5 DECEMBER 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de bestemmingsverandering van een deel van het Madouplein op het grondgebied van de Gemeente Sint-Joost-ten-Node

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993, en 16 juli 1993, inzonderheid op de artikelen 6, § 1, X, 1°;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op de wet van 9 augustus 1948 houdende wijziging van de welgeving inzake wegen, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 oktober 2000 houdende ruil van de wegen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de gemeente Sint-Joost-ten-Node, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke van 3 mei 2001 tot goedkeuring van het Gewestelijk Bestemmingsplan;

Overwegende echter dat het Madouplein deel uitmaakt van de grote wegen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende echter dat de ondergrond van het terrein, voorwerp van de bestemmingsverandering, niet aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toebehoort en dus geen deel uitmaakt van het openbaar domein;

Overwegende dat het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) een weg die het verlengde is van de Verbondsstraat tusen de Scailquinstraat en de Leuvense Steenweg, aan de achterkant van de Madoutoren, in het wegennet onderbrengt;

Overwegende dat het Bestuur Uitrustingen en Vervoer een project voor de aanleg van deze weg en de daaropvolgende heraanleg van de openbare ruimte heeft uitgewerkt, dat ernaar streeft te verhelpen aan de problemen inzake openbaar vervoer en auto-, fiets- en voetgangersverkeer op het grondgebied van de gemeente Sint-Joost-ten-Node, in de omgeving van het Madouplein, van de Scailquinstraat, van de Sterrenkundestraat en van het Queteletplein;

Overwegende dat dit project voor de heraanleg van de openbare ruimte niet staat op het deel van het Madouplein aan de voorzijde van de toren;

Overwegende dat het, om een beter autoverkeer en een betere bescherming van de voetgangers en fietsers te verzekeren, noodzakelijk is het huizenblok van de toren te hertekenen, waarbij men het verkeer aan de voorzijde doet afwijken en de doorgang langs de nieuwe, aan de achterkant van de toren gelegen weg, bevoorrecht.

Overwegende derhalve dat de bestemming van het aan de voorzijde van de toren gelegen deel van het Madouplein, dat niet van algemeen nut is, moet worden veranderd om de weg van de voorkant van de toren te doen afwijken en om alzo de ruil van dit terrein met de aan de achterkant van de toren gelegen privé-terreinen die voor de realisatie van deze nieuwe weg noodzakelijk zijn, mogelijk te maken.

Overwegende dat de bestemmingsverandering het algemeen belang dient omdat ze toelaat de wegen en het verkeer in de omgeving van de Madoutoren te reorganiseren;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bij besluit van 23 mei 2002, is overgegaan tot voornoemde bestemmingsverandering; als bijlage bij dit besluit was een plan G.3-286 gevoegd waarop het deel van het Madouplein dat het voorwerp van de herbestemming was, afgebeeld stond (G.S. van 13 juni 2002, pagina 27.245);

Overwegende de aan de N.V. Madou Plaza (IVG Group) afgegeven stedenbouwkundige vergunningen, meer bepaald de op 16 juli 2002 door het College van burgemeester en schepenen van de gemeente Sint-Joost-ten-Noode afgegeven stedenbouwkundige vergunning nr. 18.555, de op 16 juli 2002 door het College van burgemeester en schepenen van de gemeente Sint-Joost-ten-Node afgegeven stedenbouwkundige vergunning nr. 18605, alsook de op 2 augustus 2002 door de gemachtigde ambtenaar van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan het Bestuur Uitrustigen en Vervoer - Directie Wegen afgegeven stedenbouwkundige vergunning;

Overwegende dat, overeenkomstig de afgegeven stedenbouwkundige vergunningen, de werken op dit ogenblik aan de gang zijn;

Overwegende dat er opnieuw een precieze opmeting van de betrokken terreinen is gebeurd;

Overwegende dat uit die nieuwe opmeting blijkt dat het oorspronkelijk plan, zoals bijgevoegd bij het besluit van 23 mei 2002, niet precies overeenstemt met de feitelijke toestand;

Dat derhalve naar die nieuwe opmeting verwezen moet worden voor de vaststelling van dat deel van het Madouplein dat herbestemd en geruild moet worden;

Op het voorstel van de Minister van Openbare werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld bij artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2002 betreffende de bestemmingsverandering van een deel van het Madouplein op het grondgebied van Sint-Joost-ten-Node, met inbegrip van zijn bilage, het plan G.3-286, wordt opgeheven.

Art. 3.Zoals aangegeven op het bijgevoegd plan nr. G3-2862, wordt de bestemming van een dell van de bodem van het Madouplein, gelegen tussen de Leuvense Steenweg en de Scailquinstraat veranderd om te worden geruild met de terreinen die noodzakelijk zijn voor de aanleg van een weg in het verlengde van de verbondestraat.

Art. 4.De Minister van Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 december 2003.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : D. DUCAME Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek J. CHABERT Minister belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.