Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 21 februari 2002
gepubliceerd op 01 maart 2002

Ordonnantie betreffende de controle van de Regeringsmededelingen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031071
pub.
01/03/2002
prom.
21/02/2002
ELI
eli/ordonnantie/2002/02/21/2002031071/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


21 FEBRUARI 2002. - Ordonnantie betreffende de controle van de Regeringsmededelingen (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1 Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Artikel 2 Voor de toepassing van deze ordonnantie moet worden verstaan onder : 1° Regeringsmededeling : de voor het publiek bestemde mededelingen en voorlichtingscampagnes, ongeacht het gebruikte mediakanaal, van de Regering, van haar leden en van de gewestelijke Staatssecretarissen, waartoe deze niet op grond van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling verplicht zijn en die direct of indirect met overheidsregeld worden gefinancierd;2° controlecollege : het door de Raad aangewezen orgaan, samengesteld uit negen leden van de Raad die tot een erkende politieke fractie behoren.Een derde van de leden behoort tot de minst talrijke taalgroep. De Raad kan plaatsvervangers aanwijzen; 3° politieke partij : de vereniging van natuurlijke personen, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, die aan door de Grondwet bepaalde verkiezingen deelneemt en die kandidaten voordraagt voor de verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, de Waalse Gewestraad, de Vlamse Raad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad of de Raad van de Duitstalige Gemeenschap en die, binnen de perken van de Grondwet, de wet, het decreet en de ordonnantie, de totstandkoming van de volkswil beoogt te beïnvloeden op de wijze bepaald in haar statuten of haar programma. In de definitive van politieke partij zijn ook begrepen de instellingen, verenigingen, groeperingen en regionale entiteiten van een politieke partij, ongeacht hun rechtsvorm, die rechtstreeks verbonden zijn met die politieke partij, namelijk : - de studiediensten; - de wetenschappelijke instellingen; - de politieke vormingsinstellingen; - de politieke omroepverenigingen; - de instelling bedoeld in artikel 22 van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen; - de entiteiten georganiseerd op het niveau van de arrondissement en/of van de kieskringen voor de verkiezingen van het federale kamers en de Gemeenschaps- en Gewestraden; - de politieke fracties van het federale kamers en van de Gemeenschaps- en Gewestraden.

Artikel 3 De voorzitter en de eerste ondervoorzitter van de Raad van rechtswege lid van het controlecollege. Het controlecollege wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad en, bij diens afwezigheid, door de eerste ondervoorzitter.

Artikel 4 § 1. Het controlecollege moet alle Regeringsmededelingen controleren. § 2. De Regering, de leden van de regering of de gewestelijke Staatssecretarissen die een regeringsmededeling wensen te verspreiden, moeten vooraf een synthesenota bij controlecollege indienen.

In die nota worden de inhoud, de redenen, de gebruikte middelen, de geraadpleegde firma's en de totale kostprijsvermeld.

Binnen vijtien dagen na de indiening van de synthesenota brengt het controlecollege, bij volstrekte meerderheid zijn leden en bij volstrekte meererheid van de leden van de taalgroep van het betrokken lid van de regering of de betrokken Staatssecretaris, een niet bindend advies uit.

Het advies is ongunstig als de Regeringsmededeling er geheel of ten dele toe strekt het persoonlijk imago van een of meer leden van de Regering of van een of meer gewestelijke verbeteren.

Spreekt het controlecollege zicht niet uit binnen de voorgeschreven termijn van vijftien dagen, dan wordt het geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht. § 3. Binnen vijftien dagen na het verschijnen of het verspreiden van de regeringsmededeling neemt het controlecollege, op verzoek van een derde van zijn leden of van de volstrekte meerderheid van de leden van de taalgroep van het betrokken lid van de regering of van de betrokken Staatssecretaris, het dossier waarover een ongunstig advies is uitgebracht, in behandeling.

Het dossier wordt volgens dezelfde procedure ook voorgelegd aan het controlecollege, als de inhoud van de regeringsmededeling werd gewijzigd ten opzichte van wat in de synthesenota is vermeld. § 4. Als het controlecollege beslist dat de regeringsmededeling ertoe strekt het persoonlijke imago van een of meer leden van de regering of van een of meer gewestelijke Staatssecretarissen of het imago van een politieke partij te verbeteren, rekent het de kosten van die regeringsmededeling aan op de uitgaven van de betrokkenen voor de eerstvolgende verkiezingen waaraan zij deelnemen. § 5. Ingeval het in dit artikel bedoelde advies van het controlecollege niet is gevraagd, neemt het controlecollege de zaak ambtshalve in behandeling en wordt de kostprijs van de regeringsmededeling van rechtswege aangerekend op de uitgaven van de betrokkenen voor de eerstvolgende verkiezingen waaraan zij deelnemen. § 6. Het controlecollege neemt, bij volstrekte meerderheid van zijn leden en bij volstrekte meerderheid van de leden van taalgroep van het betrokken lid van de regering of van de betrokken Staatssecretaris, een met redenen omklede beslissing binnen een maand nadat de zaak bij hem aanhangig is gemaakt, met inachtneming van de rechten van de verdediging.

De beslissing van het controlecollege wordt binnen zeven dagen ter kennis van de betrokkenen gebracht. Ze wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Artikel 5 Het controlecollege stelt zijn huishoudelijk reglement vast.

Artikel 6 De bij deze ordonnantie vastgestelde termijnen wordtn geschorrst wanneer de parlementaire zitting wordt gesloten en tijdens het reces.

Tijdens het zomerreces worden de termijnen geschorst vanaf de dag waarop de laaste plenaire vergadering vóór het zomerreces heeft plaatsgehad, tot 31 augustus.

Artikel 7 Deze ordonnantie treedt in werking op 1 maart 2002.

Kondigen deze ordonnance af, bevelden dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 februari 2002.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 2001/2002 Documenten van de Raad : A - 255/1 : Voorstel van ordonnantie A - 255/2 : Verslag Volledig verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 8 februari 2002.

^