gepubliceerd op 02 april 1998
Ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1998
20 DECEMBER 1997. Ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1998 (1)
De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : I. Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de uitgaven van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1998 worden kredieten geopend ten belope van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabel, sectie I.
Art. 3.Voor het begrotingsjaar 1998 worden de op de organieke fondsen beschikbare variabele vastleggingskredieten geraamd op 8 245,6 miljoen frank en de op de organieke fondsen beschikbare variabele ordonnanceringskredieten op 9 419,6 miljoen frank.
II. Bepalingen betreffende sectie I : uitgaven van algemeen bestuur
Art. 4.In afwijking van artikel 15 van de organieke wet op de inrichting van het Rekenhof van 29 oktober 1846 en van artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende de reglementering van de vastlegging van de uitgaven van de algemene administratie, mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 10 000 000 frank verleend worden aan de buitengewone rekenpichtigen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om, onafhankelijk van de kleine uitgaven, de schuldvorderingen te betalen die ten hoogste 400 000 frank bedragen.
Deze rekenplichtigen worden gemachtigd de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren en deskundigen belast met een zending in het buitenland, zelfs indien deze voorschotten meer dan 400 000 frank bedragen.
De betaling van de bezoldigingen van deskundigen uit het buitenland en van kosten voortspruitend uit regelingen met vreemde landen mag eveneens met geldvoorschotten gebeuren, wat ook het bedrag ervan weze.
Art. 5.In afwijking van artikel 40, § 1, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, gebeurt de betaling van de geboortetoelagen en van de vergoedingen voor begrafeniskosten overeenkomstig de regelen bepaald in artikel 41 van diezelfde wetten.
Art. 6.In afwijking van artikel 40, § 1, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, gebeurt de betaling van de maaltijdcheques overeenkomstig de regelen bepaald in artikel 41 van diezelfde wetten.
Art. 7.Machtiging wordt verleend om provisies toe te kennen aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van het Gewest optreden.
Art. 8.In afwijking van de artikelen 5 en 6 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, mogen ten laste van de bij onderhavige ordonnantie geopende kredieten, schuldvorderingen van vorige jaren worden aangezuiverd met betrekking tot : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 9.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt toegestaan de vergoeding voor de mandaten die zij met het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest sluit te betalen ten laste van basisallocatie 10.02.12.05.
Art. 10.In afwijking van artikel 15 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, mogen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de kredieten voor de bestaansmiddelenprogramma's van de verschillende afdelingen onder elkaar en tussen de bestaansmiddelenprogramma's van de verschillende afdelingen van de begrotingstabel herverdeeld worden.
Dezelfde herverdelingen mogen uitgevoerd worden met betrekking tot de activiteit 3 van het programma 8 van de afdeling 10, de activiteiten 1 en 2 van het programma 7 van de afdeling 10, de activiteit 3 van het programma 3 van de afdeling 11 en de basisallocaties 14.25.11.03 en 14.25.11.04 van de activiteit 5 van het programma 2 van de afdeling 14.
Art. 11.In afwijking van artikel 15 van de wet op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991 mogen, in de begrotingstabel, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de kredieten op basisallocatie 34.01 van programma 0 van de afdeling 10 en de kredieten op basisallocatie 34.01 van programma 0, op basisallocatie 71.03 van programma 2 en op de basisallocaties 73.03 en 73.04 van programma 3 van afdeling 12 onder elkaar herverdeeld worden.
Art. 12.In afwijking van artikel 15 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, mogen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, kredieten overgedragen worden naar basisallocatie 22.30.41.01 « Toelage aan het Commissariaat-generaal voor de Externe Betrekkingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (CGEB) » komend van het programma 4 van de afdeling 11, van de programma's 1 en 2 van de afdeling 22 en/of van een aantal nog door de Regering te bepalen basisallocaties.
Art. 13.In afwijking van artikel 15 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991 mogen, in de begrotingstabel, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de kredieten op de basisallocaties 53.01 en 63.01 van activiteit 1 van programma 3 van de afdeling 22 en de kredieten op de basisallocaties 53.01 en 63.01 van activiteit 0 van programma 4 van afdeling 17, onder elkaar herverdeeld worden.
Art. 14.In programma 5 van afdeling 18 kunnen de uitstaande vastleggingen op basisallocatie 73.01, via een ministerieel besluit na akkoord van de Minister van Begroting, geheel of gedeeltelijk overgedragen worden naar basisallocatie 73.91 van hetzelfde programma, zelfde afdeling.
Art. 15.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan werkings- en investeringstoelagen toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel en hieronder hernomen : AFDELING 10. - Algemene uitgaven van de Administratie Toelage aan de v.z.w. « Sociale Dienst van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » 10.01.33.01 Toelage voor de vorming inzake openbaar management 10.02.30.01 Bevordering van de audiovisuele informatie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10.30.32.01 AFDELING 11. - Economische ontwikkeling Toelagen aan privé-instellingen op grond van jaarlijks hernieuwbare overeenkomsten 11.12.31.01 Toelagen aan instellingen die acties voeren in verband met innovatie voor bedrijven 11.12.31.02 Toelagen aan de GOMB voor het uitvoeren van taken voor rekening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 11.13.41.43 Krediet bestemd voor de Nationale Kas voor Beroepskrediet met het oog op het dekken van de werkingskosten en de liquidatie van eventuele negatieve saldi van het Waarborgfonds 11.13.41.44 Toelage aan de GOMB voor het voeren van specifieke acties ter bevordering van de Brusselse economie 11.13.60.01 Toelage aan de Dienst voor de Regeling van de Binnenvaart, gelast met de betaling van slooppremies en van rentetoelagen in het kader van de sanering van de Belgische binnenvaartvloot 11.13.61.01 Promotie voor de land- en tuinbouw en aanverwante sectoren 11.15.32.01 Rentetoelagen, kosteloze en facultatieve toelagen; financiële tegemoetkomingen en/of tegemoetkomingen voor nieuwe initiatieven met betrekking tot het regionaal economisch beleid inbegrepen 11.21.30.01 Kosteloze en facultatieve toelagen in verband met studiekosten en/of in verband met deelname aan vormingsactiviteiten 11.21.31.01 Niet-terugvorderbare facultatieve toelagen voor begeleidingsprogramma's voor KMO's 11.21.31.02 Toelage aan de BGDA voor de hulp aan de KMO's (koninklijke besluiten nr. 123 van 30 december 1982 en nr. 258 van 31 december 1983) 11.21.40.01 Toelage aan de BGDA voor hulpprogramma's voor KMO's (artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993) 11.21.41.01 Toelagen in verband met de uitbetaling van de kapitaalpremies, kosteloze en facultatieve toelagen; financiële tegemoetkomingen en/of tegemoetkomingen voor nieuwe initiatieven met betrekking tot het regionaal economisch beleid inbegrepen 11.22.50.01 Toelagen aan de Hotelnijverheid 11.23.30.02 Werkingstoelagen voor projecten gesteund door het EFRO 11.24.31.01 Investeringstoelagen voor projecten gesteund door het EFRO 11.24.51.01 11.24.51.91 Facultatieve en niet-terugvorderbare toelagen voor acties betreffende de economische aspecten van het toerisme 11.25.31.01 Werkingstoelage aan de v.z.w. « Teleport-Brussel » 11.25.31.02 Toelagen aan de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel N.V. inzake opdrachten voor aanneming van diensten voor telecommunicatie-acties 11.25.31.03 Toelage voor de werkingskosten van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 11.25.41.01 Toelage aan de GOMB voor de werkingskosten van een enig loket 11.25.41.02 Toelagen aan bedrijvencentra 11.26.31.02 Investeringstoelagen aan bedrijvencentra 11.26.51.02 Kosteloze en facultatieve toelagen voor de werkingskosten van instellingen die deelnemen aan projecten inzake sociale economie 11.27.31.01 Toelagen aan de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling voor het dekken van de werking van de Brusselse Gewestelijke Afvaardiging voor Stedelijke Solidariteit (BGASS) 11.27.41.01 Kosteloze en facultatieve toelagen voor de investeringskosten van instellingen die deelnemen aan projecten inzake sociale economie 11.27.51.01 Toelagen aan de G.I.M.B. met betrekking tot de sociale economie 11.27.5 1.02 Investeringstoelagen voor projecten gesteund door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (Europees aandeel) 11.28.51.01 Toelagen voor acties in verband met onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en valorisatie op het vlak van het wetenschappelijk onderzoek. - Europese programma's 11.31.31.01 Toelagen voor acties in verband met onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en valorisatie op het vlak van het wetenschappelijk onderzoek. - Regionale programma's 11.31.31.02 Toelagen voor precompetitief industrieel onderzoek 11.31.31.05 Toelagen voor intergewestelijk collectief onderzoek en technologische sturing 11.31.31.06 Subsidies ter ondersteuning van onderzoeks-, ontwikkelings-, demonstratie en valorisatie-initiatieven op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek. - Europese programma's, subsidie aan het CIBG 11.31.41.01 Investeringstoelagen voor acties in verband met onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en valorisatie op het vlak van het wetenschappelijk onderzoek - Regionale programma's » 11.31.51.02 Uitgaven ter bevordering van de buitenlandse handel van het Gewest 11.41.30.02 Toelagen aan privé-instellingen voor promotie- en vormingsactiviteiten, voor deelname aan beurzen, voor het beroep doen op externe adviseurs en voor alle andere activiteiten in het kader van de bevordering van de buitenlandse handel van het Gewest 11.42.31.01 Toekenning van toelagen voor prospectie 11.42.31.02 Tussenkomst in de uitgaven van de Brusselse ondernemingen die deelnemen aan industriële of handelsbeurzen in het buitenland 11.42.32.01 Uitgaven om de door de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel (BDBH) voor rekening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aangegane kosten te dekken 11.42.41.40 Toelagen aan instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het voeren van specifieke acties of het inrichten van manifestaties ter bevordering van het economisch imago van Brussel 11.52.43.01 AFDELING 12. - Uitrustingen en verplaatsingen Dotatie met het oog op het dekken van de prestaties van de Bijzondere Studiedienst 12.02.43.02 Toelagen aan instellingen of verenigingen werkzaam op het vlak van de mobiliteit van personen en de inrichting van de openbare ruimte 12.13.33.01 Toelagen aan ondergeschikte besturen werkzaam op het vlak van de mobiliteit van personen en de inrichting van de openbare ruimte 12.13.43.02 Uitgaven voor de bestrijding van het vandalisme in het openbaar vervoer via sociale begeleiding 12.14.12.04 Dotatie aan de MIVB 12.21.43.01 12.21.43.91 Investeringstoelage aan de MIVB 12.21.63.02 Toelage aan de MIVB voor het inrichten van lokalen 12.22.43.02 Toelagen aan de provincies, gemeenten en verenigingen van gemeenten voor de ten behoeve van de uitvoering van openbare werken bevolen verplaatsing van gas-, elektriciteits- en andere installaties 12.32.63.01 12.32.63.91 Toelagen aan verenigingen die werken aan de valorisatie van de openbare ruimten langs de gewestwegen 12.34.33.01 Toelage aan de v.z.w. « Brusselse Havengemeenschap » evenals aan verenigingen die bijdragen tot het bevorderen van het gebruikmaken van de waterwegen 12.50.33.01 Allerhande uitgaven voor de promotie van het imago van de Haven van Brussel 12.50.43.01 Dotatie aan de Haven van Brussel 12.50.61.01 Toelage aan de v.z.w. « Brusselse Havengemeenschap » evenals aan verenigingen die bijdragen tot het bevorderen van het gebruikmaken van de waterwegen 12.50.62.01 Speciale dotatie aan de Haven van Brussel (voormalige basisallocatie 16.11.63.01) 12.50.63.01 Art. 16.Onverminderd het bepaalde in artikel 10 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de vastleggingen die dateren van voor 31 december 1989 geannuleerd. Art. 17.Ten laste van basisallocatie 33.01 van activiteit 8, programma 8, afdeling 10 mogen, ongeacht het aanslagjaar, terugbetalingen aangerekend worden van de belastingen van de ex-provincie Brabant ingevolge de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering genomen beslissingen. Art. 18.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt toegestaan leningen van de gemeenten en intercommunales betreffende de financiering van gesubsidieerde werken over te nemen maximaal ten belope van het op datum van 31 december 1995 uitstaande bedrag, in casu 1 403 407 073 frank. III. Bepalingen betreffende de variabele kredieten van de begrotingsfondsen Art. 19.De variabele kredieten van de organieke fondsen worden toegewezen aan de programma's van hun respectieve afdelingen op volgende wijze : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art. 20.In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, wordt de opbrengst van de milieubelasting en -heffingen integraal toegewezen aan het Fonds voor het beheer van afval- en regenwater. Art. 21.In afwijking van artikel 45, § 2, van de Samenordening van de wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991, worden de variabele kredieten voor wat betreft de vastleggings- en ordonnanceringsmogelijkheden beperkt tot de in de begrotingstabel opgenomen bedragen. Deze beperking geldt niet voor wat betreft de basisallocatie 23.10.91.90. De beperking van de vastleggingsmogelijkheden geldt niet voor wat betreft de vastleggingen op het Fonds voor het beheer van afval- en regenwater die plaatsvinden als gevolg van de toepassing van artikel 14 hierboven. Art. 22.In afwijking van artikel 45, § 2, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, en van artikel 2, 11°, van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, wordt een voorafname gedaan op de lopende ontvangsten van het Fonds voor het beheer van afval- en regenwater ten belope van een bedrag van 51 300 000 frank dat gevoegd wordt bij de algemene middelen van de Schatkist. Art. 23.In afwijking van artikel 14 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof en van artikel 4 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag over het tegoed van het begrotingsfonds « Fonds voor het beheer van de gewestschuld » (programma I van afdeling 23) rechtstreeks worden beschikt door tussenkomst van de Regering. IV. Bepalingen betreffende sectie II : instellingen van openbaar nut van categorie A Art. 24.De begroting voor het jaar 1998 van het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest wordt goedgekeurd. Deze begroting bedraagt 179 360 000 frank voor de ontvangsten en 179 360 000 frank voor de uitgaven. De ontvangsten voor orde worden geschat op 30 941 000 frank en de uitgaven voor orde op 30 941 000 frank, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel. Art. 25.De begroting voor het jaar 1998 van het Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt goedgekeurd. Deze begroting bedraagt 1 083 785 000 frank voor de ontvangsten en 1 134 085 000 frank voor de uitgaven. De ontvangsten voor orde worden geschat op 149 100 000 frank en de uitgaven voor orde op 149 100 000 frank, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel. Art. 26.Het Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt toegestaan toelagen te verlenen, met inbegrip van de overdrachten aan andere pararegionale instellingen of aan lokale besturen, binnen het kader van zijn statutaire opdrachten; onder andere voor de bouw, vergroting, verbouwing, inrichting, uitrusting en vernieuwing van containerparken. Art. 27.De begroting voor het jaar 1998 van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid wordt goedgekeurd. Deze begroting bedraagt 3 484 300.000 frank voor de ontvangsten en 3 543 900 000 frank voor de uitgaven. De ontvangsten voor orde worden geschat op 10 000 000 frank en de uitgaven voor orde op 10 000 000 frank, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel. Art. 28.De begroting voor het jaar 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp wordt goedgekeurd. Deze begroting bedraagt 2 436 322 000 frank voor de ontvangsten en 2 436 322 000 frank voor de uitgaven. De ontvangsten voor orde worden geschat op 100 000 frank en de uitgaven voor orde op 100 000 frank, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel. Art. 29.De begroting voor het jaar 1998 van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesauriën wordt goedgekeurd. Deze begroting bedraagt 9 536 610 000 frank voor de ontvangsten en 10 261 610 000 frank voor de uitgaven overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel. Art. 30.In afwijking van artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 januari 1955 houdende de lijst der openbare fondsen, andere dan de door de Staat uitgegeven of gewaarborgde effecten, welke mogen aangekocht worden door de organismen bedoeld bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wordt het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesauriën toegestaan fondsen te plaatsen bij de door de Commissie voor het Bank en Financiewezen erkende kredietinstellingen. Art. 31.In toepassing van de beschikkingen van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige ION en met name het artikel 7, zijn de Brusselse gewestelijke instellingen van openbaar nut van categorie A niet gehouden tot het terugbetalen aan het Gewest van het niet-aangewende begrotingsboni voor het begrotingsjaar 1997. V. Andere verbintenissen van het Gewest Art. 32.De v.z.w. « Sociale Dienst van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » wordt toegestaan de niet-verantwoorde saldi van de tijdens de voorbije jaren door de Regering toegekende toelagen te behouden. De v.z.w. wordt toegestaan een rollend fonds op te richten om het hoofd te bieden aan de lopende uitgaven. Art. 33.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt toegestaan haar waarborg te verlenen aan de door het Woningfonds van de Gezinnen van het Brusselse Gewest aangegane leningen voor een volume dat 688 810 000 F in 1998 niet mag overschrijden. Art. 34.De Brusselse Hoofdstedelijk Regering wordt toegestaan haar waarborg te verlenen aan de door de NV Brussel-Zuid aangegane leningen voor een volume dat 150 000 000 frank in 1998 niet mag overschrijden. Art. 35.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om de waarborg van het Gewest te verlenen aan : - de leningen van de MIVB voor de jaarlijkse financiering van de investeringen voor een vast jaarlijks bedrag van maximum 2 085 miljoen in 1998. De term « lening » omvat alle soorten van financiering op korte, middellange en lange termijn, met inbegrip van de programma's met handelspapieren (schatkistcertificaten); - de verrichtingen van de MIVB als huurder van rollend materieel die in de plaats zouden treden van de bestaande leningen die reeds worden gewaarborgd door het Gewest; - de leningen gesloten door de MIVB met het oog op de vervroegde terugbetaling van andere leningen die reeds het voorwerp uitmaken van een gewestelijke waarborg; - de interestswapverrichtingen afgesloten door de MIVB evenals de andere verrichtingen voor de dekking van de risico's van renteschommelingen gesloten in het belang van de financiën van de maatschappij. Art. 36.In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesauriën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering toegestaan de gewestwaarborg te verlenen aan de door voormeld Fonds aangegane leningen voor een bedrag dat 7 410 miljoen frank in 1998 niet mag overschrijden. Deze leningen worden ten belope van 7 410 miljoen frank ingeschreven in sectie II van deze ordonnantie. V. Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesauriën, Ontvangsten, Hoofdstuk 44, artikel 442.01. Art. 37.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd tot het uitkeren van de dotatie aan de MIVB en de dotatie aan de MIVB teneinde de aflossingslasten van de leningen afgesloten voor 31 december 1996 te dekken. Art. 38.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt toegestaan uitgaven te doen in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesauriën. Art. 39.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt toegestaan ten laste van de kredieten van het programma 7 van de afdeling 10 verrichtingen te doen in naam en voor rekening van de Agglomeratie Brussel. Art. 40.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt ertoe gemachtigd een gedeelte van het gebouw gelegen aan de Oudergemselaan nr. 63 te Etterbeek gratis ter beschikking te stellen van de v.z.w. « Verbindingsbureau Brussel-Europa » waarvan ze de statuten heeft erkend. Art. 41.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt toegestaan in toepassing van artikel 12 van de ordonnantie van I juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest haar waarborg te verlenen voor een volume dat 375 000 000 F in 1998 niet mag overschrijden. Art. 42.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 1998. Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Gegeven te Brussel, 20 december 1997. De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister belast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN (1) Gewone zitting 1996-1997. Documenten van de Raad. - Ontwerp van ordonnantie, nr. A-205/1. Gewone zitting 1997-1998. Documenten van de Raad. - Verslag, nr. A-205/2. Volledig verslag. - Bespreking. Vergaderingen van 18 en 19 december 1997. - Aanneming.Vergadering van 19 december 1997. TABEL SECTIE I. - Uitgaven van Algemeen Bestuur-SECTION Ire. - Dépenses d'administration générale Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld