Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 mei 1998
gepubliceerd op 05 juni 1998

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031252
pub.
05/06/1998
prom.
14/05/1998
ELI
eli/besluit/1998/05/14/1998031252/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 MEI 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de Huisvestingscode, gecoördineerd op 10 december 1970, inzonderheid op artikel 103, gevoegd bij de wet van 25 maart 1981;

Overwegende dat de toegang tot het eigendom een middel is om de woonkwaliteit van de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verbeteren en zijn inwoners te stabiliseren;

Overwegende dat het aantal eigenaars van hun woning heel ongelijk verspreid is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en dat dit aantal heel gering is in de wijken in moeilijkheden;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering haar optreden in de wijken in moeilijkheden wil versterken;

Overwegende het feit dat de gewestelijke begroting niet kan beantwoorden aan de op basis van het besluit van 11 juli 1991 ingediende premieaanvragen zonder een prioritair optreden in de wijken in moeilijkheden te beletten;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 april 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 april 1998;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de gebeurtenissen die in sommige wijken in moeilijkheden plaatsvonden de nadruk hebben gelegd op de slechte kwaliteit van de huisvesting en de verslechtering van de levensomstandigheden, dat rekening houdend met deze gebeurtenissen een dringende reactie van de overheid noodzakelijk is om aan de verwachtingen van de bevolking te beantwoorden, dat de Regering besloten heeft nieuwe intrumenten in het leven te roepen ten gunste van de achtergestelde wijken, via onder meer de oprichting van initiatiefwijken, dat de inrichting in deze wijken van een premie voor verwerving van een woning tot de verbering van de huisvestingsvoorwaarden zal bijdragen door de toegang tot het eigendom te bevorderen, dat de gewestelijke begroting aan de aanvragen, ingediend op basis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 11 juli 1991, niet meer kan beantwoorden en de heroriëntering van de inspanningen in de wijken in moeilijkheden belet en dat het besluit van 11 juli 1991 zo vroeg mogelijk moet worden opgeheven ten einde over de middelen te beschikken die nodig zijn voor de uitvoering van dit besluit;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 16 april 1998 in toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° en 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitter bevoegd voor huisvesting en van de hem toegevoegde Staassecretaris;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor de huisvesting;2° initiatiefwijk : de geografische wijken zoals bepaald in de kaarten gevoegd bij dit besluit;3° perimeter met wijkcontract : de geografische ruimte gelegen binnen de perimeter van versterkte ontwikkeling van de huisvesting en waarop een herwaarderingsprogramma toepasselijk is dat goedgekeurd is door de Regering krachtens de organieke ordonnantie houdende de herwaardering van de wijken van 7 oktober 1993;4° perimeter van optreden van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Brussel : de geografische ruimte gelegen binnen de perimeter van versterkte ontwikkeling van de huisvesting en rondom bepaalde acties van stadsvernieuwing gevoerd door de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Brussel in het kader van het meerjareninvesteringsplan.Deze ruimte wordt bepaald door de Regering op voorstel van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Brussel voor een periode van vier jaar; 5° perimeter voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting : de geografische ruimte zoals bepaald krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995 tot vaststelling van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan en de bijlage I ervan en artikel 1, 3e, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de toekenning van toelagen voor de renovatie van woningen aan natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen;6° bewoonbare oppervlakte : de netto-vloeroppervlakte van de slaapkamers, woonkamer en keuken;7° inkomens : de gezamenlijk belastbare inkomens van de aanvrager en in voorkomend geval van zijn echtgenoot of de persoon met wie hij echtelijk samenwoont van het voorlaatste jaar dat het jaar van de aanvraag voorafgaat, te verhogen in voorkomend geval voor dezelfde periode met de afzonderlijk belastbare inkomens en/of de inkomens van de in artikel 4 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde personen die niet onderworpen zijn aan de personenbelasting;8° personen ten laste : personen ten laste in de zin van artikel 136 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en voor het referentiejaar in verband met de inkomens.

Art. 2.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Minister een tegemoetkoming toekennen onder de bij dit besluit bepaalde voorwaarden in de vorm van een eenmalige premie voor de oprichting of de verwerving van een woning gelegen in : 1° een initiatiefwijk;2° een perimeter met wijkcontract;3° een perimeter van optreden van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Brussel;4° een perimeter voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting. § 2. Voor de goederen gelegen binnen de perimeter voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting kunnen enkel de oprichting of de verwerving met het oog op de huisvesting van goederen die op het ogenblik van de verkoop en sinds minstens twee jaar onbewoond of bestemd waren voor andere functies van de bepalingen van dit besluit genieten. § 3. De goederen gelegen in een initiatiefwijk kunnen genieten van de bepalingen van dit besluit gedurende een periode van vier jaar met ingang van de inwerkingtredingsdatum ervan.

Art. 3.De prijs voor de verwerving of de oprichting van de woning mag 4.000.000 F, BTW niet inbegrepen, niet overschrijden.

In het geval van een nieuwbouw bevat deze prijs de waarde van het terrein niet.

De bewoonbare oppervlakte van het goed moet groter zijn dan 35 m2.

Art. 4.De premie is gelijk aan 10 % van de aanschaffingsprijs en bedraagt maximum 300.000 F. In het geval van een nieuwbouw is de premie gelijk aan 250.000 F.

Art. 5.Op de datum waarop de aanvraag wordt ingediend moet de aanvrager : 1° 18 jaar oud zijn;2° geen ander gebouwd onroerend goed bestemd voor huisvesting alleen of met zijn echtgenoot of de persoon met wie hij echtelijk samenwoont sinds twee jaar bezitten of in vruchtgebruik hebben; 3° niet over inkomens beschikken die 1.350.000 F per jaar overschrijden, vermeerderd met 100.000 F per persoon ten laste.

Art. 6.De ontvanger van de premie verplicht zich ertoe om de volgende verplichtingen in acht te nemen tijdens een periode van tien jaar die ten laatste begint binnen zes maanden na het verlijden van de authentieke aankoopakte of de voorlopige levering der werken : 1° het hele goed waarvoor de premie werd toegekend als hoofdverblijf persoonlijk bewonen;2° op dit adres in de bevolkingsregisters of in de vreemdelingen-registers ingeschreven zijn;3° het goed waarvoor de premie werd toegekend geheel of gedeeltelijk niet verhuren of vrijwillig vervreemden;4° niet meer dan 20 % van het goed gebruiken of fiscaal bestemmen voor een ander gebruik dan de huisvesting.

Art. 7.De aanvraag wordt ingediend bij de administratie op een formulier dat ze ter beschikking van de aanvragers stelt. Op straf van nietigheid moet de aanvraag per aangetekende brief ingediend of ter plaatse tegen ontvangstbewijs afgegeven worden.

De aanvraag wordt vergezeld door de volgende documenten : 1° een gezinssamenstelling, afgegeven door het gemeentelijk bestuur van de woonplaats;2° een voor eensluidend verklaard afschrift van het aanslagbiljet-kohieruittreksel betreffende de in artikel 1 bedoelde inkomens of de machtiging om deze inlichting bij het Ministerie van Financiën te verkrijgen;3° een attest van het Ministerie van Financiën, Administratie van de registratie en de domeinen, betreffende de rechten op één of meerdere onroerende goederen van de aanvrager en zijn echtgenoot of de persoon met wie hij echtelijk samenwoont;4° een voor eensluidend verklaard afschrift van de koopovereenkomst of de authentieke koopakte in geval van verwerving of van de stedebouwkundige vergunning in geval van nieuwbouw;5° in geval van verwerving, een verklaring van de aanvrager die de vereffening van de premie toelaat aan de notaris belast met het verlijden van de akte. Binnen de maand na de indiening van de premieaanvragen wordt een ontvangstbewijs afgegeven met vermelding van het voorlopige premiebedrag of worden de ontbrekende documenten aangevraagd. Elke aanvraag die binnen zes maanden na de indiening ervan of binnen zes maanden na de aanvraag om de ontbrekende documenten niet aangevuld werd, vervalt.

Art. 8.In geval van verwerving wordt de premie betaald in de handen van de notaris bevoegd voor het verlijden van de authentieke akte en berekend op basis van de aankoopprijs vermeld in de koopovereenkomst of in de koopakte. In geval van nieuwbouw wordt de premie aan de aanvrager betaald op basis van een formulier afgegeven door het gemeentebestuur dat verklaart dat de woning reeds onder dak is en voor eensluidende verklaarde afschriften van fakturen die minstens tien keer het bedrag van de premie vertegenwoordigen.

Art. 9.Onverminderd de bepalingen van het Strafwetboek of gerechtelijke vervolgingen in toepassing van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen die moeten afgelegd worden inzake subsidies en toelagen moet de begunstigde van de krachtens dit besluit gestorte tussenkomst de geïnde bedragen aan het Gewest terugbetalen : 1° in geval van onvolledige, onjuiste of bedrieglijke aangifte die verricht werd ten einde de bij dit besluit toegekende premie te verkrijgen;2° indien een overeenkomstig artikel 6 aangegane verplichting niet in acht werd genomen;3° indien de in de stedebouwkundige vergunning geplande bouw niet afgewerkt werd binnen vierentwintig maanden na de datum van de afgifte ervan of indien de authentieke akte binnen zes maanden na de koopovereenkomst niet verleden is;4° indien geweigerd wordt de door het bestuur opgeëiste documenten te leveren die nodig zijn om na te zien of de toekenningsvoorwaarden of de aangegane verplichtingen in acht werden genomen. Het aan het Gewest terug te betalen bedrag moet gestort worden aan het Fonds voor de investering en de terugbetaling van de schuldenlast in de sector van de sociale huisvesting, overeenkomstig de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van de begrotingsfondsen, inzonderheid artikel 2, 6°.

Indien geen terugbetaling geschiedt binnen de door het bestuur vastgelegde termijn zal de Administratie voor de BTW, der registratie en domeinen belast worden met de terugvordering van de verschuldigde bedragen.

De Minister kan afzien van de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de premie wanneer hij acht dat de niet inachtneming van de krachtens de bepalingen van artikel 6, 1°, 2° en 3° aangegane verplichtingen door een geval van overmacht verantwoord is.

Art. 10.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 11 juli 1991 tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning op plan alsook van een verzekering tegen inkomstenverlies wordt opgeheven.

Worden ook opgeheven de verordeningen van de provincie Brabant voor de onderhandse toekenning van bijkomende leningen met het oog op de verwerving van een bescheiden woning en voor de onderhandse toekenning van leningen met het oog op de renovatie van een woning die uitgevaardigd werden op grond van de beraadslagingen van de provincieraad van 6 juni 1989.

Art. 11.De behandeling van de aanvragen, ingediend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, wordt voortgezet krachtens de bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 11 juli 1991 tot instelling van een eenmalige premie voor oprichting of verwerving van een woning op plan alsook van een verzekering tegen inkomstenverlies voor zover de aanvrager op straf van verval : 1° zijn dossier aanvult binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit ten einde de voorlopige berekening van het premiebedrag toe te laten;2° in het geval van nieuwbouw de huisvestingsdienst vóór 30 juni 1999 de rekeningen verstuurt die nodig zijn voor de definitieve berekening van de premie, behalve gevallen van overmacht.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999, met uitzondering van de artikelen 10 en 11, die in werking treden de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 13.De Minister-Voorzitter bevoegd voor de huisvesting en de hem toegevoegde Staatssecretaris zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 mei 1998.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister-Voorzitter, E. TOMAS.

^