Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999
gepubliceerd op 22 oktober 1999

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het toezicht op het naleven van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake leefmilieu

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1999031280
pub.
22/10/1999
prom.
20/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/20/1999031280/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 MEI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het toezicht op het naleven van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake leefmilieu


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek;

Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882;

Gelet op de wet van 28 december 1931 op de bescherming van aan particulieren behorende bossen en wouden;

Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;

Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de grondwateren;

Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud;

Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 betreffende de bescherming van de wilde fauna en betreffende de jacht;

Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende het behoud en de bescherming van de natuur;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

Gelet op de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving;

Gelet op de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de beoordeling en de verbetering van de luchtkwaliteit;

Gelet op de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 november 1993 betreffende het toezicht op het naleven van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake leefmilieu;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 29 april 1999;

Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 17 mei 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het regeringsbesluit van 23 november 1993 betreffende het toezicht op het naleven van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake leefmilieu onverwijld vervangen dient te worden om welke rechtsonzekerheid ook te vermijden die zou voortvloeien uit de niet-toepassing van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu en van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de beoordeling en de verbetering van de luchtkwaliteit;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Besluit :

Artikel 1.De personeelsleden van het Brussels Instituut voor Milieubeheer die door de leidend-ambtenaren als toezichthoudende personeelsleden zijn aangesteld, zijn ermee belast om onder de gestelde voorwaarden en volgens de procedures voorgeschreven door de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, de inbreuken op de bepalingen van de volgende wetten en ordonnanties alsook de uitvoeringsbesluiten ervan op te sporen en vast te stellen : 1° de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek;2° de jachtwet van 28 februari 1882;3° de wet van 28 december 1931 op de bescherming van aan particulieren behorende bossen en wouden;4° de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;5° de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de grondwateren;6° de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud;7° de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen;8° de ordonnantie van 29 augustus 1991 betreffende de bescherming van de wilde fauna en betreffende de jacht;9° de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende het behoud en de bescherming van de natuur.10° de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;11° de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving;12° de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de beoordeling en de verbetering van de luchtkwaliteit. De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren moeten in het bezit zijn van een legitimatiekaart waarvan het model in bijlage I bij dit besluit wordt vastgesteld.

Art. 2.De ambtenaren die bij het Gewestelijk Agentschap voor Netheid de functie van controleur uitoefenen, zijn ermee belast om onder de gestelde voorwaarden en volgens de procedures voorgeschreven door de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, de inbreuken op artikel 8 van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen op te sporen en vast te stellen.

De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren moeten in het bezit zijn van een legitimatiekaart waarvan het model in bijlage II bij dit besluit wordt vastgesteld.

Art. 3.De ambtenaren die aangesteld zijn bij de dienst A5, Grondwater, van de Algemene Inspectie van de Diensten van de Directeur-generaal van het Bestuur Uitrusting en Vervoer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijn ermee belast om onder de gestelde voorwaarden en de procedures voorgeschreven door de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, de inbreuken op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de grondwateren op te sporen en vast te stellen.

De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren moeten in het bezit zijn van een legitimatiekaart waarvan het model in bijlage III bij dit besluit wordt vastgesteld.

Art. 4.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 november 1993 betreffende het toezicht op het naleven van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake leefmilieu wordt opgeheven.

Art. 5.De Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud en Openbare Netheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 mei 1999.

De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN BIJLAGE I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 betreffende het toezicht op het naleven van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake leefmilieu.

De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN

^