Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 maart 2002
gepubliceerd op 22 mei 2002

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende opheffing van het besluit van 6 december 2001 tot intrekking van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 mei 1998 tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031239
pub.
22/05/2002
prom.
28/03/2002
ELI
eli/besluit/2002/03/28/2002031239/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MAART 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende opheffing van het besluit van 6 december 2001 tot intrekking van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 mei 1998 tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de huisvestingscode gecoördineerd op 10 december 1970, inzonderheid op artikel 103, ingevoegd bij de wet van 25 maart 1981;

Gelet op het besluit van 6 december 2001 tot intrekking van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 mei 1998 tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 1998;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 maart 2002;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting;

Overwegende dat bepaalde personen zich hebben verbonden tot de aankoop of de bouw van een woning in de wetenschap dat zij voldeden aan de toekenningsvoorwaarden voor de aankooppremie, dat zij beschikten over 6 maanden vanaf de ondertekening van de authentieke akte of de afgifte van de stedenbouwkundige vergunning om hun aanvraag in te dienen, dat zij verrast konden worden door de afschaffing van de premie, zoals deze verscheen in het Belgisch Staatsblad van 11 januari 2002, met ingang op 15 januari;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid verantwoord door de noodzaak om overgangsbepalingen te treffen om deze situaties te regelen zodat onverwijld de aanvragen voor aankooppremies behandeld kunnen worden die zijn ingediend overeenkomstig het voormelde besluit van 14 mei 1998, maar dan na 15 januari 2002, en waarvoor de authentieke koopakte verleden werd of de stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven vóór het besluit in werking trad;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 december 2001 tot intrekking van het besluit van 14 mei 1998 tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning, gewijzigd bij het besluit van 17 december 1998, wordt opgeheven.

Art. 2.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van het besluit van 14 mei 1998 tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning, gewijzigd bij het besluit van 17 december 1998, wordt opgeheven.

Art. 3.De behandeling van de premie-aanvragen ingediend vóór de inwerkingtreding van dit besluit dient verdergezet te worden overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Regering van 14 mei 1998.

De behandeling van de premie-aanvragen ingediend na de inwerkingtreding van dit besluit en ten laatste vóór het verstrijken van de termijn van 6 maanden, zoals berekend overeenkomstig artikel 7 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 mei 1998 tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning, gewijzigd bij het besluit van 17 december 1998, dient eveneens verdergezet te worden. In dit laatste geval dienen de aanvragen aan te tonen dat het verlijden van de authentieke akte of de afgifte van de stedenbouwkundige vergunning gebeurde vóór de inwerkingtreding van dit besluit om ontvankelijk te zijn.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2002.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Huisvesting en de Staatssecretaris die aan hem werd toegevoegd worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, op 28 maart 2002.

De Minister-Voorzitter, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL

^