19 JULI 2007. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 juni 1997 inzake milieuvergunningen en de ordonnantie van 25 maart 1999 inzake het onderzoek, de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu (1)

Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan de ordonnantie van 5 juni 1997 inzake milieuvergunningen

Art. 2.1° In artikel 3, 2°, wordt de a) door de volgende tekst vervangen : « a) drie jaar, wanneer het gaat over een inrichting die nodig is voor een werf voor asbestverwijdering ». 2° In artikel 3, 7°, a) worden de woorden « , de aangifte » toegevoegd na het woord « milieuvergunning ».3° In artikel 3, 8°, worden de woorden « of een aangifte verricht » toegevoegd na de woorden « milieuvergunning aanvraagt ».4° In artikel 3, 11°, wordt in fine toegevoegd « of een aangifte te ontvangen ».

Art. 3.1° In artikel 4, eerste lid, wordt het woord « vier » vervangen door « vijf » en de woorden « de klassen I.A, I.B, II en III » worden vervangen door « de klassen I.A, I.B, II, I.C en III. ». 2° In 4, derde lid, wordt het woord « , I.C » toegevoegd na het woord « II ».

Art. 4.In artikel 5, worden de woorden « of de aangiften te ontvangen en de uitbatingsvoorwaarden voorzien in artikel 68 voor te schrijven » toegevoegd na de woorden « af te geven ».

Art. 5.1° In artikel 6, § 2, eerste lid, wordt de woorden « I.C of » toegevoegd vóór het woord « III » en de woorden « deze categorie » worden vervangen door de woorden « deze categorieën ». 2° In artikel 6, § 2, tweede lid, worden de woorden « De gemeente » vervangen door « De bevoegde overheid » Art.6. In artikel 7 § 3, eerste lid, worden de woorden « I.C of » toegevoegd vóór het woord « III ».

Art. 7.In artikel 11, wordt in fine een nieuw lid toegevoegd : « In voorkomend geval en als afwijking van de twee voorgaande leden, moeten de inrichtingen van klasse I.C bij het Instituut aangegeven worden ».

Art. 8.1° In artikel 13, § 1, eerste lid, worden de woorden « I.C of » toegevoegd vóór het woord « III ». 2° In artikel 13, § 1, tweede lid, 3°, wordt in fine volgende zin toegevoegd : « Deze raadpleging is evenwel niet vereist, wanneer de exploitatieduur van de tijdelijke inrichting niet hoger ligt dan drie maanden ».

Art. 9.1° In Artikel 52 wordt § 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. De aanvraag tot milieuvergunning bevat de gegevens die vereist zijn volgens artikel 10. Ze wordt ingediend bij de bevoegde overheid die onmiddellijk een indieningsbewijs aflevert aan de aanvrager.

De aanvraag kan tevens aan de bevoegde overheid gericht worden aan de hand van een per post aangetekende zending.

Het Instituut is de bevoegde overheid voor de aanvragen voor vergunningen voor de tijdelijke inrichtingen van klasse I.A en I.B. Het college van burgemeester en schepenen is de bevoegde overheid voor de aanvragen voor vergunningen voor tijdelijke inrichtingen van klasse II. ». 2° In artikel 52, wordt § 1bis vervangen door volgende tekst : « § 1bis.In de gevallen bedoeld in artikel 13, § 1, tweede lid, 3°, wordt het dossier onmiddellijk voor advies overgemaakt aan het Instituut wanneer de bevoegde overheid het college van burgemeester en schepenen is of aan deze laatste overgemaakt wanneer de bevoegde overheid het Instituut is. ». 3° In artikel 52, § 2, worden de woorden « het College van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ».4° In artikel 52, § 3, eerste lid, worden de woorden « het College van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden de « bevoegde overheid ».5° In artikel 52, § 3, tweede lid, worden de woorden « het College van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ».

Art. 10.1° In artikel 53, § 1, eerste lid worden de woorden « Het College van burgemeester en schepenen » vervangen door de woorden « De bevoegde overheid ». 2° In artikel 53, § 1, tweede lid, wordt het woord « Het » vervangen door « Ze » en in de Nederlandse versie, wordt het woord « zijn » vervangen door « haar ».3° In artikel 53, § 1, wordt het derde lid geschrapt.4° In artikel 53, § 2 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ».

Art. 11.1° In artikel 66, § 1, worden de woorden « I.C. of » toegevoegd vóór het woord « III » en de woorden « de gemeente » worden vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ». 2° In artikel 66, § 1, wordt het volgende lid toegevoegd : « Het Instituut is de bevoegde overheid voor de aangiften van klasse I.C. Het College van burgemeester en schepenen is de bevoegde overheid voor de aangiften van klasse III. ». 3° In artikel 66, § 2, eerste lid worden de woorden « het College van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ». 4° In hetzelfde lid, worden de woorden « of aan het College van burgemeester en schepenen al naargelang het gaat om een aangifte van klasse III of van klasse 1.C » na het woord « Instituut » toegevoegd. 5° In artikel 66 § 2e, tweede lid, worden de woorden « het College van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ».6° In artikel 66 § 2, derde lid, worden de woorden « het College van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ».

Art. 12.In artikel 67, worden de woorden « I.C of » toegevoegd vóór het woord « III ».

Art. 13.In artikel 68, worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ».

Art. 14.1° In artikel 69, worden na het woord « klasse » de woorden « I.C of van klasse » toegevoegd. 2° In hetzelfde artikel worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ».

Art. 15.1° In artikel 80 § 1, 1e lid, worden de woorden « de gemeente » vervangen door de worden « de bevoegde overheid ». 2° In hetzelfde lid, worden de woorden « I.C of » ingevoegd vóór het woord « III ».

Art. 16.1° In artikel 84, § 2, eerste lid, 1°, worden na de woorden « de inrichtingen » de woorden « al dan niet tijdelijk » toegevoegd. 2° In artikel 84, § 2, eerste lid, 2°, worden na de woorden « de inrichtingen » de woorden « al dan niet tijdelijk » toegevoegd en worden de woorden « en de tijdelijke inrichtingen » geschrapt.

Art. 17.1° In artikel 85, worden tussen de woorden « inrichting van klasse » en de woorden « III wordt betekend » de woorden « 1.C of van klasse » ingevoegd. 2° In artikel 85, worden bij 1° de woorden « voor inrichtingen van klasse I.A en I.B » vervangen door de woorden « voor al dan niet tijdelijke inrichtingen van klasse I.A en I.B, of inrichtingen van klasse I.C ». 3° In artikel 85, 2°, worden de woorden « voor inrichtingen van klasse II en III, » vervangen door de woorden « voor al dan niet tijdelijke inrichtingen van klasse II en inrichtingen van klasse III ».

Art. 18.In artikel 87, eerste lid, worden de woorden « I.C of » ingevoegd voor het woord « III ». HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de ordonnantie van 25 maart 1999 inzake het onderzoek, de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu

Art. 19.In de ordonnantie van 25 maart 1999 inzake het onderzoek, de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, wordt artikel 33, 5° als volgt gewijzigd : 1° In a), na de woorden « 7, § 1, 1° tot 6° » de woorden « en 7, § 3, 1° tot 6° » invoegen.2° In b), de woorden « 2de lid » schrappen en vervangen door de woorden « eerste lid ». HOOFDSTUK IV. - Eindbepaling

Art. 20.De regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze ordonnantie.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota's Documenten van het Parlement (1) Gewone zitting 2006/2007 A-347/1 Ontwerp van ordonnantie A-347/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 29 juni 2007