gepubliceerd op 09 november 2001
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 september 2001 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
20 SEPTEMBER 2001. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 september 2001 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 40;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het akkoord van de Minister van Openbaar Ambt van 19 september 2001;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzaak;
Overwegende dat het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met terugwerkende kracht in werking treedt met ingang van 1 maart 2001;
Overwegende dat, krachtens artikel 14 van voormeld Regeringsbesluit van 19 juli 2001, de directieraad van de betrokken instellingen van openbaar nut bestaat uit de leidende ambtenaren en de ambtenaren van rang A4;
Overwegende dat de directieraad, krachtens bovengenoemd artikel, kan worden aangevuld met ambtenaren van rang A3 aangeduid door de benoemende overheid;
Overwegende dat de ambtenaren die titularis waren van de graden van rang 13, 14 en 15 voor de inwerkingtreding van voormeld besluit van de regering van 19 juli 2001, met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2001, titularis van de graad van rang A3 zijn geworden naar aanleiding van de omzetting van de graden;
Overwegende dat, in de instellingen van openbaar nut bedoeld in voormeld besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001, sommige ambtenaren van rang 13, 14 en 15 deel uitmaakten van de directieraad voor 1 maart 2001;
Overwegende dat bovengenoemde ambtenaren nog steeds in de directieraad zetelen na de datum van 1 maart 2001;
Overwegende dat, rekening houdend met de terugwerkende kracht van voormeld besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001, de ambtenaren van rang 13, 14 en 15 die deel uitmaakten van de directieraad en er nog steeds in zetelen na voormelde datum, bij wijze van overgangsmaatregel en met terugwerkende kracht, dienen te worden gehandhaafd als lid van voormelde raad;
Overwegende dat deze maatregel onontbeerlijk is om de rechtsgeldigheid van de sinds 1 maart 2001 aangenomen beslissingen en akten te bevestigen door de genoemde directieraad; dat het onontbeerlijk is deze maatregelen zonder verwijl te nemen;
Op voordracht van de Minister en de Staatssecretaris bevoegd voor Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Een artikel 464bis wordt ingevoegd in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, luidend als volgt : «
Art. 464bis.Bij wijze van overgangsmaatregel, blijven de ambtenaren van rang 13, 14 en 15 die, voor de inwerkingtreding van dit besluit, lid waren van de directieraad van de instelling waartoe ze behoren, deel uitmaken van de directieraad vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit als drager van hun nieuwe graad van rang A3.
Deze overgangsmaatregel geldt tot de aanduiding van de ambtenaren van rang A3 per instelling in toepassing van artikel 14 van dit besluit.
De beslissingen die de directieraad waarvan de leden werden aangeduid overeenkomstig het eerste lid van dit artikel en overeenkomstig artikel 14 van dit besluit, heeft aangenomen sinds de datum van inwerkingtreding van dit besluit, worden geacht rechtsgeldig te zijn genomen. ».
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2001.
Art. 3.De Minister en de Staatssecretaris bevoegd voor Ambtenarenzaken worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 september 2001.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. DELATHOUWER