6 MEI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangaande de onteigening van terreinen op het grondgebied van de gemeenten Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993 en 16 juli 1993, inzonderheid de artikelen 6 § 1, X, 1° en 79;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, inzonderheid op artikel 38;

Gelet op de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 februari 1990 betreffende de onteigeningen van openbaar nut doorgevoerd of toegestaan door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve;

Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening van openbaar nut en in het bijzonder het artikel 5;

Op voordracht van de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Verkeer, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld bij artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Overwegende dat het Gewestelijk Bestemmingsplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat op 16 juli 1998 door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering werd goedgekeurd, de uitvoering voorziet van de uitbreiding van de lijn nr. 2 van de metro tussen de stations « CLEMENCEAU » en « BEEKKANT »;

Overwegende dat deze uitbreiding, naast de plaatselijke bediening van de doorkruisde wijken, ook een snelle en efficiënte verbinding zal verzekeren tussen het Zuidstation en het Heizelplateau;

Overwegende dat de groeiende mobiliteitsproblemen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de uitvoering vereisen van deze werken, en dit zonder verwijl;

Overwegende dat het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de budgettaire programmatie van deze investering voor de jaren 1999-2000 voorziet; is het onontbeerlijk, ten algemenen nutte, onmiddellijk bezit te nemen van de gronden gelegen op het grondgebied van de gemeenten Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek vereist voor de uitvoering van de uitbreiding van de lijn nr. 2 van de metro tussen de stations « CLEMENCEAU » en « BEEKKANT » en aangeduid op het plan nr. 5006/43B in bijlage.

Art. 3.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Verkeer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 mei 1999.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering De Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister bevoegd voor Economie, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Vervoer, H. HASQUIN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld