Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 27 januari 2022
gepubliceerd op 14 maart 2022

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2022030535
pub.
14/03/2022
prom.
27/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 JANUARI 2022. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 2 van de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « gedeeltelijk » wordt ingevoegd tussen het woord « zet » en het woord « wat » ;2° dit artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidend : « 4° Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking).».

Art. 3.Artikel 4 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de bepalingen onder 14°, luidende : « 14° beloning : het gewone basis- of minimumloon of -salaris en alle overige voordelen in geld of in natura die de werknemer direct of indirect, uit hoofde van zijn dienstbetrekking, van zijn werkgever ontvangt. ».

Art. 4.Artikel 7, § 1 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met een lid, luidende : « Binnen de perken van het kader van het gewestelijke tewerkstellingsbeleid, wanneer voor de vaststelling van de beloning gebruik wordt gemaakt van een systeem van werkclassificatie, moet dit systeem berusten op criteria die voor mannelijke en vrouwelijke werknemers hetzelfde zijn, en zodanig zijn opgezet dat elke rechtstreekse of onrechtstreekse discriminatie op grond van geslacht is uitgesloten. ».

Art. 5.In artikel 23 van dezelfde ordonnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 2, eerste lid, 1°, worden de woorden « overeenkomstig de geldende procedures » opgeheven ;b) in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden de woorden « bij de instantie of organisatie waar de discriminatie plaatsvond » ingevoegd tussen de woorden « van de persoon » en de woorden « door een belangenvereniging » ;c) in paragraaf 2, eerste lid, 4°, wordt de bepaling aangevuld met de woorden « of een rechtsvordering ingesteld door een orgaan of een belangenvereniging in eigen naam met toestemming van de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft » ;d) in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven ;e) paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepalingen onder 5°, 6°, 7° en 8°, luidende : « 5° een klacht of melding ingediend door de betrokken persoon bij een orgaan zoals bedoeld in artikel 15 of bij een belangenvereniging zoals bedoeld in artikel 27 ;6° een melding of een aangifte gedaan of een klacht ingediend bij de met toezicht belaste ambtenaren ;7° een aangifte gedaan bij de politiediensten, een klacht met burgerlijke partijstelling ingediend bij de onderzoeksrechter of een kennisgave gedaan aan de Procureur des Konings of de arbeidsauditeur ;8° een melding gedaan of een klacht ingediend bij een dienst die toeziet op de handelingen en de werking van administratieve overheden of bestuursinstanties of die optreedt met het oog op buitengerechtelijke geschillenbeslechting.» ; f) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Om de bescherming bedoeld in § 1 te kunnen genieten moet de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft aantonen : 1° dat er een melding werd gedaan of een klacht werd ingediend of een rechtsvordering, zoals bedoeld in paragraaf 2, werd ingesteld wegens een inbreuk op deze ordonnantie ;2° dat de persoon tegen wie deze klacht is gericht of de werkgever afwist van deze melding, deze klacht of deze rechtsvordering. Deze elementen mogen met alle bewijsmiddelen aangetoond worden. » ; g) paragraaf 5 wordt vervangen als volgt : « § 5.De in dit artikel bedoelde bescherming is ook van toepassing op de personen die optreden als getuige, raadgever, verdediger of ondersteuner van de persoon in kwestie. » ; h) paragraaf 6 wordt opgeheven. Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 27 januari 2022.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2020-2021 A-417/1 Ontwerp van ordonnantie Gewone zitting 2021-2022 A-417/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 21 januari 2022

^