Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002
gepubliceerd op 21 december 2002

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de strijd tegen het buurtlawaai

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031593
pub.
21/12/2002
prom.
21/11/2002
ELI
eli/besluit/2002/11/21/2002031593/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 NOVEMBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de strijd tegen het buurtlawaai


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving, inzonderheid op de artikelen 9, 13 en 14;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 juli 1998 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 oktober 1998 en 14 oktober 1999;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van 20 december 2001;

Gelet op advies L32.980/3 van de Raad van State, gegeven op 22 oktober 2002;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu;

Na erover te hebben beraadslaagd;

Besluit :

Artikel 1.Dit besluit heeft betrekking op de strijd tegen het buurtlawaai waargenomen binnen en buiten alle bewoonde gebouwen.

Art. 2.§ 1. In dit besluit wordt verstaan onder : 1° bewoond gebouw : elk gebouw dat als woning wordt gebruikt of waarin een menselijke activiteit is ondergebracht; 2° rustruimte : elke ruimte die bestemd is om uit te rusten (slaapkamer in een woning, in een ziekenhuis, in een hotel,...) en elke ruimte bestemd voor vermaak en ontspanning waarvoor een bijzondere geluidsbescherming nodig is (concertzaal, opnamestudio, schouwburg, conferentiezaal, bioscoop,...); 3° woonruimte : elke ruimte die overdag wordt gebruikt in woningen (zitkamer, eetkamer, vertrek waar men gewoonlijk de maaltijden gebruikt en dat ook als keuken kan dienen), kantoren, schoollokalen,...; 4° dienstruimte : elke ruimte die niet in de hierboven vermelde categorieën is opgenomen, zoals wasruimte, trappen, hall, kelder,...; 5° buurtlawaai : geluidshinder voortgebracht door elke in de buurt hoorbare geluidsbron met uitzondering van de geluidshinder die wordt veroorzaakt door : - het lucht-, weg- en spoorverkeer en de scheepvaart; - grasmaaimachines en andere bij het tuinieren gebruikte apparaten die door een motor worden aangedreven en waarvan het gebruik wordt geregeld door artikel 6; - ingedeelde inrichtingen in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, waarvan de geluidshinder niet binnen bewoonde gebouwen wordt waargenomen en voorzover die geluidshinder buiten de inrichting wordt waargenomen en gemeten; - activiteiten van landsverdediging; - schoolactiviteiten; - erediensten; - activiteiten op de openbare weg die zijn toegestaan krachtens artikel 12, § 2, van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving; - de bouwwerken, uitgezonderd die welke door particulieren aan hun eigen woning of het omringende terrein worden uitgevoerd voor zover ze worden uitgevoerd op zon- en feestdagen of tussen 17 u. en 9 u. van 's maandags tot 's zaterdags; - de activiteiten op de openbare weg als bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving; - de schietterreinen en schietstanden. 6° periodes A, B, C : daguurschijven die als volgt zijn afgebakend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 7° gebied : de gebieden bepaald door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001 tot goedkeuring van het gewestelijk bestemmingsplan;8° gebied 1 : de woongebieden met residentieel karakter, de groengebieden, de gebieden met hoogbiologische waarde, de parkgebieden, de begraafplaatsgebieden en de bosgebieden;9° gebied 2 : de typische woongebieden;10° gebied 3 : de gemengde gebieden, de gebieden voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in de open lucht, de landbouwgebieden en de gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;11° gebied 4 : de gebieden van gewestelijk belang en de sterk gemengde gebieden;12° gebied 5 : de administratiegebieden;13° gebied 6 : de stedelijke industriegebieden, de gebieden voor haven- en vervoeractiviteiten, de spoorweggebieden en de gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg;14° drempelniveau of Spte : geluidsdrukniveau waarboven het door de geluidsbronnen voortgebrachte geluid als gebeurtenis wordt beschouwd;15° aantal gebeurtenissen of N : aantal keren dat het equivalent geluidsdrukniveau het Spte heeft overschreden. Voor andere gebieden dan die vermeld in de bepalingen sub 8° tot 13° gelden de bepalingen van het aangrenzende gebied met de strengste regelgeving. § 2. Voor de in dit besluit gebruikte technische termen gelden de definities van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.

Art. 3.Het buurtlawaai wordt gemeten met de apparatuur, volgens de methode en onder de voorwaarden zoals bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.

De grenswaarden van de overschrijdingen worden binnen een gebouw gemeten en de grenswaarden van het specifieke geluid buiten een gebouw, daar waar de hinder door de aanklager wordt ervaren. De lokalisering van het meetpunt moet evenwel voldoen aan de bepalingen van de artikelen 7 tot 10 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.

Art. 4.De overschrijdingen ingevolge buurtlawaai afkomstig van buiten de bewoonde gebouwen of binnen deze gebouwen maar buiten de ruimte waarin de metingen worden verricht, mogen niet hoger liggen dan de volgende waarden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De niveauoverschrijding moet slechts in overweging worden genomen indien het totale geluidsniveau Ltot hoger ligt dan of gelijk is aan 27 dB(A). Het omgevingsgeluidsniveau Lf dat in overweging wordt genomen, moet minstens gelijk zijn aan 24 dB(A).

Art. 5.§ 1. Het specifieke geluidsniveau Lsp, alsook het aantal gebeurtenissen N per periode van een uur, bepaald door de overschrijding van het drempelniveau Spte, mogen de in de volgende tabel opgenomen waarden niet overschrijden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld a : Grenswaarden die van toepassing zijn voor de inrichtingen die niet mogen worden stilgelegd. b : Grenswaarden die van toepassing zijn voor kleinhandelszaken. § 2. Wanneer de metingen worden verricht in een gebied dat niet dat van de geluidsbron is, gelden de waarden van het gebied met de strengste regelgeving. § 3. Wanneer Ltot gelijk is aan Lf en het niveau Lsp dus niet kan worden berekend, mag de tonale overschrijding E niet hoger liggen dan 6 dB.

Art. 6.Het gebruik van grasmaaimachines en andere bij het tuinieren gebruikte apparaten die door een motor worden aangedreven, is verboden op zondagen en wettelijke feestdagen. Op andere dagen is het gebruik ervan verboden tussen 20 u. en 7 u.

Art. 7.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 juli 1998 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 oktober 1998 en 14 oktober 1999, wordt opgeheven.

Art. 8.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 november 2002.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

^