Etaamb.openjustice.be
Beschikking
gepubliceerd op 03 mei 2024

Afwijking op artikel 68, § 1, 1° en 2° en artikel 88, § 1, 1° van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud betreffende het vangen van in het wild levende beschermde vogelsoorten om (...) AANHEF : Overwegende de aanvraag van dinsdag 16 januari 2024 waarbij de heer Didier Vangeluwe ee(...)

bron
leefmilieu brussel
numac
2024004142
pub.
03/05/2024
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

LEEFMILIEU BRUSSEL


Afwijking op artikel 68, § 1, 1° en 2° en artikel 88, § 1, 1° van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna `de Ordonnantie' genoemd) betreffende het vangen van in het wild levende beschermde vogelsoorten om ze te ringen op het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het gebruik van verboden vangstmiddelen AANHEF : Overwegende de aanvraag van dinsdag 16 januari 2024 waarbij de heer Didier Vangeluwe een afwijking vraagt in naam van de erkende medewerkers-ringers van het Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Operationele Directie Natuurlijk Milieu, BeBirds - Belgisch Ringwerk, Vautierstraat 29, 1000 Brussel, om in het wild levende beschermde vogelsoorten te vangen en te houden in de zin van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud en verboden vangstmiddelen te gebruiken;

Gelet op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, meer in het bijzonder haar artikelen 68, § 1, eerste en tweede lid, 83, § 1, 84, 85 en 88, § 1er, eerste lid;

Overwegende het gunstig advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 1 maart 2024 met inachtneming van bijzondere voorwaarden;

Overwegende dat de aanvraag een afwijking beoogt voor alle beschermde vogelsoorten die in het wild op het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest leven.

Overwegende dat de afwijking zal toelaten de wilde vogelpopulaties te volgen, en in het bijzonder de verplaatsingen, op basis van het individueel merken van de specimens in het kader van een programma dat op Europees niveau wordt gevoerd (sinds 1927 georganiseerd in België);

Overwegende het verbod om invasieve exotische soorten bewust te introduceren, te herintroduceren of vrij te laten in de natuur in de zin van artikel 77 van de ordonnantie van 1 maart 2012 en de verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 22 oktober 2014;

Overwegende dat het individueel merken het mogelijk zal maken te beschikken over informatie betreffende de dynamiek van de populaties, de verplaatsingen en de migratiewijzen (met inbegrip van de evolutie van deze gedragingen in functie van de evolutie van de omgeving, de weersomstandigheden en het klimaat);

Overwegende dat dit initiatief ook zal toelaten toezicht uit te oefenen op opkomende virussen, zoals het griep-, West Nile-, Newcastle- en Usutuvirus;

Overwegende dat de medewerkers-ringers voor wie deze afwijking wordt aangevraagd gediplomeerd zijn en allen minstens 2 jaar stage hebben gelopen onder toezicht van een ervaren medewerker, gevolgd door een examen;

Overwegende dat de vangmethode toelaat het storen van de specimens zoveel mogelijk te beperken en dat hun manipulatie en het ringen verlopen volgens een strikte procedure die opgesteld werd door het Belgisch Ringwerk;

Overwegende dat het houden wordt beperkt tot de tijd die nodig is voor het ringen, aangezien de vogel onmiddellijk wordt vrijgelaten;

Overwegende dat er geen andere toereikende oplossing bestaat om deze doelen te bereiken;

Overwegende dat de maatregel direct noch indirect nadelig is voor het behoud of herstel in een gunstige staat van instandhouding van de populaties van de betrokken soorten in hun natuurlijk verspreidingsgebied, en dat de integriteit van de Natura 2000-gebieden niet dreigt te worden aangetast door de nagestreefde doelstellingen en de gebruikte methoden;

Overwegende dat deze aanvraag voor afwijking op de verbodsbepalingen beoogd in artikel 68, § 1, 1° en 2°, 88, § 1, 1° in het belang is van de gezondheid, de bescherming van de wilde dier- en plantensoorten, onderzoeks- en onderwijsdoelstellingen heeft en als doel heeft de vangst of het houden van een beperkt en door de bevoegde autoriteiten gespecificeerd aantal van bepaalde specimens mogelijk te maken met het oog op de nagestreefde doelstellingen;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van donderdag 14 april 2016 tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000001: `Het Zoniënwoud met bosranden en aangrenzende beboste domeinen en de Vallei van de Woluwe - complex Zoniënwoud - Vallei van de Woluwe';

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 september 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/09/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015031645 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000002 : "Bossen en open gebieden in het zuiden van het Brussels Gewest - complex Verrewinkel - Kinsendaal" sluiten tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000002: `Bossen en open gebieden in het zuiden van het Brussels Gewest - complex Verrewinkel - Kinsendaal';

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 april 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/04/2016 pub. 28/04/2016 numac 2016031305 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000003: "Bosgebieden en vochtige gebieden van de Molenbeekvallei in het noordwesten van het Brussels Gewest" sluiten tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000003: `Bossen en vochtige gebieden van de Molenbeekvallei in het noordwesten van het Brussels Gewest';

Overwegende op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 oktober 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 25/10/2018 pub. 22/11/2018 numac 2018032167 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende een toezichtsschema voor de monitoring van de staat van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten betreffende een toezichtschema voor de monitoring van de staat van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;

Overwegende de overzichten van 2022 en 2023 die ontvangen zijn over de toepassing van de voorafgaande afwijking waarvan de doelstelling identiek was;

BESLISSING: Leefmilieu Brussel-BIM keurt de volgende afwijkingen goed, mits de onderstaande voorwaarden in acht worden genomen: - artikel 68, § 1, 1° : de in het wild levende beschermde vogelsoorten vangen; - artikel 68, § 1, 2° : de in het wild levende beschermde vogelsoorten houden gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor het ringen; - artikel 88, § 1, 1° : de volgende vangstmiddelen gebruiken: O Japanse netten O fuiken O verticale en platte netten O vallen binnen de grenzen van de door BeBirds opgestelde procedures, op het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Deze beslissing is individueel, persoonlijk en niet-overdraagbaar.

Deze beslissing moet tijdens elke controle kunnen worden voorgelegd.

Voorwaarden : Betrokken dier- en/of plantensoort(en): alle in het wild levende beschermde vogelsoorten.

Periode waarvoor de afwijking wordt toegestaan: van 15 maart 2024 tot en met 31 januari 2026;

Plaats waar de afwijking kan worden uitgeoefend: het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Gebruikte middelen, installaties en methodes: - De vangst, het manipuleren en het ringen van de vogels is strikt gebonden aan de ad-hocprocedure van het Belgisch Ringwerk. - De ringer is verantwoordelijk voor het manipuleren van de gevangen vogels. Hij moet alle nodige maatregelen te treffen om het ringen perfect georganiseerd en vlot te laten verlopen om aldus de veiligheid van de vogels te garanderen. - Het manipuleren van vogels mag niet langer duren dan nodig en dient in een geordende volgorde te gebeuren. De vogels moeten zo snel mogelijk opnieuw worden vrijgelaten in de natuur.

Bestemming van de gejaagde en/of gevangen en/of gedode dieren en hun eventuele stoffelijk overschot: - de gevangen dieren worden onmiddellijk na het ringen vrijgelaten, waarbij voorrang wordt gegeven aan de meest gevoelige en zwakste individuen.

Bijzondere voorwaarden: - De medewerkers-ringers die in deze beslissing worden vermeld, moeten de toegekende afwijkingen altijd bij zich hebben voor het geval ze worden gecontroleerd. - In afwachting dat ze geringd worden, mogen vogels niet in zakken of bakken bewaard worden waarvan het grootste gedeelte uit plastiek bestaat. Er wordt een uitzondering gemaakt voor pluimveemanden. De zakken of dozen waarin de vogels worden geplaatst moeten schoon, droog, perfect verlucht en qua grootte aangepast zijn aan de gevangen vogels. - Het aantal vogels dat in elke zak of doos wordt geplaatst, moet zorgvuldig worden overwogen om ervoor te zorgen dat de vogels voldoende ruimte hebben en niet te lijden hebben onder de hitte. - De zakken en dozen waarin de vogels worden geplaatst, moeten worden beschermd tegen zonlicht en regen. - De zakken waarin de vogels worden geplaatst, moeten altijd worden opgehangen en uit elkaar staan. Vogels van verschillende groottes en soorten mogen niet in dezelfde zak of doos gezet worden. - Als er in korte tijd een groot aantal vogels gevangen wordt, is het essentieel om een systeem op te zetten waarbij de gevoeligste soorten en de zwakste individuen eerst geringd en vrijgelaten worden. - Als ze uit het nest worden gehaald om geringd te worden, mogen de pulli nooit vrij op de grond gelegd worden. Indien nodig moeten ze samen in een zak of doos worden geplaatst. - Om te worden gewogen, moeten de vogels in een zak of doos worden geplaatst die op de weegschaal wordt gezet of aan de haak van de weegschaal wordt bevestigd. In geen geval mag een vogel gewogen worden door de haak van de weegschaal aan zijn ring te bevestigen. - Het fotograferen van vogels in de hand kan nuttig zijn voor identificatie of voor educatieve doeleinden. Dit mag echter in geen geval gebruikt worden als reden om een vogel veel langer dan normaal te houden. De foto's moeten in één sessie worden genomen, waarna de gefotografeerde vogel meteen vrijgelaten moet worden. - Om geringd te worden, mogen gevangengenomen vogels niet verder verplaatst worden dan nodig is om de rust op de vangplaats te garanderen. Ze moeten worden vrijgelaten op de plek waar ze geringd zijn. - Het ringen in het openbaar in het kader van een geplande activiteit moet altijd plaatsvinden in aanwezigheid van ten minste twee ringers.

Dit met uitzondering van ringacties bij pulli van zangvogels en nachtroofvogels. Deze mogen door één ringoperator worden uitgevoerd. - Gevangengenomen vogels mogen niet in handen worden gegeven van mensen die voor het eerst aan een ringactiviteit deelnemen. - De dieren die per ongeluk worden gedood worden snel aan Sciensano (voormalig Pasteurinstituut) bezorgd, conform de van kracht zijnde wetgeving betreffende dierenkadavers en de verwijdering ervan.

Conditions afin de minimiser un risque éventuel : - Alle voorzorgen moeten worden getroffen om het verstoren van het specimen zoveel mogelijk te beperken.

Bijkomende limieten van toepassing op de middelen, installaties en methodes die gebruikt mogen worden: Het ringen mag de fysieke integriteit van de gevangen individuen niet aantasten en geen risico vormen voor de ringer of leden van het publiek. De geautoriseerde middelen moeten worden gebruikt volgens de regels van de kunst. De plaats van opstelling, de weersomstandigheden en de bezoekfrequentie moeten perfect op elkaar zijn afgestemd. Als een ringer een vangmiddel wil gebruiken dat niet op de lijst staat, moet hij dit voorleggen aan het Belgisch Ringwerk dat, als het dat noodzakelijk acht, een aanvraag voor een afwijking zal indienen om een vangmiddel te gebruiken dat mogelijk verboden is.

Personen die bevoegd zijn om deze afwijking uit te voeren :

BRESEEL

Joachim

BRESEEL

Joachim

CARELS

Charles

CARELS

Charles

DALL'ASTA

Alexis

DALL'ASTA

Alexis

DE BOE

Jan

DE BOE

Jan

GAILLY

Philippe

GAILLY

Philippe

GOSET

Pascal

GOSET

Pascal

MATHEVE

Hans

MATHEVE

Hans

NINANNE

Mario

NINANNE

Mario

PANSAERS

Didier

PANSAERS

Didier

PIERRARD

Nicolas

PIERRARD

Nicolas

PONCIN

Olivier

PONCIN

Olivier

ROOSELAER

Edwin

ROOSELAER

Edwin

STRUBBE

Diederik

STRUBBE

Diederik

TEERLYNCK

Hervé

TEERLYNCK

Hervé

VANBOCHAUTE

Hugo

VANBOCHAUTE

Hugo

VANGELUWE

Didier

VANGELUWE

Didier

VANHASSEL

Edwig

VANHASSEL

Edwig

VANTIEGHEM

Pieter

VANTIEGHEM

Pieter


Controle : Leefmilieu Brussel is bevoegd om de naleving van de voorwaarden van deze afwijking te controleren en te bepalen of aan alle vereiste voorwaarden voldaan is.

De begunstigde van de afwijking dient bij Leefmilieu Brussel een verslag in over de uitvoering van deze afwijking en dat binnen een termijn van 3 maanden, te tellen vanaf de volledige uitvoering van de toegestane afwijking. Dit verslag in Excel-bestand zal het volgende bevatten: de geïnventariseerde soorten, hun exacte aantal of een raming van de aantallen, de gebieden waar ze werden gevangengenomen of geobserveerd, een vermelding van de dierensoorten van communautair en gewestelijk belang die door een ongeval zijn omgekomen, de datum en de plaats van hun observatie of gevangenneming die zo nauwkeurig mogelijk wordt weergegeven in Lambertcoördinaten 1972.

Beroep Bij betwisting van deze beslissing kan beroep worden aangetekend bij het Milieucollege, C.C.N. - Kunstberg 10-13, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 89, § 1 van de ordonnantie. U beschikt over een termijn van 30 dagen, te tellen vanaf deze kennisgeving, om via aangetekend schrijven beroep aan te tekenen.

Benoit Willocx Directeur - Diensthoofd Barbara DEWULF Adjunct-Directrice-generaal

^