Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 22 april 1999
gepubliceerd op 14 oktober 1999

Ordonnantie betreffende de erkenning en de financiering van de inschakelingsondernemingen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1999031230
pub.
14/10/1999
prom.
22/04/1999
ELI
eli/ordonnantie/1999/04/22/1999031230/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 APRIL 1999. - Ordonnantie betreffende de erkenning en de financiering van de inschakelingsondernemingen (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie dient te worden verstaan onder : - de Regering : de Brussels Hoofdstedelijke Regering; - het Bestuur : het Gewestelijk Bestuur voor Economie en Werkgelegenheid; - de Dienst : de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling; - een werkloze werkzoekende : elke persoon zonder werk, beschikbaar om te werken en op zoek naar een baan. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 3.De Regering kan inschakelingsondernemingen erkennen die tot doel hebben : de tewerkstelling van laag- of middelmatig geschoolde werkloze werkzoekenden die uit de traditionele arbeidscircuits zijn uitgesloten of bijzonder moeilijk bemiddelbaar zijn.

Deze inschakelingsondernemingen oefenen een economische activiteit uit op het gebied van de productie van goederen of de verlening van diensten. HOOFDSTUK III. - De erkenning van de ondernemingen

Art. 4.§ 1. Om te worden erkend als inschakelingsonderneming moet de onderneming : 1° opgericht zijn onder de vorm van een vennootschap met sociaal oogmerk als bedoeld in de artikelen 164bis tot 164quater van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935;2° zich ertoe verbinden ten minste drie werknemers tewerk te stellen binnen een periode van zes maanden na de erkenning;3° een gematigde loonspanning eerbiedigen die op equivalente voltijdse basis niet groter zal mogen zijn dan een verhouding van 1 tot 4 tussen het laagste en het hoogste brutoloon, met inbegrip van de legale en bovenwettelijke voordelen, van het uitvoerings- en directiepersoneel van de inschakelingsonderneming;4° in de onder 5° van deze paragraaf vermelde verhouding, personen verbonden door een arbeidsovereenkomst tewerkstellen die op het ogenblik van hun aanwerving aan volgende voorwaarden voldoen of voldeden op voorwaarde dat ze minder dan vijf jaar in de onderneming tewerkgesteld zijn : - geen diploma van hoger secundair onderwijs hebben behaald; - ingeschreven zijn als werkzoekende bij de Dienst gedurende minstens één jaar of ingeschreven zijn bij de Dienst als werkzoekende bestaansminimumtrekker of als werkzoekende die maatschappelijke steun geniet van het OCMW; - gedurende de laatste twaalf maanden niet meer dan 150 uren of een maand gewerkt hebben als werknemer of 1 kwartaal als zelfstandige. 5° op het totaal aantal tewerkgestelde werknemers moet het aandeel van de tewerkgestelden zoals bedoeld in 4° ten minste : - gemiddeld 30 % bedragen gedurende de eerste twaalf maanden vanaf de datum van indienstreding van de eerste werknemer; - gemiddeld 40 % gedurende de volgende twaalf maanden; - gemiddeld 50 % per jaar gedurende de volgende jaren. 6° de onderneming verbindt er zich toe om geen aandelen aan toonder uit te geven en het Bestuur te allen tijde toegang te verlenen tot het aandelenregister.7° haar exploitatiezetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen zijn. § 2. De Regering kan de voorwaarden in § 1, 4° nader preciseren of wijzigen teneinde voor de omschrijving van de aan te werven werknemers een parallelisme na te streven met andere reglementaire teksten of indien zij wijzigingen vaststelt in de samenstelling van de bij de Dienst ingeschreven werkzoekenden.

De Regering kan eveneens de in § 1, 5° opgegeven percentages wijzigen, in de mate dat een evaluatie zou wijzen op de noodzaak om aanpassingen door te voeren.

In geval van toepassing van deze paragraaf, vraagt de Regering voorafgaandelijk het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstelijk Gewest. § 3. Beschutte werkplaatsen kunnen geen aanspraak maken op erkenning.

Art. 5.De erkenningsaanvraag wordt op de door de Regering bepaalde wijze aan het Bestuur gericht.

Deze omvat onder meer : - een historisch overzicht van het project; - een beschrijving van de geplande activiteit en van de kenmerken van de goederen en diensten, evenals van de voorwaarden voor de afzet ervan op de markt; - een voorstelling van de algemene organisatie en een omschrijving van de materiële en menselijke middelen die worden ingezet voor de verwezenlijking van het project; - een financieel plan dat de eerste drie boekjaren dekt.

Art. 6.De erkenning wordt verleend door de Regering, na advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het orgaan dat deze Raad in haar schoot hiertoe mandateert.

Dit advies zal moeten worden verstrekt binnnen een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst van de aanvraag. Bij ontstentenis van een advies binnen de in het vorige lid bepaalde termijn, wordt dit als positief beschouwd.

Art. 7.§ 1. De Regering doet een uitspraak over de erkeningsaanvraag binnen vier maanden na indiening ervan. De beslissing van de Regering inzake de erkenning geldt voor een periode van vier jaar vanaf de maand van de betekening ervan door de Regering.

De inschakelingsonderneming moet met zijn activiteiten starten binnen zes maanden volgend op deze betekening. § 2. Om een verlenging van de erkenning te bekomen, moet de inschakelingsonderneming een aanvraag indienen, ten vroegste twaalf maanden en ten laatste negen maanden voor het verstrijken van de erkenning.

Uiterlijk twaalf maanden voor het verstrijken van de erkenning wordt aan de onderneming een bericht toegestuurd dat de erkenningsperiode ten einde loopt, alsmede een dossier om een verlenging van de erkenning aan te vragen.

Deze verlenging geldt voor zesendertig maanden.

De inschakelingsonderneming die een verlenging wenst te bekomen, dient op het ogenblik van de aanvraag tot erkenning te voldoen aan al de voorwaarden vervat in artikel 4, § 1, met dien verstande dat het in artikel 4, § 1, 5°, derde streepje, bepaalde aandeel van de werknemers vereist is.

De vraag tot verlenging van de erkenning wordt op de door de Regering bepaalde wijze aan het Bestuur gericht.

Art. 8.De inschakelingsonderneming is ertoe gehouden om aan het Bestuur een jaarverslag voor te leggen.

De Regering bepaalt de inhoud en de indieningsvoorwaarden van dit verslag.

Art. 9.Indien een inschakelingsonderneming niet meer voldoet aan de voorwaarden gesteld bij deze ordonnantie, trekt de Regering de erkenning in of schort zij deze op.

De modaliteiten van opschorting en intrekking van de erkenning worden vastgesteld door de Regering. HOOFDSTUK IV. - De financiering van de ondernemingen

Art. 10.Onverminderd de toepassing van de wetgeving in verband met de economische expansie, kunnen deze bedrijven binnen de beperkingen van de begroting genieten : 1° een meerjarige degressieve loonsubsidie voor een persoon die een leidende functie uitoefent in de onderneming;2° een meerjarige degressieve loonsubsidie voor elke aangeworven persoon zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 4°;3° de mogelijkheid om bij de Gewestelijke Investeringsmaatschappij van Brussel tegen bijzondere voorwaarden een lening te verkrijgen. De bedragen, de duur en de toepassingsmodaliteiten van de in het vorig lid bedoelde subsidies en lening worden vastgesteld door de Regering.

Het bedrag van de loonsubsidie, vermeld in het eerste lid, 1°, kan voor het eerste jaar hoogstens overeenstemmen met het loon van een personeelslid met de wervingsgraad van niveau 1 in de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Een stelsel van een degressieve vermindering, gespreid over meerdere jaren, zal worden toegepast.

In geval van de verlenging van de erkenning, zoals voorzien in artikel 7, § 2, kan het laagste bedrag, voorzien in de degressieve vermindering, behouden blijven.

Het bedrag van de loonsubsidie vermeld in het eerste lid, 2°, kan voor het eerste jaar hoogstens overeenstemmen met anderhalve keer het bedrag van de aanwervingspremies voor werkzoekenden die door de Dienst toegekend worden. Een stelsel van een degressieve vermindering, gespreid over meerdere jaren, zal worden toegepast.

Het bedrag van de lening, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt bepaald in functie van het zakenplan van de inschakelingsonderneming, zonder evenwel het bedrag van 10 000 000 BEF te kunnen overschrijden. De duur van de lening dient eveneens te worden bepaald in functie van het zakenplan met als maximale duur een periode van 8 jaar. De toegepaste rente wordt bepaald in functie van de geldende marktrente die wordt toegepast door financiële instellingen bij de toekenning van een investeringskrediet. HOOFDSTUK V. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 11.De Regering wijst de ambtenaren aan belast met de inspectie en het toezicht op de naleving van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten. Zij kan nadere regels betreffende die inspectie en dat toezicht vaststellen.

Art. 12.De inschakelingsondernemingen die bij wijze van experiment reeds werden gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen bij het aflopen van de voorziene financiering een aanvraag tot erkenning indienen.

Een dergelijke aanvraag tot erkenning wordt beschouwd als een aanvraag tot verlenging van erkenning zoals bepaald in artikel 7, § 2.

Art. 13.Deze ordonnantie treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 22 april 1999.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, C. PICQUE De Minister beslast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister beslast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN _______ Nota (1) Documenten van de Raad : Gewone zitting 1998-1999 A-308/1 Ontwerp van ordonnantie A-308/2 Verslag A-308/3 Amendementen na verslag Volledig verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 26 maart 1999.

^