gepubliceerd op 06 maart 2023
Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2023
23 DECEMBER 2022. - Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2023
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.De kredieten voor de ontvangsten van de begroting van de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voor het begrotingsjaar 2023 worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Bijlage 1 bevat de tabel met de ontvangsten voor rekening van derden (fiscaliteit). HOOFDSTUK 2. - Verplichte bepalingen Afdeling 1. - Algemene totalen
Art. 3.Voor het begrotingsjaar 2023 : § 1. Worden de algemene ontvangsten geraamd op : 6.465.950.000 euro, overeenkomstig Opdracht 01 van de bijgevoegde tabel. § 2. Worden de specifieke ontvangsten geraamd op: 661.429.000 euro, overeenkomstig Opdracht 02 van de bijgevoegde tabel.
Hetzij samen : 7.127.379.000 euro. Afdeling 2. - Invordering van de belastingen
Art. 4.De op 31 december 2022 bestaande belastingen ten behoeve van het Gewest worden tijdens het jaar 2023 ingevorderd volgens de wetten, ordonnanties, besluiten en tarieven die er de zetting en invordering van regelen. Afdeling 3. - Aangaan van leningen
Art. 5.De Regering wordt gemachtigd om het overschot van de uitgaven op de ontvangsten van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 2023 door leningen te dekken, met inbegrip van de hernieuwing van reeds bestaande leningen en (her)consolideringen.
Deze machtiging houdt met name de mogelijkheid in om via leningen de financieringen te dekken, toegekend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de entiteiten die de mogelijkheid hebben om schulden aan te gaan bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het kader van de begroting 2023.
Deze machtiging omvat ook de mogelijkheid leningen aan te gaan om de aankoop te financieren van titels (op korte en lange termijn) uitgegeven door gewestelijke entiteiten in het kader van het thesaurieprogramma van het Gewest.
Nieuwe leningen kunnen ook aangegaan worden voor de consolidatie van schulden op korte termijn of schulden die tijdens het jaar vervallen.
Art. 6.De Regering wordt gemachtigd om elke financiële beheersverrichting in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie en elke beheersverrichting met betrekking tot de gewestschuld uit te voeren, met inbegrip van de verrichtingen die na het begrotingsjaar 2023 van start zullen kunnen gaan.
Art. 7.De Regering wordt gemachtigd om de vervroegde terugbetaling van leningen en afgeleide producten, overeenkomstig de bepalingen van de leningovereenkomsten en de overeenkomsten voor de afgeleide producten, net zoals de in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie gerealiseerde verrichtingen inzake financieel beheer en de uitgaven die voortvloeien uit verrichtingen inzake het beheer van de gewestschuld via leningen te dekken.
Art. 8.De Regering wordt gemachtigd om rentedragende financieringsmiddelen te creëren met inbegrip van de thesauriebewijzen als bedoeld door de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen. HOOFDSTUK 3. - Andere bepalingen Afdeling 1. - Bepalingen in verband met begrotingsfondsen
Onderafdeling 1. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds « Fonds voor stedenbouw en grondbeheer » - BFB 05
Art. 9.In afwijking van punt 5° van het artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 05: 1° de ontvangsten uit de verkoop van boeken en uit de terugbetalingen van ten onrechte ontvangen subsidies in verband met stedenbouw en planning;2° de ontvangsten uit terugbetalingen van kosten en de verkoopopbrengsten die resulteren uit ambtshalve uitvoeringsmaatregelen, genomen in uitvoering van artikel 305 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO);3° de terugbetalingen door de gemeenten en OCMW's van ten onrechte ontvangen subsidies voor stadsvernieuwing;4° het bedrag van de administratieve dadingen en elk ander bedrag dat het Gewest int naar aanleiding van beslissingen van hoven en rechtbanken ten laste van overtreders van het BWRO, evenals het bedrag van administratieve boetes opgelegd aan overtreders wegens de misdrijven opgesomd in artikel 300 van het BWRO, op grond van een beslissing genomen vóór 1 januari 2016. Onderafdeling 2. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds « Fonds voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw » - BFB 06
Art. 10.In het eerste lid van het punt 6° van het artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt het vierde streepje als volgt vervangen: "- Alle andere inkomsten inzake sociale huisvesting, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten." Onderafdeling 3. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds « Fonds voor de bescherming van het milieu » - BFB 09
Art. 11.In afwijking van punt 9° van het artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt de forfaitaire bijdrage van "Fost Plus" tot de financiering van het beleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de preventie en het beheer van verpakkingsafval, eveneens toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 09.
Onderafdeling 4. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds « Fonds voor het beheer van de gewestschuld » - BFB 12
Art. 12.In het kader van de financiering van aankoopverrichtingen met betrekking tot obligatie-uitgiftes (op korte en lange termijn) uitgegeven door gewestelijke entiteiten via het obligatieprogramma van het Gewest, wordt er een specifieke afdeling opgericht binnen het begrotingsfonds BFB 12.
Deze afdeling heeft als doel de stromen van de externe financieringsverrichtingen in overeenstemming te brengen met de aankoopverrichtingen met betrekking tot de uitgiftes van de entiteiten die ze spiegelen.
Het eventuele saldo van de afdeling zal uitsluitend dienen voor het dekken van de operationele tekorten binnen de afdeling.
Art. 13.In afwijking van punt 12° van het artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van de "fees" die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevraagd worden aan de instanties die financiële operaties wensen aan te gaan waarvoor ze de gewestwaarborg vragen, eveneens toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 12.
De waarborgfees worden binnen het Fonds voor het beheer van de gewestschuld opgenomen in een afzonderlijk compartiment.
Onderafdeling 5. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds « Gewestelijk begrotingsfonds voor solidariteit « - BFB 14
Art. 14.Het begrotingsfonds BFB 14 is een organiek begrotingsfonds zoals bedoeld in artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.
De ontvangsten in verband met oplossingen voor de tijdelijke herhuisvesting van huurders aan wier woning een huurverbod werd opgelegd worden toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 14 op de BA 02.300.06.06.1612.
Onderafdeling 6. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds « Fonds van het onroerend erfgoed » - BFB 15
Art. 15.In afwijking van punt 13° van het artikel 2, van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van subsidies die door Europese of internationale instellingen gestort worden aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn hoedanigheid van projectleider of partner eveneens toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 15.
Onderafdeling 7. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds « Fonds openbaar beheersrecht » - BFB 16
Art. 16.Het eerste en tweede lid van de tweede paragraaf van het vervangend artikel 22, opgenomen in het artikel 21 van de ordonnantie van 31 maart 2022 tot wijziging van de Brusselse Huisvestingscode inzake het openbaar beheersrecht en leegstaande woningen treden reeds in werking vanaf 1 januari 2023.
Derhalve wordt in 2023 vijfennegentig procent van de totale opbrengst van de geldboeten gestort in het begrotingsfonds BFB 16 op de BA 02.310.06.08.3850 en vijf procent van de totale opbrengst van de geldboeten wordt toegewezen aan de algemene middelen van de Middelenbegroting op de BA 02.310.03.04.3850.
Art. 17.In het eerste lid van het punt 14° van het artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt het derde streepje als volgt vervangen: "Alle andere inkomsten inzake openbaar beheersrecht, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten;". Afdeling 2. - Afzonderlijke bepalingen
Art. 18.In het kader van de uitvoering van de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012204202 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, en van de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen sluiten houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, heeft de FOD Binnenlandse Zaken een tegemoetkoming voor taalpremies rechtstreeks aan bepaalde Brusselse instellingen gestort.
De betrokken instellingen betalen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het niet-gebruikte deel van de subsidie terug, naargelang het door de Regering vastgestelde bedrag.
Art. 19.Alle ordonnateurs van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gemachtigd om hun elektronische handtekening aan te wenden.
Art. 20.In aanvulling op artikel 45 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, moet de bijlage, die de beheersrekening van de rekenplichtigen vormt, worden ondertekend met een gekwalificeerde elektronische handtekening. Dit artikel heeft geen betrekking op het kasverslag en het overdrachtsverslag.
Art. 21.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2023.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 23 december 2022.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2022-2023 A-629/1 Ontwerp van ordonnantie A-629/2 Verslag (verwijzing) Integraal verslag : Bespreking : vergadering van donderdag 22 december 2022 Aanneming : vergadering van vrijdag 23 december 2022
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld