Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2002
gepubliceerd op 14 december 2002

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de bekwaamheidsattesten voor taxichauffeurs

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031612
pub.
14/12/2002
prom.
24/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/24/2002031612/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JANUARI 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de bekwaamheidsattesten voor taxichauffeurs


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en van 16 juli 1993, inzonderheid op artikel 6, § 1°, X, 8°;

Gelet op de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 27 april 1995 inzake de taxidiensten en de verhuurdiensten van voertuigen met chauffeur, inzonderheid op artikel 28, 2° lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1975 houdende politiereglement betreffende de exploitatie van de taxidiensten;

Gelet op de agglomeratieverordening inzake exploitatie van taxidiensten, gewijzigd op 13 januari 1994, inzonderheid op de artikelen 18 tot 20;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 29 juni 2001;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 30 augustus 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Regering over het door de Raad van State binnen een termijn van ten hoogste één maand te geven advies;

Gelet op het advies 32.186/4 van de Raad van State, gegeven op 17 oktober 2001, bij toepassing van artikel 84, al. 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, tot wiens bevoegdheden de taxidiensten en de verhuurdiensten van voertuigen met chauffeur behoren en van de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Niemand mag het beroep van taxichauffeur uitoefenen op het Brussels Hoofdstedelijk grondgebied indien hij geen houder en drager is van het door het Bestuur afgegeven bekwaamheidsattest.

Art. 2.Om het bekwaamheidsattest te bekomen, moet de kandidaat-chauffeur zich bij het Bestuur aanbieden en de volgende documenten bij zich hebben : 1° zijn identiteitskaart of, voor een buitenlands staatsburger, een document waaruit zijn identiteit blijkt;2° het behoorlijk gevalideerd medisch getuigschrift of het geschiktheidsattest, afgegeven bij toepassing van de vigerende federale reglementering;3° het nationaal rijbewijs, minstens van categorie B, of een Europees rijbewijs van gelijkaardige categorie;4° een getuigschrift van een goed en zedelijk gedrag, bestemd voor een openbaar bestuur, en minder dan drie maanden oud, waaruit zijn zedelijkheid blijkt.Daarenboven voor de buitenlandse staatsburgers, een attest van een ambassade of elk ander document dat hun goed en zedelijk gedrag bewijst vóór ze naar België zijn gekomen, of, in voorkomend geval, het bewijs dat zij genieten van het statuut van politiek vluchteling. Om zijn zedelijkheid te bewijzen, mag de chauffeur in België of in het buitenland geen van de hiernavolgende in kracht van gewijsde gegane veroordelingen hebben opgelopen : a) een criminele straf, met of zonder uitstel;b) een correctionele gevangenisstraf, in hoofdzaak, van meer dan zes maanden, met of zonder uitstel;c) een correctionele gevangenisstraf, in hoofdzaak, van drie tot zes maanden, met of zonder uitstel, dit in de vijf jaar die de aanvraag tot inschrijving op het examen voorafgaan;d) meer dan drie veroordelingen, met of zonder uitstel voor ernstige overtredingen van het verkeersreglement, in het jaar dat de aanvraag tot inschrijving op het examen voorafgaat;e) meer dan een veroordeling, met of zonder uitstel, voor te hoog alcoholpromillage, dronkenschap of onder invloed van andere substanties die de rijvaardigheid beïnvloeden, dit in het jaar dat de aanvraag tot inschrijving op het examen voorafgaat;f) correctionele of politieveroordelingen die, bij elkaar opgeteld, meer dan drie maanden gevangenisstraf in hoofdzaak bedragen, met of zonder uitstel, in de drie jaar die de aanvraag tot inschrijving op het examen voorafgaan. Er wordt geen rekening gehouden met de uitgewiste veroordelingen of deze waarvoor de betrokkene eerherstel heeft gekregen; 5° voor de betrokken buitenlandse staatsburgers, de documenten die vereist zijn voor het verwerven van het recht arbeid te presteren in België;6° een getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat geslaagd is voor de gedragstesten bedoeld in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 inzake de gedragstesten voor taxichauffeurs;7° een getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat geslaagd is voor de examens bedoeld onder artikel 3.

Art. 3.§ 1. Elk persoon die een bekwaamheidsattest wenst te bekomen voor het uitoefenen van het beroep van taxichauffeur moet vooraf een getuigschrift voorleggen waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor de volgende proeven : een theoretisch examen dat bestaat uit een door het Gewest georganiseerd schriftelijk en een mondeling examen en een praktische proef, georganiseerd door een hiervoor door het Gewest, onder de ondernemingen die praktische vormingen verschaffen op gebied van wegverkeer, aangestelde onderneming. Enkel de personen die vooraf in het bezit zijn van alle, onder artikel 2, 1° tot en met 6° opgesomde documenten mogen zich voor deze examens inschrijven.

Op het ogenblik van hun inschrijving ontvangen de kandidaten een gedetailleerde documentatie of syllabi over de ganse stof waarop de verschillende proeven betrekking hebben.

De Regering waarborgt de toegang tot een vorming van het korte type, van + 30 uur, tegen de prijs en aan de voorwaarden zoals vastgelegd in de ordonnantie van 27 april 1995. § 2. De theoretische schriftelijke examen proef handelt over de volgende materies : 1° de topografie van het Gewest : kennis van het snelste traject om van de ene plaats naar de andere te gaan en kennis van de lokalisatie van de voornaamste openbare of voor het publiek toegankelijke plaatsen;2° de reglementering inzake taxidiensten. § 2. Het mondeling theoretisch examen handelt over de volgende materies : 1° kaartlezen : lokalisatie in een welbepaalde maximumtijd van de preciese bestemmingsplaats die door de klant gekozen werd aan de hand van een stratenplan van het Gewest;2° praktische aspecten van het beroep : gesprek in verband met het beroep van taxichauffeur en aan te nemen houding bij de aanvraag, door een klant, om een rit;3° algemene inlichtingen over de gemeenten van de Brusselse agglomeratie ten behoeve van de passagiers : herkenning, op foto's, van de monumenten die deel uitmaken van het Brussels cultureel of onroerend erfgoed, evenals de lokalisatie ervan en toelichtingen erover;4° veiligheid : beschrijving van de aan te nemen houding om agressie te vermijden en van de aan te nemen houding in geval van agressie;5° kennis van een beperkte reeks gangbare zinswendingen in het Nederlands, Frans en Engels, in verband met de uitoefening van het beroep van taxichauffeur. Het praktisch examen, dat moet afgelegd worden aan boord van een voertuig in stadsverkeer, heeft betrekking op de topografische herkenning, op de tegenover de klanten aan te nemen houding en op het zoeken naar het traject overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van het koninklijk besluit van 2 april 1975 houdende politiereglement betreffende de exploitatie van de taxidiensten;

Enkel de kandidaten die geslaagd zijn voor het theoretisch examen mogen zich voor de praktische proef aanbieden. § 3. De proeven worden afgelegd, in het Frans of in het Nederlands, naargelang de door de kandidaat bij zijn inschrijving gekozen taal.

De vertegenwoordigers van de exploitanten en taxichauffeurs binnen het Adviescomité kunnen unaniem en onder zichzelf een waarnemer aanwijzen om de examens bij te wonen. § 4. Het al dan niet slagen voor de examens wordt beslist door een deliberatiecommissie samengesteld uit de examinatoren waarbij de examens werden afgelegd en drie door de Minister aangewezen personen waarvan er een het voorzitterschap waarneemt.

Om te slagen voor de examens moet de kandidaat minstens de helft van de punten behalen voor elk examen, behalve voor het examen over topografie, waar hij ten minste 60 % van de punten moet behalen.

Op schriftelijke aanvraag bij het Bestuur kan de kandidaat in het bezit komen van zijn uitslagen en kennis nemen van de bijzonderheden ervan. § 5. Onverminderd de taksen bedoeld onder artikel 33 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, worden de kosten die de examens met zich meebrengen, integraal door het Gewest gedragen.

Art. 4.§ 1. De kandidaat die niet slaagt voor de proeven bedoeld onder het 3e lid, mag zich slechts opnieuw inschrijven ten vroegste zes maanden na de datum van de beslissing van niet slagen voor de voorgaande proeven. § 2. De kandidaat die spiekt bij de examens wordt door de deliberatiecommissie uitgesloten bij met redenen omklede en aan de betrokkene medegedeelde beslissing, en zal zich slechts één jaar na de laatste poging opnieuw mogen aanmelden.

De kandidaat die drie keer niet slaagt, zal zich pas één jaar na de laatste poging opnieuw mogen aanmelden. Indien de kandidaat een vierde keer niet slaagt, zal hem een nieuwe wachttijd van één jaar worden opgelegd. Hetzelfde geldt telkens bij iedere nieuwe mislukking. § 3. De kandidaat die zich niet aanmeldt voor de proeven waarvoor hij zich had ingeschreven, of die opgeeft in de loop van de sessie, wordt beschouwd als zijnde niet geslaagd, tenzij hij een medisch attest kan voorleggen. § 4. Worden uitgesloten voor een periode gaande tot tien jaar van het recht aan de examens deel te nemen, de kandidaten die : 1. een gebrek aan beleefdheid of respect hebben getoond tegenover de examinatoren of de personeelsleden van het Bestuur;2. zich schuldig hebben gemaakt aan verduistering van materiaal of opzettelijk het materiaal, de lokalen van het Bestuur, of het voor de praktische proef gebruikte voertuig hebben beschadigd;3. hebben geprobeerd een examinator of elk ander personeelslid van het Bestuur te beïnvloeden. De beslissing een kandidaat uit te sluiten, wordt genomen bij een met redenen omkleed besluit van de Regering en aan de betrokkene medegedeeld.

Art. 5.De kandidaten die geslaagd zijn voor de onder het 3e lid bedoelde examens, krijgen hun bekwaamheidsattest slechts op vertoon van het slaagattest voor deze proeven, van de onder het 2e lid bedoelde documenten evenals van een door een exploitant van een taxidienst, houder van een door het Gewest afgegeven exploitatievergunning, voor eensluidend verklaard afschrift van het arbeidscontract waaruit blijkt dat hij de kandidaat als taxichauffeur in dienst heeft genomen. In dat opzicht overhandigt het Bestuur aan de voor de examens geslaagde kandidaat die erom vraagt een « rij-erkenning » waaruit blijkt dat de belangstellende daadwerkelijk aan alle voorwaarden voldoet om, in geval van aanwerving, het bekwaamheidsattest uitgereikt te krijgen.

Voor de zelfstandigen zal het bekwaamheidsattest slechts worden uitgereikt op vertoon van het bewijs dat de belanghebbende is aangesloten bij een sociale zekerheidskas voor zelfstandigen.

Art. 6.Het bekwaamheidsattest kan slechts geldig door een loontrekker worden gebruikt indien het vergezeld is van een door het Bestuur uitgereikt « tewerkstellingsattest » waaruit blijkt dat de chauffeur bij één of meerdere werkgevers in dienst is genomen. Op dit attest staan de naam van de werkgever(s), de dagen waarop gewerkt wordt evenals het (de) inschrijvingsnummer(s) bij de R.S.Z., vermeld.

Art. 7.Het aan een loontrekker afgegeven bekwaamheidsattest dient aan het Bestuur te worden terugbezorgd als de chauffeur niet effectief is tewerkgesteld overeenkomstig het onder artikel 5 bedoeld arbeidscontract, bedoeld onder artikel 5, 1e lid, niet naleeft, onverminderd het indienen van een nieuwe aanvraag overeenkomstig dezelfde bepaling.

Het bekwaamheidsattest moet eveneens aan het Bestuur worden terugbezorgd, indien de chauffeur niet meer voor een exploitant werkt wanneer hij zich bij het Bestuur aanbiedt voor de verlenging van het bekwaamheidsattest bij toepassing van artikel 20 van de agglomeratieverordening inzake exploitatie van taxidiensten.

Art. 8.Zij die taxichauffeur wensen te worden maar die het beroep van taxichauffeur op het Brussels Hoofdstedelijk grondgebied hebben uitgeoefend zonder houder te zijn van een bekwaamheidsattest zullen, na vaststelling bij proces-verbaal opgesteld door een controleur van het Bestuur der taxi's, hun inschrijving voor de examens door het Bestuur geweigerd zien voor een periode van twee jaar beginnend vanaf de datum van het proces-verbaal van vaststelling van misdrijf.

Art. 9.De artikelen 18 tot 20 van de agglomeratieverordening inzake exploitatie van taxidiensten, zoals gewijzigd door de verordening van 13 januari 1994, worden opgeheven.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11.De Minister bevoegd voor de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur en de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van deze beslissing.

Brussel, 24 januari 2002.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, W. DRAPS

^