Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 28 maart 2019
gepubliceerd op 05 april 2019

Ordonnantie houdende de bepalingen betreffende het beheer van de verbintenissen die worden gewaarborgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019011412
pub.
05/04/2019
prom.
28/03/2019
ELI
eli/ordonnantie/2019/03/28/2019011412/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 MAART 2019. - Ordonnantie houdende de bepalingen betreffende het beheer van de verbintenissen die worden gewaarborgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegnheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. HOOFDSTUK II . - Definities

Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie dient te worden verstaan onder : 1° Gewest : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;2° Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ;3° Verzoekende entiteit : entiteit die een aanvraag heeft ingediend om de waarborg te genieten voor een bepaalde verbintenis ;4° Begunstigde entiteit : entiteit waarvan een bepaalde verbintenis wordt gewaarborgd door het Gewest ;5° Waarborg : waarborg toegekend door het Gewest aan een schuldeiser naar aanleiding van de vraag van een verzoekende entiteit. HOOFDSTUK III . - Doelstellingen

Art. 3.Het Gewest stelt zich tot doel de risico's te beheersen die zijn verbonden aan de verbintenissen die het waarborgt. Deze ordonnantie beoogt een driepartijenrelatie waarbij een verbintenis van een entiteit door het Gewest gewaarborgd wordt ten aanzien van een gewaarborgde schuldeiser.

Om dat doel te bereiken worden met deze ordonnantie volgende maatregelen ingevoerd : a) er wordt een gestandaardiseerde procedure bepaald voor de waarborgen die door de Regering verleend kunnen worden op basis van een machtiging vervat in een ordonnantie ;b) van elke verzoekende entiteit wordt het risicoprofiel opgemaakt ;c) van de begunstigde entiteiten wordt een vergoeding gevraagd op basis van hun risicoprofiel ;d) het Gewest zal het daadwerkelijk gebruik van de waarborg door de begunstigde entiteit controleren ;e) de begunstigde entiteiten worden opgevolgd om hun risicoprofiel bijgewerkt te houden. HOOFDSTUK IV. - Toepassingsgebied

Art. 4.§ 1. Deze ordonnantie is van toepassing op entiteiten die krachtens een begrotingsordonnantie of krachtens een wetgevende of regelgevende grondtekst die een dergelijke waarborg toekennen, een gewestelijke waarborg kunnen genieten.

Deze entiteiten moeten overheidsbedrijven zijn die tot de non-profitsector behoren of opdrachten van algemeen belang vervullen. § 2. Als de toekenning van de waarborg staatssteun als bedoeld in artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zou kunnen uitmaken, bezorgt de Regering het dossier aan de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. § 3. De Regering bepaalt de procedure die moet toelaten na te gaan of de toekenning van een waarborg al dan niet staatssteun zou kunnen uitmaken als bedoeld in artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. HOOFDSTUK V. - Toekenningsprocedure en voorwaarden van de waarborg

Art. 5.De waarborg wordt na machtiging door het Parlement toegekend door de Regering.

Art. 6.§ 1. De Regering stelt de toekenningsprocedure van de waarborg vast. § 2. Deze procedure dient ten minste het volgende te omvatten : a) de verzoekende entiteit moet een aanvraag indienen waarin de essentiële gegevens van de te waarborgen verbintenis meegedeeld worden ;b) deze aanvraag maakt het voorwerp uit van een analyse door de diensten van de Regering met het oog op het bepalen van het risicoprofiel van de verzoekende entiteit.Dit risicoprofiel wordt opgesteld aan de hand van een objectieve methodologie die van toepassing is op alle verzoekende entiteiten ; c) de verzoekende entiteit mag zekerheden verlenen ten gunste van het Gewest om haar risicoprofiel te verbeteren ;d) de Regering beslist de waarborg al dan niet toe te kennen aan de verzoekende entiteit op basis van de analyse verricht door de diensten van de Regering, alsook op basis van de beslissing van de Europese Commissie bij toepassing van artikel 4, § 2. § 3. De verzoekende entiteit deelt aan de Regering de voorwaarden en modaliteiten van de te waarborgen verbintenis mee zodra die gekend zijn. De verzoekende entiteit mag de te waarborgen verbintenis slechts aangaan met voorafgaande toestemming van de Regering.

Art. 7.De waarborg beantwoordt aan volgende voorwaarden : 1° De waarborg betreft een welbepaalde, door de verzoekende entiteit aan te gane verbintenis.2° Voornoemde verbintenis kan de vorm aannemen van : a) financieringsverrichtingen ;b) derivaten ;c) vorderingen ;d) specifieke programma's of projecten ;e) elke andere verrichting met een financieel aspect.3° Deze verbintenis moet aangegaan zijn in het kader van een onderliggend project.4° De duur van de waarborg mag de duur van de gewaarborgde verbintenis niet overschrijden.5° De waarborg dient beperkt te zijn tot een bepaald of bepaalbaar bedrag dat de waarde van de gewaarborgde verbintenis niet mag overschrijden.6° Derivaten kunnen slechts gewaarborgd worden voor zover ze gekoppeld zijn aan een onderliggende financiering.Optionele constructies ter indekking van het renterisico kunnen slechts gewaarborgd worden voor zover zij opgezet worden met het oog op een risicoverlagend effect. 7° Eenmaal de waarborg is toegekend aan de begunstigde entiteit kan de gewaarborgde verbintenis slechts gewijzigd worden met de uitdrukkelijke instemming van het Gewest.Het Gewest kan zich pas uitspreken over een wijzigingsvoorstel van de gewaarborgde verbintenis nadat het risicoprofiel van de begunstigde entiteit geherevalueerd is aan de hand van de methode waarin artikel 6, § 2, b) voorziet. 8° In geval van toepassing van artikel 4, § 2, moet de waarborg zich aan de eventuele voorwaarden aanpassen die in de beslissing van de Europese Commissie worden beschreven.

Art. 8.§ 1. De waarborg wordt toegekend tegen betaling van een vergoeding. Deze vergoeding wordt berekend met inachtneming van het in artikel 6, § 2, b) bedoelde risicoprofiel van de verzoekende entiteit, de in artikel 6, § 2, c) bedoelde zekerheden die aan het Gewest verleend werden, de kenmerken van de waarborg en elk ander relevant criterium dat de Regering bepaalt. § 2. In geval van toepassing van artikel 4, § 2 wordt bij de bepaling van de vergoeding van de waarborg rekening gehouden met de beslissing van de Europese Commissie.

Art. 9.De relatie tussen het Gewest en de verzoekende entiteit moet het voorwerp uitmaken van een bilaterale overeenkomst. Deze overeenkomst vermeldt de rechten en verplichtingen van het Gewest en van de verzoekende entiteit en maakt uitdrukkelijk melding van de vergoeding voor de waarborg.

De relatie tussen het Gewest en de gewaarborgde schuldeiser moet het voorwerp uitmaken van een waarborgovereenkomst. Deze overeenkomst vermeldt de rechten en verplichtingen van het Gewest en van de gewaarborgde schuldeiser.

Art. 10.De Regering stelt de procedure vast voor het beheer van de gewaarborgde verbintenissen. Deze procedure heeft tot doel de Regering in staat te stellen de precieze voorwaarden van de te waarborgen verbintenis toe te staan. HOOFDSTUK VI. - Opvolgingsprocedure

Art. 11.§ 1. De begunstigde entiteit maakt het voorwerp uit van een opvolgingsprocedure die bestemd is om de risico's die zijn verbonden aan de toegekende waarborgen dynamisch te kunnen beheren, rekening houdend met het verloop in de tijd van die risico's. § 2. De Regering stelt de procedure vast voor het opvolgen van de begunstigde entiteiten. § 3. Deze procedure heeft als doel te voorzien in een regelmatige opvolging van het risicoprofiel van de begunstigde entiteit. Bij een betekenisvolle wijziging in het risicoprofiel van de begunstigde entiteit, kan de bilaterale overeenkomst waarin de verplichtingen van het Gewest en de begunstigde entiteit zijn opgenomen, worden aangepast.

Art. 12.De in artikel 11, § 1 en § 2, bedoelde opvolgingsprocedure is eveneens van toepassing op alle entiteiten waaraan een waarborg toegekend is vóór de inwerkingtreding van deze ordonnantie. HOOFDSTUK VII. - Beroep op de waarborg

Art. 13.De Regering stelt de procedure vast die van toepassing is ingeval een gewaarborgde schuldeiser een beroep doet op de waarborg.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 maart 2019.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2017-2018 A-724/1 Ontwerp van ordonnantie Gewone zitting 2018-2019 A-724/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 1 maart 2019.

^