gepubliceerd op 09 maart 2001
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitstel voor twee jaren van de verhoging, voorzien in artikel 23, § 3, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
23 NOVEMBER 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitstel voor twee jaren van de verhoging, voorzien in artikel 23, § 3, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering Gelet op de ordonnantie van 9 september 1993 houdende de wijziging van de Huisvestingscode voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en betreffende de sociale huisvestingssector, inzonderheid op de artikelen 3, 4, 5, en 6.
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, inzonderheid op artikel 23, gewijzigd bij artikel 10 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 maart 1997.
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 september 1999 houdende uitstel voor een jaar van de verhoging, voorzien in artikel 23, § 3, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen.
Gelet op het advies van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij van 14 november 2000.
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1.
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die is gewettigd omdat de berekeningswijze van de huurprijzen, verschuldigd in toepassing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen zo vroeg mogelijk over de verordenende gegevens moeten beschikken om de inwerkingtreding van de nieuwe berekening van de huurprijzen vanaf 1 januari 2001 toe te laten.
Overwegende dat aanpassingen noodzakelijk zijn teneinde sommige gevolgen van de uitvoering van artikel 10 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 maart 1997 tot wijziging van het besluit van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen te matigen.
Overwegende dat deze gevolgen vanaf 1 januari 2001 versterkt zullen worden indien de voornoemde wetgeving niet gewijzigd wordt en nadelig kunnen zijn voor talloze sociale huurders die ze ondergaan.
Overwegende de denkoefening die momenteel algemeen in de sector van de sociale huisvesting en meer specifiek in de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij gevoerd wordt over de weerslag van de solidariteitsbijdrage voor de betrokken huurders en openbare vastgoedmaatschappijen.
Overwegende dat het regeerakkoord bepaalt dat een afschaffing van een maximum-huurbedrag het optermijn mogelijk maakt de solidariteitsbijdragen af te schaffen.
Overwegende dat die afschaffing van het maximum een grondige studie vereist, verbonden aan de samenstelling van een technisch kadaster van de sociale woningen,Besluit : Enig artikel. De verhoging van het percentage zoals bepaald in artikel 23, § 3, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt voor het jaar 2001 uitgesteld tot het jaar 2002.
Brussel, 23 november 2000.
De Minister-Voorzitter, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Staatssecretaris belast met Huisvesting, A. HUTCHINSON