gepubliceerd op 03 juli 2002
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende toekenning van een toelage aan de gemeenten om de oprichting van toezichthoudende fietsbrigades te bevorderen
7 MAART 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende toekenning van een toelage aan de gemeenten om de oprichting van toezichthoudende fietsbrigades te bevorderen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de ordonnantie van 20 december 2001 houdende de administratieve begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 7 januari 2002;
Gelet op het akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 16 januari 2002;
Gelet op het besluit van de Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op advies 32.935/4 van de Raad van State, gegeven op 6 februari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State Overwegende dat wanneer er alternatieve vormen van mobiliteit gepromoot dienen te worden, het de taak is van de overheden om als eersten het goede voorbeeld te geven;
Overwegende dat voor de uitvoering van een aantal toezichtsopdrachten de fiets meer voordelen biedt dan de wagen of een agent te voet;
Overwegende dat voor de bewaking van voetgangerswijken, zones 30, woonzones, parken, esplanaden, schoolomgevingen, fietspaden, een stadswachter die zich per fiets verplaatst de meest doeltreffende is;
Overwegende dat, gezien de ervaringen die buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaan en, onder andere, de ervaringen in Gent, waaruit blijkt dat dit vervoermiddel een beter contact met de burger mogelijk maakt en veel beter aanvaard wordt in de minder bedeelde wijken, onder andere door de jongeren, op voorwaarde dat deze begeleidende ploegen over kwaliteitsmateriaal en adequate uniformen beschikken die aangepast zijn aan de weersomstandigheden en een intensief gebruik;
Overwegende dat de fietsgebruikers vaak hun beklag maken over de gebrekkige inrichting van de wegen, het slechte onderhoud van voornoemde en een bepaalde graad van onverschilligheid van de overheden jegens overtredingen waarvan zij het slachtoffer zijn en dat dit alles te wijten is aan een gebrek aan ervaring op het vlak van deze toestanden vanwege de overheden en hun ambtenaren; dat het uit dien hoofde dringend is fietsbrigades op te richten bestaande uit personen die gevormd werden om de gegrondheid van deze verzoeken na te gaan en die een ervaring terzake kunnen opbouwen;
Overwegende dat, enerzijds, de v.z.w. Pro Vélo een brochure over fietsbrigades opgesteld heeft en dat de v.z.w. Pro Vélo vormingen in 2001 gepland heeft op initiatief van de federale regering;
Overwegende dat opdat het initiatief zou voortgezet worden en de stadswachters hun opdracht doeltreffend zouden kunnen vervullen, het materiaal professioneel dient te zijn en een minimum aan onderhoud dient te krijgen;
Op voordracht van de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Openbare Werken en Vervoer;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De Regering kan, binnen de perken van de begrotingskredieten, aan elke gemeente die daartoe een aanvraag indient, een toelage toekennen voor de aankoop van de eerste uitrusting voor de stadswachters bij de oprichting van een fietsbrigade.
Art. 2.Een toelage van maximaal 14.900 EUR, kan worden toegekend aan de gemeente die een fietsbrigade opricht op haar grondgebied. Deze toelage heeft betrekking op en de aankoop van fietsen en hun toebehoren, alsook in voorkomend geval van aangepaste kleren. Ze bedraagt 80 % van de kostprijs van de uitrusting. Zelfs in geval van de oprichting van verschillende fietsbrigades per gemeente, kan er slechts een enkele toelage toegekend worden per gemeente.
Het project van de fietsbrigade moet de oprichting inhouden van een groep vrijwilligers bestaande uit minstens 6 personen. Deze ploeg kiest het type uitrusting en neemt deel aan de samenstelling van het overeenstemmend bestek.
Zij stelt de eigen doelstellingen vast alsook een methode van werken en optreden om haar troeven te maximaliseren, dit in overleg met haar hiërarchische overheid.
Art. 3.Elke aanvraag om een toelage gaat vergezeld van de hierna volgende bescheiden, in drievoud opgesteld en gericht aan het Bestuur Uitrusting en Vervoer - Directie Vervoerbeleid - CCN - Vooruitgangstraat 80, bus 1, 1030 Brussel 1. de met redenen omklede beslissing van de Gemeenteraad betreffende de oprichting van een fietsbrigade.In de beslissing geeft de Gemeente de hoedanigheid aan van het in deze brigade aangestelde personeel en de algemene doelstellingen. 2. het handvest van oprichting van de fietsbrigade met de intentieverklaringen van de vrijwilligers en de specifieke doelstellingen van de brigade, alsook de goedkeuring van het bestek en van de raming voor de aankoop van het materiaal dat gesubsidieerd dient te worden. Dit handvest moet ondertekend zijn door de Burgemeester van de gemeente. 3. Naar aanleiding van dit handvest verbindt de gemeente zich ertoe om de zes maanden een evaluatierapport voor te leggen inzake het reële gebruik van de fietsen, de waargenomen opdrachten, een beoordeling van de fiets als vervoermiddel om deze opdrachten te vervullen en allerlei suggesties ter verbetering van de werking van deze brigades. Een kopie van dit rapport is bestemd voor de gewestelijke administratie.
In de volgorde waarin de aanvragen bij het Bestuur worden ingediend worden deze onderzocht en wordt eventueel, binnen de perken van de gewestelijke begrotingskredieten, een toelage toegekend.
Art. 4.De toelage wordt na overlegging van de facturen van de aankoop van de fietsen, hun toebehoren, en de aangepaste kleren gestort.
De gemeente bepaalt de voorwaarden voor het onderhoud van het materiaal; de toelage dekt evenwel enkel de kosten van de eerste investering.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6.De Minister, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, is belast met de uitvoering van dit besluit, voor wat zijn bevoegdheden betreft en binnen de perken van zijn begrotingsvastleggingen.
Brussel, 7 maart 2002.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stedelijke Vernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. DE DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT