gepubliceerd op 09 juli 1999
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 december 1988 tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone oppervlaktewateren en in de openbare riolen, van afvalwater afkomstig van de sector van asbest
4 MAART 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 december 1988 tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone oppervlaktewateren en in de openbare riolen, van afvalwater afkomstig van de sector van asbest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op richtlijn 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 december 1988 tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone oppervlaktewateren en in de openbare riolen, van afvalwater afkomstig van de sector van asbest;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 13 mei 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de adviesaanvraag binnen een termijn van een maand die op 16 juni 1998 aan de Raad van State werd gestuurd, zonder gevolg is gebleven;
Dat, wegens de niet-inwerkingtreding van de besluiten door het uitblijven van het advies van de Raad van State binnen de hem wettelijk toegemeten termijn, de Europese Commissie een gemotiveerd advies aan België betekend heeft;
Dat de dringende noodzakelijkheid, die reeds in juni 1998 aan de orde was, nu zodanig toegenomen is dat de inwerkingtreding van dit besluit niet langer meer kan worden uitgesteld;
Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1 wordt als volgt aangevuld : « De lozingen van afvalwater afkomstig van de installaties waarvoor de in hoofdstuk II, III en IV voorziene grenswaarden van toepassing zijn, worden regelmatig en ten minste eenmaal per jaar gemeten. »
Art. 2.Artikel 4 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Het afvalwater afkomstig van de productie van asbestpapier of -karton wordt gerecycleerd. De lozing van afvalwater dat niet meer dan 30 gram zwevende deeltjes per kubieke meter water bevat, wordt echter toegestaan tijdens de gewone reinigings- en onderhoudswerkzaamheden van de fabriek.
Het vloeibaar afval afkomstig van de andere inrichtingen van subsector 1 wordt niet beschouwd als afvalwater. »
Art. 3.Een artikel 4bis, luidend als volgt, wordt in hoofdstuk III ingevoegd : « Het afvalwater afkomstig van de fabricage van asbestcement wordt gerecycleerd, tenzij wanneer bewezen is dat recycling economisch niet uitvoerbaar is. In dergelijke gevallen zijn de volgende artikelen van toepassing. »
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 maart 1999.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN