gepubliceerd op 19 november 2003
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de toelagen aan gemeenten voor het inrichten van beperkt eenrichtingsverkeer
16 OKTOBER 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de toelagen aan gemeenten voor het inrichten van beperkt eenrichtingsverkeer
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 21 februari 2002 betreffende de inrichting van beperkt eenrichtingsverkeer en houdende toekenning van toelagen aan gemeenten voor het inrichten van beperkt eenrichtingsverkeer;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 mei 2003, betreffende het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 mei 2003;
Gelet op het advies 35.569/4 van de Raad van State, gegeven op 25 juni 2003 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 25 april 2003;
Op voordracht van de Minister van Vervoer;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet men verstaan onder : 1° de minister : de Minister of de Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Mobiliteit;2° de ordonnantie : de ordonnantie van 21 februari 2002 betreffende de inrichting van beperkt eenrichtingsverkeer en houdende toekenning van toelagen aan gemeenten voor het inrichten van beperkt eenrichtingsverkeer;3° aanvullende toelage : toelage voorgeschreven in artikel 3, § 2, van de ordonnantie en toegekend om de kosten te dekken van de aanpassingen, bedoeld in artikel 2, § 2, van de ordonnantie, namelijk het plaatsen van de onderborden M2 of M3 onder het bord C1 of M4 of M5 onder het bord F19, alsook het aanbrengen van het fietslogo's op kruispunten;4° de administratie : directie Vervoerbeleid van het Bestuur Uitrusting en Vervoer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Art. 2.§ 1. De toelageaanvraag, zoals beschreven in artikel 4 van de ordonnantie, wordt ingediend bij de administratie per aangetekend schrijven of neergelegd bij de administratie tegen ontvangstbewijs. § 2. De administratie behoudt zich het recht voor de ontbrekende documenten op te vragen. Een onvolledig dossier kan resulteren in het weigeren van het dossier van de toelageaanvraag.
Art. 3.§ 1. De minister beslist om de toelage toe te kennen of te weigeren. § 2. De toekenning van de toelage wordt door de administratie aan de aanvragende gemeente betekend.
Art. 4.§ 1. Het gedeelte van de toelage, aanvullende toelage genoemd, wordt definitief vastgelegd op basis van de originele en behoorlijk opgemaakte facturen, op naam van de gemeente en met aanduiding van het werfadres, of de voor eensluidend verklaarde kopieën van deze facturen. Deze facturen hebben betrekking op de werken bedoeld in artikel 2, § 2, van de ordonnantie § 2. Als de werken werden uitgevoerd door de diensten van de gemeente volstaat een verklaring en een raming van de kosten van deze werken. § 3. Het saldo van de toelage zal aan de begunstigde vereffend worden na ontvangst en goedkeuring van de facturen door de administratie. § 4. Het indienen van de facturen en rechtvaardigingsstukken wordt in één keer gedaan bij de administratie per aangetekend schrijven of neergelegd tegen ontvangstbewijs bij de administratie. § 5. Indien het bedrag van deze facturen hoger ligt dan de toekenningsbelofte moet de gemeente het saldo zelf financieren.
Art. 5.De infrastructuurwerken ter bevordering van de veiligheid zijn de infrastructuurwerken vermeld in artikel 3, § 2, van de ordonnantie, die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gesubsidieerd worden, met een maximum gelijk aan de forfaitaire toelage. Deze infrastructuurwerken zijn onder andere : - vluchtzones om het kruisen te vergemakkelijken; - doorlopende fietssuggestiestroken of fietspaden aan één kant of zelfs aan beide kanten van de rijbaan; - maatregelen om het parkeren op minder dan 5 meter van een kruispunt, op het gedeelte van de rijbaan rechts van de fietsers die in tegenrichting rijden, materieel onmogelijk te maken; - verkeerseilandjes of wegmarkeringen die de autobestuurder in de straat, ingericht voor beperkt eenrichtingsverkeer, leiden; - een snelheidsremmer zoals een verhoogde inrichting of een rijbaankussen;
Deze infrastructuurwerken moeten bestaanbaar zijn met de federale wetgeving terzake, te weten, inzonderheid het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en met de ministeriële omzendbrief van 3 mei 2002 betreffende de verhoogde inrichtingen en de rijbaankussens.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 oktober 2003.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, D. DUCARME De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT