7 NOVEMBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 november 2000 betreffende de strijd tegen de cameraria ohridella vlinder die de paardekastanjes bedreigt

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende het behoud en de bescherming van de natuur, inzonderheid op de artikelen 6 en 7;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 november 2000 betreffende de strijd tegen de cameraria ohridella vlinder die de paardekastanjes bedreigt;

Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud, gegeven op 17 oktober 2002;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 20 september 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de parasiet die momenteel de paardekastanjes bedreigt, moet worden bestreden op het ogenblik dat de bladeren van de bomen vallen, omdat de bladeren dan vol zitten met de larven van die parasiet;

Dat op dit ogenblik die parasiet kan worden bestreden door compostering of het vernietigen van de bladeren;

Dat bijgevolg de nieuwe regels betreffende de verwijdering van de bladeren onmiddellijk van toepassing moeten worden;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu;

Na erover te hebben beraadslaagd, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 november 2000 betreffende de strijd tegen de cameraria ohridella vlinder die de paardekastanjes bedreigt worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. 1° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° door ze in de zakken voor huishoudelijk afval te stoppen die door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid worden opgehaald en die voldoen aan de verordening van 15 juli 1993 betreffende de verwijdering van afval door middel van ophalingen, namelijk : - in de « groene zakken » voor de zones en de periodes waarin deze ophalingen worden georganiseerd; - in de « restafvalzakken » in alle andere gevallen. »; 2. 2° wordt opgeheven.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 november 2002.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN