gepubliceerd op 09 september 1999
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende oplegging van sociale clausules bij de toewijzing van overheidsopdrachten in het raam van de uitvoering van investeringen van openbaar nut
22 APRIL 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende oplegging van sociale clausules bij de toewijzing van overheidsopdrachten in het raam van de uitvoering van investeringen van openbaar nut
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen, inzonderheid op artikel 22, § 1, vijfde lid, 2°;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 december 1998;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 30 december 1998;
Gelet op de beraadslaging van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 januari 1999 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 maart 1999, met toepassing van artikel 84, 1e lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de aanname van dit besluit, genomen in uitvoering van de ordonnantie betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen, niet langer kan uitgesteld worden zonder ernstige achterstand te veroorzaken in de verwezenlijking van de onontbeerlijke investeringen van openbaar nut in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Op de voordracht van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Elke aanvraag om principiële instemming met de toekenning van een subsidie, genoemd in artikel 22, § 1, vijfde lid, 2°, van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen met betrekking tot een opdracht voor aanneming van werken waarvan het geraamde bedrag dertig miljoen frank of meer bedraagt, de belasting over de toegevoegde waarde niet inbegrepen, en waarvan de duur van de werkzaamheden op minstens zestig werkdagen wordt geraamd, is alleen ontvankelijk als de overeenkomst voor aanneming van werken een clausule bevat die de inschrijvers verplicht om werkzoekenden in dienst te nemen die bij de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling ingeschreven zijn.
Deze clausule wordt hierna « sociale clausule » genoemd.
Art. 2.De sociale clausule die betrekking heeft op de overheidsopdracht wordt opgesteld door de aanbestedende overheid, met inachtneming van de volgende voorwaarden : de sociale clausule beoogt de tewerkstelling van werkzoekenden tijdens de periode waarin de opdracht uitgevoerd wordt; de invoeging van een sociale clausule in een overheidsopdracht is een contractuele toegangsclausule tot de opdracht en mag niet beschouwd worden als selectie- of toewijzingscriterium voor de opdracht; enkel de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling is bevoegd om werkzoekenden voor te stellen aan de aannemende ondernemingen, die uit de voorgestelde personen een keuze moeten maken.
Art. 3.De sociale clausule wordt in de aankondiging van de overheidsopdracht vermeld.
Deze aankondiging bevat op zijn minst de volgende informatie : 1° de draagwijdte van de sociale clausule;2° het minimum aantal volledige werkdagen vervat in de sociale clausule;3° indien de opdracht meerdere loten omvat, moet vermeld worden voor welke loten de sociale clausule van toepassing is.
Art. 4.De sociale clausule wordt vermeld in de administratieve bepalingen van het bestek.
Art. 5.De Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling wordt belast met het voorstellen van werkzoekenden aan de aannemers van de betrokken overheidsopdrachten. De aannemers kiezen uit een lijst van werkzoekenden die aan de vereiste criteria voldoen.
Art. 6.De Regering kan een afwijking toestaan voor het opleggen van een sociale clausule voor elke opdracht waarvoor een beroep gedaan moet worden op zeer gespecialiseerd en hooggeschoold personeel.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1999.
Art. 8.Dit besluit is niet van toepassing op overheidsopdrachten voor werken waarvan de voorwaarden vóór de inwerkingtreding van dit besluit werden goedgekeurd door de aanbestedende overheid.
Art. 9.De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 april 1999.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-Voorzitter, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE