van deze vermindering aan de werkgevers die het bewijs leveren van hun onmogelijkheid om deze 5 % ten laste te nemen van de vergoeding van de geco's die zij aan het werk stellen. § 3. De premie wordt verhoogd met een bedrag van 12,39 euro per maand tot dekking van de kosten van het sociale secretariaat. § 4. Om de verhoogde premie te bekomen, sluit de werkgever met de geco een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur en brengt hij hem bijkomende kwalificaties bij die zijn positie op de arbeidsmarkt verbeteren.

Art. 9.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 22.In afwijking van de artikelen 20 en 21 ontvangen de Regering van de Vlaamse Gemeenschap en de Regering van de Franse Gemeenschap, nadat zij met de Brusselse Hoofdstedelijke Regering een overeenkomst hebben gesloten, een premie voor de tewerkstelling van geco's in de sectoren die vóór 1 januari 2003 een tussenkomst genoten van het Interdepartementaal Begrotingsfonds ter bevordering van de werkgelegenheid bedoeld in artikel 5ter van het Koninklijk Besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector. De jaarlijkse premie bedraagt 15.150 euro. De premie kan verdeeld worden over 1 tot 6 geco-arbeidsplaatsen, per schijf van 2.525 euro. »

Art. 10.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 23.§ 1. In afwijking van de artikelen 20 en 21 ontvangen de Regering van de Vlaamse Gemeenschap en de Regering van de Franse Gemeenschap, nadat zij met de Brusselse Hoofdstedelijke Regering een overeenkomst hebben gesloten, een premie voor de tewerkstelling van geco's in hun onderwijsinstellingen. § 2. Voor de instellingen die van de Vlaamse Gemeenschap afhangen, is het jaarlijks bedrag van de premie vastgesteld op 80 % van de brutovergoeding toegekend aan een personeelslid van de Vlaamse Gemeenschap voor de uitgeoefende functie. § 3. Voor de instellingen die van de Franse Gemeenschap afhangen, is het jaarlijks bedrag van de premie vastgesteld op 100 % van de brutovergoeding toegekend aan een personeelslid van de Franse Gemeenschap voor de uitgeoefende functie.

Het globale bedrag van de gestorte premies mag een door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaald plafond niet overschrijden. »

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 23bis ingevoegd, luidende : «

Art. 23bis.In afwijking van de artikelen 20 en 21 ontvangen de Regering van de Vlaamse Gemeenschap en de Regering van de Franse Gemeenschap, nadat zij met de Brusselse Hoofdstedelijke Regering een overeenkomst hebben gesloten, een premie voor de tewerkstelling als geco van topatleten. Het bedrag van de premie komt overeen met de jaarlijkse vergoeding van de topsporter, geplafonneerd op het bedrag van het loon van een ambtenaar van de instellingen van openbaar nut van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die houder is van hetzelfde diploma of getuigschrift als deze van de geco. »

Art. 12.In artikel 24, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid » vervangen door de woorden « de werkgeversbijdragen ».

Art. 13.In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt het woord « EUR » door het woord « euro » vervangen.

Art. 14.In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt het woord « EUR » door het woord « euro » vervangen.

Art. 15.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de woorden « in artikel 22 en 23 » vervangen door de woorden « in de artikelen 22, 23 en 23bis ».

Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 55bis ingevoegd, luidende : «

Art. 55bis.Zolang de overeenkomsten bedoeld in artikel 23bis niet zijn gesloten, kent de minister de sportbonden erkend door de Vlaamse Gemeenschap of de Franse Gemeenschap een premie toe voor een bedrag dat overeenkomt met het jaarloon van de topatleet, zonder dat dit bedrag het bedrag van het loon van een ambtenaar van de instellingen van openbaar nut van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die houder is van hetzelfde diploma of getuigschrift als deze van de geco mag overschrijden. »

Art. 17.De bijlage gevoegd bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.

Art. 19.De Minister bevoegd voor de Tewerkstelling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 juni 2005.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, C. PIQUE De Minister belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE

^