gepubliceerd op 20 september 1997
Ordonnantie betreffende de openbaarheid van bestuur
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
26 JUNI 1997. Ordonnantie betreffende de openbaarheid van bestuur (1)
De Verenigde Vergadering heeft aangenomen en Wij, Verenigd College, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Art. 2.Deze ordonnantie is van toepassing op de hierna opgesomde administratieve overheden : 1° de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, alsook de overheidsinstellingen gecreëerd door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;2° de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;3° de verenigingen bedoeld in hoofdstuk XII en XIIbis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Deze ordonnantie is tevens van toepassing op de andere administratieve overheden dan die bedoeld in het eerste lid, doch slechts in zoverre ze op gronden die tot de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren, de openbaarheid van bestuursdocumenten verbiedt of beperkt.
Art. 3.Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder : 1° bestuursdocument : alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt;2° document van persoonlijke aard : bestuursdocument dat een beoordeling of een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van een gedrag of van levensomstandigheden waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan berokkenen;3° Verenigd College : het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;4° administratieve overheid : een administratieve overheid bedoeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. HOOFDSTUK II. - Actieve openbaarheid
Art. 4.De voorschriften inzake actieve openbaarheid van bestuur, opgenomen in dit hoofdstuk. zijn uitsluitend van toepassing op de administratieve overheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid.
Art. 5.Elke administratieve overheid stelt een gids met de beschrijving van haar bevoegdheden en de organisatie van haar diensten ter beschikking van eenieder die erom vraagt.
De eventueel gevraagde vergoedingen voor de afgifte van het in lid 1 bedoelde document mogen de kostprijs niet overschrijden.
Art. 6.Elke briefwisseling uitgaande van een administratieve overheid vermeldt de naam, de voornaam, de hoedanigheid, het administratief adres en het telefoonnummer van degene die het dossier behandelt of meer inlichtingen kan verstrekken over het dossier.
Art. 7.Elk bestuursdocument dat een beslissing of een bestuurshandeling met individuele strekking ter kennis brengt van een bestuurde, vermeldt de eventuele beroepsmogelijkheden, de instanties bij wie het beroep moet worden ingesteld en de vormen en termijnen die moeten worden geëerbiedigd. Bij ontstentenis van deze gegevens begint de termijn voor het indienen van het beroep niet te lopen.
Art. 8.Elke administratieve overheid houdt een register bij van de opgedragen studies, die ter inzage wordt gelegd van het publiek. HOOFDSTUK III. - Passieve openbaarheid Afdeling 1. - Raadpleging van bestuursdocumenten
Art. 9.De voorschriften inzake passieve openbaarheid van bestuur zijn uitsluitend van toepassing op de administratieve overheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, behalve wat de bepalingen van artikel 12, §§ 1 en 2 betreft, welke tevens van toepassing zijn op de « andere » administratieve overheden, bedoeld in artikel 2, tweede lid.
Art. 10.Ongeacht welke persoon kan volgens de voorwaarden bepaald in deze ordonnantie, elk bestuursdocument ter plaatse inzien, dienomtrent uitleg krijgen en mededeling in afschrift ervan ontvangen.
Voor documenten van persoonlijke aard is het vereist dat de verzoeker van een belang doet blijken.
Art. 11.Inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument geschiedt op schriftelijke aanvraag, gericht aan de bevoegde administratieve overheid, ook wanneer deze het bestuursdocument in een archief heeft neergelegd.
De vraag vermeldt duidelijk de betrokken aangelegenheid en, waar mogelijk, de betrokken bestuursdocumenten.
Een aanvraag is onontvankelijk als : - zij niet door de verzoeker ondertekend is; - de naam en het adres van de verzoeker niet vermeld zijn; - zij niet preciseert op welke wijze de informatie moet worden verstrekt.
Zo een aanvraag niet ontvankelijk is, moet de administratieve overheid dit zo spoedig mogelijk aan de verzoeker laten weten, voor zover deze laatste in zijn aanvraag wordt geïdentificeerd.
Wanneer de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift is gericht tot een administratieve overheid die niet bevoegd is of niet in het bezit is van het bestuursdocument, stelt zij de verzoeker daarvan onverwijld in kennis en deelt hem de benaming en het adres mede van de overheid die, volgens de inlichtingen waarover zij beschikt, bevoegd is of houder is van het bestuursdocument.
De administratieve overheid houdt een register bij van de schriftelijke aanvragen volgens datum van ontvangst.
Art. 12.De administratieve overheid wijst de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument af, wanneer zij heeft vastgesteld dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van een van de volgende belangen : 1° de fundamentele rechten en vrijheden van de bestuurden;2° de opsporing of vervolging van strafbare feiten;3° een economisch of financieel belang van de administratieve overheden;4° de geheimhouding van de identiteit van de persoon die het document of de inlichting vertrouwelijk aan de administratieve overheid heeft meegedeeld ter aangifte van een strafbaar of strafbaar geacht feit. § 2. De administratieve overheid wijst de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument af, wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument afbreuk doet : 1° aan de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon voorafgaandelijk en schriftelijk met de inzage, de uitleg of de mededeling in afschrift heeft ingestemd;2° aan een bij ordonnantie ingestelde geheimhoudingsverplichting;3° aan het geheim van de beraadslagingen van het Verenigd College, van de overheden die van het Verenigd College afhangen of waarbij een overheid die van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie afhangt, betrokken is. § 3. De administratieve overheid mag een vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument afwijzen in de mate dat de aanvraag : 1° een bestuursdocument betreft waarvan de openbaarmaking om reden dat het document niet af of onvolledig is, tot misvatting aanleiding kan geven;2° een advies of een mening betreft die uit vrije wil en vertrouwelijk aan de overheid is meegedeeld;3° kennelijk onredelijk is;4° kennelijk te vaag geformuleerd is. § 4. Voor de toepassing van de §§ 1 tot 3 houdt de afwijzing van de vraag om mededeling in afschrift van een bestuursdocument niet noodzakelijk in dat de vraag om inzage van dit document of uitleg erover afgewezen wordt.
Art. 13.Wanneer in toepassing van artikel 10, §§ I tot 3, een bestuursdocument slechts voor een deel aan de openbaarheid moet of mag worden onttrokken, wordt de inzage, de uitleg of de mededeling in afschrift tot het overige deel beperkt.
Art. 14.Als de administratieve overheid niet onmiddellijk op een vraag om openbaarheid kan ingaan of zij die afwijst, zelfs gedeeltelijk, dan geeft zij binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de aanvraag, aan de verzoeker kennis van de redenen van het uitstel of de afwijzing.
In geval van uitstel kan de termijn nooit met meer dan vijftien dagen worden verlengd.
Bij ontstentenis van een kennisgeving binnen de voorgeschreven termijn, wordt de aanvraag geacht te zijn afgewezen.
Art. 15.Wanneer de vraag om openbaarheid betrekking heeft op een bestuursdocument waarin een auteursrechtelijk beschermd werk is opgenomen, is de toestemming van de maker of van de persoon aan wie de rechten van deze zijn overgegaan niet vereist om ter plaatse inzage van het document te verlenen of uitleg erover te verstrekken.
Een mededeling in afschrift van een auteursrechtelijk beschermd werk is enkel toegestaan met de voorafgaande toestemming van de maker of van de persoon aan wie de rechten van deze zijn overgegaan.
In ieder geval wijst de administratieve overheid op het auteursrechtelijk beschermd karakter van het betrokken werk.
Art. 16.De in toepassing van deze ordonnantie verkregen bestuursdocumenten mogen noch worden verspreid voor commerciële doeleinden, noch worden gebruikt voor commerciële doeleinden.
Art. 17.Het ontvangen van een afschrift van een bestuursdocument kan worden onderworpen aan het betalen van een bijdrage die de kostprijs niet mag overtreffen en waarvan de betrokken administratieve overheid het bedrag vaststelt. Afdeling 2. - Verbetering van onjuiste of onvolledige gegevens
Art. 18.Wanneer een persoon aantoont dat een bestuursdocument van een administratieve overheid onjuiste of onvolledige gegevens over hem bevat, is deze administratieve overheid ertoe gehouden de nodige verbeteringen aan te brengen zonder dat het de betrokkene iets kost.
De verbetering geschiedt op schriftelijke aanvraag van de betrokkene, onverminderd de toepassing van een door of krachtens om het even welke wetskrachtige norm voorgeschreven procedure.
Art. 19.Als de administratieve overheid niet onmiddellijk op een aanvraag om verbetering kan ingaan of ze afwijst, dan geeft zij binnen zestig dagen na ontvangst van de aanvraag aan de verzoeker kennis van de redenen van het uitstel of de afwijzing.
In geval van uitstel kan de termijn niet met meer dan dertig dagen worden verlengd. Bij ontstentenis van kennisgeving binnen de gestelde termijn, wordt de aanvraag geacht te zijn afgewezen.
Art. 20.Wanneer de vraag tot verbetering van een bestuursdocument is gericht tot een administratieve overheid die niet bevoegd is, stelt deze de verzoeker daarvan onverwijld in kennis en deelt zij hem de naam en het adres mee van de overheid die, naar haar informatie, daartoe bevoegd is. Afdeling 3. - Beroepsmogelijkheid
Art. 21.Er wordt een Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten opgericht.
Het Verenigd College regelt de samenstelling en de werking ervan.
Art. 22.Wanneer de verzoeker moeilijkheden ondervindt om de, inzage, uitleg, mededeling in afschrift of de verbetering van een bestuursdocument te verkrijgen op grond van deze ordonnantie, kan hij een verzoek tot heroverweging richten tot de betrokken administratieve overheid. Terzelfdertijd verzoekt hij de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten een advies uit te brengen.
De Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten brengt haar advies ter kennis van de verzoeker en van de betrokken administratieve overheid binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van het verzoek. Bij ontstentenis van kennisgeving binnen de voorgeschreven termijn wordt aan het advies voorbijgegaan.
De administratieve overheid brengt, binnen vijftien dagen na ontvangst van het advies of na verloop van de termijn waarbinnen kennis moest worden gegeven van het advies, haar beslissing tot inwilliging of afwijzing van het verzoek tot heroverweging ter kennis van de verzoeker. Bij ontstentenis van kennisgeving binnen de voorgeschreven termijn, wordt de overheid geacht een beslissing tot afwijzing te hebben genomen.
Art. 23.De Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten kan op eigen initiatief advies verstrekken over de algemene toepassing van deze ordonnantie. Zij kan aan het Verenigd College voorstellen doen in verband met de toepassing en de eventuele herziening van deze ordonnantie.
De Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten kan eveneens worden geraadpleegd door een in artikel 2 bedoelde administratieve overheid. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 24.Deze ordonnantie doet geen afbreuk aan de wetgevende bepalingen die in een ruimere openbaarheid van bestuur voorzien.
Art. 25.Het Verenigd College bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze ordonnantie.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 26 juni 1997.
Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, J. CHABERT Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, H. HASQUIN Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, D. GOSUIN Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, R. GRIJP Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld