Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 22 juli 2021
gepubliceerd op 04 augustus 2021

Ordonnantie betreffende diverse bepalingen met betrekking tot gezinsbijslagen

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2021042612
pub.
04/08/2021
prom.
22/07/2021
ELI
eli/ordonnantie/2021/07/22/2021042612/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


22 JULI 2021. - Ordonnantie betreffende diverse bepalingen met betrekking tot gezinsbijslagen


De Verenigde Vergadering heeft aangenomen en Wij, Verenigd College, bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet. HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de ordonnantie van 4 april 2019 tot vaststelling van het betaalcircuit voor de gezinsbijslag

Art. 2.In artikel 3, § 1, 2°, van de ordonnantie van 4 april 2019 tot vaststelling van het betaalcircuit voor de gezinsbijslag worden de woorden "en onder voorbehoud van artikel 26, paragraaf 1, vierde lid" ingevoegd tussen het woord "desgevallend" en de woorden ", de gezinsbijslag betalen".

Art. 3.Artikel 26 van dezelfde ordonnantie wordt als volgt gewijzigd: 1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het tweede lid worden de woorden "volgens de regels bepaald door het Verenigd College" ingevoegd tussen de woorden "De bijslagtrekkende beschikt" en de woorden "over 120 dagen";b) in hetzelfde tweede lid worden de woorden "of terugkrijgt" vervangen door de woorden "en voor zover hij niet eerder bij een kinderbijslaginstelling was aangesloten"; c) tussen het tweede en het derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende: "De aanvraag tot aansluiting kan echter eerder worden ingediend, volgens de regels bepaald door het Verenigd College."; d) het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt vervangen als volgt: "Indien de bijslagtrekkende gedurende de termijn bedoeld in het tweede lid of voorafgaand aan deze termijn bij toepassing van het derde lid, geen aanvraag heeft ingediend, wordt hij volgens de regels bepaald door het Verenigd College van rechtswege aangesloten bij de openbare operator, op voorwaarde dat er voor geen enkele van de rechtgevende kinderen waarvoor hij over de hoedanigheid van bijslagtrekkende beschikt een betaaldossier is aangemaakt bij een kinderbijslaginstelling."; e) tussen hetzelfde vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, en het vroegere vierde lid, dat het zevende lid wordt, worden twee nieuwe leden ingevoegd, luidende: "Indien er niet is voldaan aan de laatst vermelde voorwaarde in het vierde lid, wordt hij volgens de regels bepaald door het Verenigd College van rechtswege aangesloten bij de kinderbijslaginstelling waarbij er een betaaldossier is aangemaakt voor het jongste rechtgevend kind waarvoor hij over de hoedanigheid van bijslagtrekkende beschikt. De bijslagtrekkende mag in dat geval echter op elk moment zijn beslissing meedelen om van kinderbijslaginstelling te veranderen, volgens de door het Verenigd College bepaalde regels en onder de voorwaarden bepaald in paragraaf 2, tweede lid, en paragraaf 3".; 2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden «, kan de bijslagtrekkende van kinderbijslaginstelling veranderen," vervangen door de woorden "bedoeld in paragraaf 1, eerste of vierde lid, kan de bijslagtrekkende zijn beslissing meedelen om van kinderbijslaginstelling te veranderen,";b) in het tweede lid worden de woorden "is aangesloten" vervangen door de woorden "zich wenst aan te sluiten";c) in hetzelfde tweede lid worden de woorden "uitwerking op het einde van het kwartaal" vervangen door de woorden "uitwerking op het de eerste dag van het kwartaal volgend op het kwartaal";d) in hetzelfde tweede lid worden de woorden "laatst vermelde" ingevoegd tussen de woorden "vijftien dagen voor het einde van het" en de woorden "kwartaal werd meegedeeld"; e) in hetzelfde tweede lid worden de woorden "op het einde van het volgende kwartaal." vervangen door de woorden "op de eerste dag van het tweede kwartaal volgend op het kwartaal waarin de beslissing werd meegedeeld"; f) het derde lid wordt opgeheven;3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.Zodra een kinderbijslaginstelling waarbij de bijslagtrekkende is aangesloten wordt ingelicht over de aanvraag tot verandering van kinderbijslaginstelling, draagt deze instelling zijn dossier onverwijld over aan de instelling waarbij de bijslagtrekkende zich voor de toekomst heeft aangesloten.".

Art. 4.Artikel 27, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Onverminderd het eerste lid wordt de gezinsbijslag voor kinderen voor wie de forfaitaire bijslagen verschuldigd zijn bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag, uitgekeerd door de laatste kinderbijslaginstelling waarbij de bijslagtrekkende van het geplaatste kind was aangesloten voorafgaand aan de plaatsing.

Indien deze kinderbijslaginstelling of haar rechtsopvolger niet bestaat of niet gekend is, wordt de gezinsbijslag uitgekeerd door de openbare operator.".

Art. 5.In artikel 35, § 1, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zin "Met het oog op de uitoefening van hun opdrachten leggen die ambtenaren de eed af bedoeld in artikel 52 van het Sociaal Strafwetboek." opgeheven; 2° in het derde lid, 1°, worden de woorden «, onverminderd de verplichtingen van de officieren van gerechtelijke politie" opgeheven.

Art. 6.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 38/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 38/1.Iriscare is gemachtigd om de oninvorderbare vorderingen inzake gezinsbijslag ten gunste van de openbare operator te annuleren overeenkomstig artikel 48 van de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, in een van de volgende situaties: 1° de vordering voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 32 van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag;2° er wordt afgezien van terugvordering omdat deze uit sociaal oogpunt niet raadzaam is;3° de terugvordering is technisch onmogelijk;4° er wordt bij het overlijden van diegene aan wie ze zijn betaald ambtshalve afgezien van de terugvordering van de onterecht betaalde gezinsbijslagen, op voorwaarde dat op dat ogenblik nog geen kennis was gegeven van de terugvordering overeenkomstig de bij ordonnantie vastgelegde regels; 5° de ten onrechte betaalde gezinsbijslag kan niet worden teruggevorderd wegens de bij ordonnantie vastgelegde verjaring of, volgens de bij ordonnantie vastgelegde regels, wegens een administratieve vergissing.". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag

Art. 7.In artikel 9, tweede lid, van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° de woorden "die de basis vormen voor de inkomensbelasting" worden vervangen door de woorden "vermeld in titel IX van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992";2° de woorden "en die betrekking hebben op de onroerende goederen die noch als eigen hoofdverblijfplaats, noch voor eigen beroepsdoeleinden worden gebruikt," worden ingevoegd tussen de woorden "de persoon waarmee hij een feitelijk gezin vormt," en de woorden "een grensbedrag overschrijden volgens de modaliteiten bepaald door het Verenigd College".

Art. 8.In artikel 14 van dezelfde ordonnantie worden tussen het derde en het vierde lid twee leden ingevoegd, luidende: "De bedragen bedoeld in het derde lid worden aangevuld met de toeslag bedoeld in artikel 12.

Het bedrag van deze toeslag wordt op de volgende manier verdeeld: 1° een eenderde deel is verschuldigd op de spaarrekening van het rechtgevend kind; 2° een tweederde deel is verschuldigd aan de overheid die de plaatsing van het rechtgevend kind ten laste neemt.".

Art. 9.In artikel 30, § 2, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° de woorden "of de schalen bedoeld in de artikelen 41, 42bis en 50ter van de AKBW" worden ingevoegd tussen de woorden "bedoeld in artikel 9" en de woorden "niet provisioneel";2° het woord "betaald" wordt vervangen door het woord "toegekend".

Art. 10.In artikel 31, derde lid, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° de woorden "of de schalen bedoeld in de artikelen 41, 42bis en 50ter van de AKBW" worden ingevoegd tussen de woorden "in artikel 9 bedoelde sociale toeslagen" en de woorden "onterecht werden";2° het woord "betaald" wordt vervangen door het woord "toegekend".

Art. 11.In artikel 39 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° in de bepaling onder het tweede lid, 1°, wordt het woord "behouden" vervangen door de woorden "behouden;de persoon die is aangeduid op grond van artikel 69, § 2, tweede lid, van de AKBW behoudt echter zijn hoedanigheid van bijslagtrekkende"; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "In het geval bedoeld in het tweede lid, 6° en 7°, is de schaal bedoeld in de artikelen 41, 42bis of 50ter van de AKBW evenmin verschuldigd indien de kadastrale inkomens vermeld in titel IX van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 die de basis vormen voor de inkomensbelasting van de bijslagtrekkende en deze van zijn echtgenoot waarmee hij samenwoont of van de persoon waarmee hij een feitelijk gezin vormt die betrekking hebben op de onroerende goederen die noch als eigen hoofdverblijfplaats, noch voor eigen beroepsdoeleinden worden gebruikt, een grensbedrag overschrijden volgens de modaliteiten bepaald door het Verenigd College.Deze voorwaarde geldt echter niet ten aanzien van de rechthebbenden bedoeld in artikel 56quater en 56quinquies van de AKBW die voor de maand december 2019 de schaal genoten bedoeld in de artikelen 42bis en 50ter van die wet.". HOOFDSTUK 3. - Financiële bepalingen

Art. 12.De bedragen bedoeld in de artikelen 7, tweede lid, en 8, tweede lid, van het koninklijk besluit van 21 maart 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/03/2019 pub. 01/04/2019 numac 2019201546 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED sluiten tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED, die toekomen aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, worden ingeschreven in de middelenbegroting van die Commissie.

Art. 13.Het saldo van de verrekening met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van de eindafrekening bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 21 maart 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/03/2019 pub. 01/04/2019 numac 2019201546 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED sluiten tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED, wordt ingeschreven in de middelenbegroting van die Commissie.

Art. 14.De middelen die na de toepassing van de artikelen 12 en 13 bij de afsluiting van de financiële rekeningen van FAMIFED, overblijven op die rekeningen, worden doorgestort aan de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag voor de uitvoering van zijn opdrachten inzake gezinsbijslag.

Art. 15.Het eigendomsrecht over de roerende goederen bedoeld in artikel 10, vierde lid, van het koninklijk besluit van 21 maart 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/03/2019 pub. 01/04/2019 numac 2019201546 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED sluiten tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED, wordt overgedragen aan de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag.

Art. 16.De rechten en plichten bedoeld in de artikelen 11, 12, 13 en 14 van het koninklijk besluit van 21 maart 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/03/2019 pub. 01/04/2019 numac 2019201546 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED sluiten tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED, die bij toepassing van die artikelen tot de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren, worden vanaf het begrotingsjaar 2020 overgedragen aan de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag.

Art. 17.De rechten en plichten van FAMIFED die niet worden bedoeld in artikel 16 en betrekking hebben op financiële operaties die plaatsvonden in de loop van het jaar 2019 en die tot de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren, worden overgedragen aan de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder "financiële operaties" verstaan: operaties die aanleiding geven tot de betaling van facturen, tot de opmaak van creditnota's of tot de terugbetaling op een rekening-courant van bepaalde sommen die aan FAMIFED zijn verschuldigd.

Art. 18.Onverminderd de artikelen 14 en 17 van deze ordonnantie en artikel 5, § 2, a), tweede lid, van het samenwerkingsakkoord van 6 september 2017Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 06/09/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018010056 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen sluiten tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen, treedt de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag met ingang van 1 januari 2020 in het geheel van de rechten en verplichtingen van FAMIFED die tot de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding

Art. 19.Deze ordonnantie treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 3 dat in werking treedt op de datum bepaald door het Verenigd College, van artikel 6 dat in werking treedt op 1 januari 2021 en van de artikelen 8, 9 en 11, 1°, en hoofdstuk 3 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2020.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 22 juli 2021.

Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, E. VAN DEN BRANDT Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen, S. GATZ Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: Gewone zitting 2020-2021 B-73/1 Ontwerp van ordonnantie B-73/2 Verslag Integraal verslag: Bespreking en aanneming: vergadering van maandag 19 juli 2021.

^