gepubliceerd op 23 juni 2017
Rechterlijke orde Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Unie tot benoeming van een rechter en een plaatsvervangende rechter in het Benelux Gerechtshof. M 8 Het Benelux Comité van Ministers, Gelet op het artikel 3, (...) Constaterend dat de wijziging in de samenstelling van het Benelux-Gerechtshof onverlet laat de beno(...)
Rechterlijke orde Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Unie tot benoeming van een rechter en een plaatsvervangende rechter in het Benelux Gerechtshof. M (2017) 8 Het Benelux Comité van Ministers, Gelet op het artikel 3, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, ondertekend te Brussel op 31 maart 1965, zoals gewijzigd door het op 15 oktober 2012 te Luxemburg ondertekende Protocol, Constaterend dat de wijziging in de samenstelling van het Benelux-Gerechtshof onverlet laat de benoemingen die het Benelux Comité van Ministers vóór de inwerkingtreding van het Protocol van 15 oktober 2012 heeft gedaan, Op voordracht van de ministers van Justitie van de drie Benelux-landen, HEEFT HET VOLGENDE BESLIST : Artikel. 1.
Zetelen als raadsheer in het Benelux-Gerechtshof : a) Voor het Koninkrijk België : 1.Ridder de Codt J., eerste voorzitter van het Hof van Cassatie; 2. De heer Dirix E., afdelingsvoorzitter in het Hof van Cassatie; 3. De heer Fettweis A., afdelingsvoorzitter in het Hof van Cassatie. b) Voor het Groothertogdom Luxemburg : 1.De heer Santer G., honorair president van het Cour supérieure de Justice; 2. Mevrouw Folscheid I., honorair vicepresident van het Cour supérieure de Justice; 3. De heer Wiwinius J.-C., president van het Cour supérieure de Justice. c) Voor het Koninkrijk der Nederlanden : 1.De heer Numann E.J., vicepresident van de Hoge Raad der Nederlanden; 2. Mevrouw van Buchem-Spapens A.M.J., raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden; 3. De heer Streefkerk C.A., raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden.
Art. 2.
Zetelen als plaatsvervangend raadsheer in het Benelux-Gerechtshof : a) Voor de Koninkrijk België : 1.De heer Maffei P., voorzitter van het Hof van Cassatie; 2. De heer Dejemeppe B., raadsheer in het Hof van Cassatie; 3. Mevrouw Deconinck B., afdelingsvoorzitter in het Hof van Cassatie; 4. De Smetryns A., afdelingsvoorzitter in het Hof van Cassatie. b) Voor het Groothertogdom Luxemburg : 1.De heer Edon N., vicepresident van het Cour supérieure de Justice; 2. Mevrouw Eicher E., kamerpresident in het Cour d'appel ; 3. De heer Delaporte F., président van het Cour administrative. c) Voor het Koninkrijk der Nederlanden : 1.Mevrouw Splinter-van Kan H.A.G., raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden; 2. De heer Heisterkamp A.H.T., raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden; 3. De heer Polak M.V., raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden.
Art. 3.
Zetelen als rechter in het Benelux-Gerechtshof : a) Voor het Koninkrijk België : 1.Mevrouw Carlier M.-F., raadsheer in het hof van beroep te Brussel; 2. De heer Granata S., raadsheer in het hof van beroep te Antwerpen. b) Voor het Groothertogdom Luxemburg : 1.De heer Reiffers M., kamerpresident in het Cour d'appel; 2. Mevrouw Pauly O., kamerprésident in het Cour d'appel. c) Voor het Koninkrijk der Nederlanden : 1.Mevrouw Kiers-Becking A.D., senior raadsheer in het Gerechtshof Den Haag; 2. De heer Bonneur M.Y., senior raadsheer in het Gerechtshof Den Haag.
Art. 4.
Zetelen als plaatsvervangend rechter in het Benelux-Gerechtshof : a) Voor het Koninkrijk België : 1.Mevrouw Herregodts E., raadsheer in het hof van beroep te Brussel; 2. Mevrouw Vanderstichele G., raadsheer in het hof van beroep te Gent. b) Voor het Groothertogdom Luxemburg : 1.De heer Calmes P., kamerpresident in het Cour d'appel; 2. Mevrouw Meyer M.-L., eerste raadsheer in het Cour d'appel. c) Voor het Koninkrijk der Nederlanden : 1.Mevrouw Kalden R., teamvoorzitter in het Gerechtshof Den Haag; 2. De heer Schaafsma S.J., raadsheer in het Gerechtshof Den Haag.
Art. 5.
Het Parket van het Benelux-Gerechtshof is samengesteld uit : a) De volgende advocaten-generaal : 1.Voor het Koninkrijk België : de heer Henkes A., eerste advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie; 2. Voor het Groothertogdom Luxemburg : de heer Petry J., eerste advocaat-generaal bij het Parquet général; 3. Voor het Koninkrijk der Nederlanden : de heer Langemeijer F.F., plaatsvervangend procureur-generaal bij het Hoge Raad der Nederlanden. b) De volgende plaatsvervangende advocaten-generaal : 1.Voor het Koninkrijk België : de heer Thijs D., procureur-generaal bij het Hof van Cassatie; 2. Voor het Groothertogdom Luxemburg : de heer Harpes M., advocaat-generaal bij het Parquet général; 3. Voor het Koninkrijk der Nederlanden : de heer Timmerman L., advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden.
Art. 6. 1. Ten aanzien van de in onderhavige beschikking bedoelde magistraten gelden de beschikkingen M (2006) 3, M (2008) 3, M (2011) 1, M (2011) 3, M (2011) 5, M (2011) 8, M (2012) 6, M (2012) 7, M (2012) 8, M (2012) 9, M (2013) 4, M (2014) 7, M (2014) 15, M (2015) 11, M (2016) 5 en M (2017) 3 onverkort, met dien verstande dat zij geacht worden te zijn vastgesteld ter benoeming van de desbetreffende magistraten in de functies in het Benelux-Gerechtshof als bedoeld in onderhavige beschikking.2. Voor het overige worden de in onderhavige beschikking bedoelde magistraten in de hun betreffende functies benoemd door middel van onderhavige beschikking.
Art. 7.Deze beschikking treedt in werking op de dag van de ondertekening Gedaan te Den Haag, op 26 april 2017.
De Voorzitter van het Benelux Comité van Ministers, (Get.) Boenders B.