Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998
gepubliceerd op 27 oktober 1998

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdelingswijze, de toekenningsvoorwaarden en de verdeling van het bijkomend bijzonder krediet aan de gemeenten inzake openbare netheid in 1998

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031345
pub.
27/10/1998
prom.
16/07/1998
ELI
eli/besluit/1998/07/16/1998031345/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JULI 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdelingswijze, de toekenningsvoorwaarden en de verdeling van het bijkomend bijzonder krediet aan de gemeenten inzake openbare netheid in 1998


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, VIII, 3°, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993;

Gelet op artikel 1 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de rijkscomptabiliteit, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op de ordonnantie van 20 december 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1998;

Overwegende dat de netheid van de stad één van haar prioritaire doelstellingen is, heeft de Regering besloten om, binnen een globale visie op de netheidsproblematiek in het Gewest en met betere coördinatie tussen de gemeentelijke en gewestelijke operationele diensten, ten bate van de gemeenten middelen te verdelen voor de voortzetting van de reinigingstaken, met inbegrip van het vegen van de openbare wegen en ruimten; dat het daarom van belang is de verdelingswijze, de toekenningsvoorwaarden en de verdeling van de kredieten vast te leggen;

Overwegende dat het beschikbare krediet, ingeschreven op de basisallocatie 43.27, activiteit 1 van programma 03 van afdeling 14 van de uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het dienstjaar 1998, 80.300.000 BEF bedraagt;

Overwegende dat het past een afzonderlijk aandeel toe te kennen aan de gemeente Sint-Joost-ten-Node om tegemoet te komen aan haar specifieke noden (o.a. voor wat het grondgebied, de bevolking en haar economische en culturele inplantingen betreffen);

Gelet op het akkoord van de Minister bevoegd voor financiën en begroting;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitter bevoegd voor Plaatselijke besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen en van de Minister bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, Besluit :

Artikel 1.Binnen de perken van de daartoe voorziene begrotingskredieten in de basisallocatie 43.27, activiteit 1 van programma 03 van afdeling 14 van de uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor 1998, wordt aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een bijkomend bijzonder krediet inzake openbare netheid toegekend voor reinigingstaken, met inbegrip van het vegen van de openbare wegen en ruimten.

Art. 2.Tot aan de goedkeuring van het gewestelijk netheidsplan, wordt het bedrag over de gemeenten verdeeld in functie van : a) de bevolkingsdichtheid, vastgesteld door BRES op basis van de bebouwde oppervlakte van het gemeentelijk grondgebied;b) de lengte van het wegennet op het gemeentelijk grondgebied;

Art. 3.§ 1. De gemeente keurt een specifiek actieprogramma goed betreffende openbare netheid voor het jaar 1998.

Dit programma wordt opgemaakt in overleg met het Gewestelijk Agentschap voor Netheid. Het zal de prioritaire interventiegebieden en de omschrijving van de actiemodaliteiten met betrekking tot de reiniging van de openbare wegen en ruimten bepalen, in overeenstemming met de voorschriften inzake reinheid die opgenomen zijn in de gemeentelijke politieverordeningen, in de agglomeratieverordening, in de verordening van 15 juli 1993 betreffende de verwijdering van het afval door middel van ophalingen en in de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 7 maart 1991 betreffende de preventie en de verwerking van afval en meer in het bijzonder de repressie van de overtredingen van deze voorschriften. § 2. Het aandeel van elke gemeente is bestemd voor de gedeeltelijke of gehele dekking van de personeelskosten die door de uitvoering van hogergenoemd programma worden veroorzaakt.

Art. 4.§ 1. Binnen de maand van de goedkeuring van dit besluit door de Regering, zal een voorschot van 50 % vrijgemaakt worden ten bate van elke gemeente. § 2. Van zodra het, voorafgaandelijk door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid goedgekeurde, specifieke actieprogramma wordt overgemaakt aan de Regering, zal een tweede schijf van 45 % vrijgemaakt worden ten bate van elke gemeente. § 3. Het saldo van 5 % zal vrijgemaakt worden na het voorleggen van een activiteitenverslag waaruit de goede uitvoering van de voorschriften opgenomen in artikel 3 blijkt en van een attest dat de personeelsuitgaven verbonden aan genoemd specifiek actieprogramma bewijst.

Art. 5.§ 1. De Regering kan op ieder ogenblik alle stukken en inlichtingen opvragen die haar toelaten de werkelijke uitvoering van het programma te evalueren. § 2. De Regering behoudt zich het recht voor om niet tot de liquidatie van het saldo van het bedrag over te gaan, de betaling ervan te schorsen of de gehele of gedeeltelijke terugbetaling te eisen van het toegekende krediet in geval van gedeeltelijke of volledige niet-uitvoering van het programma door de gemeente.

Art. 6.Het aandeel van elke gemeente wordt berekend door het totaal bedrag van het bijkomend bijzonder krediet te vermenigvuldigen met een coëfficiënt bekomen door het vermenigvuldigen van het aantal inwoners per bebouwde hectare van de gemeente met de lengte van de wegen op haar grondgebied, uitgedrukt in kilometers, gedeeld door het totaal van deze operaties voor de betrokken gemeenten.

Art. 7.In afwijking van artikel 6 wordt het aandeel van de gemeente Sint-Joost-ten-Node vastgesteld op 5,50 % van het totaal bedrag van het bijkomend bijzonder krediet.

Art. 8.De aandelen van de gemeenten in het kader van het bijkomend bijzonder krediet inzake openbare netheid voor het dienstjaar 1998 worden ingevolge de artikelen 6 en 7 vastgesteld op de bedragen vermeld in de laatste kolom van bijgevoegde lijst, naast de naam van de gemeente.

Art. 9.De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen en de Minister bevoegd voor Openbare Netheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 juli 1998.

De Minister-Voorzitter bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister bevoegd door Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister bevoegd voor Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN

Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998.

Namens de Regering, De Minister-Voorzitter bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister bevoegd door Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN

^