gepubliceerd op 13 november 2001
Ordonnantie houdende wijziging van de ordonnantie van 11 maart 1999 betreffende de euro
19 JULI 2001. - Ordonnantie houdende wijziging van de ordonnantie van 11 maart 1999 betreffende de euro (1)
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 5, tweede lid, van de ordonnantie van 11 maart 1999 betreffende de euro wordt vervangen door de volgende leden : « Met het oog daarop kan de Regering namelijk : 1° de ordonnanties en de uitvoeringsbesluiten aanpassen aan de euro, die bedragen in Belgische frank vermelden of verwijzen naar Belgische frank;2° de ordonnanties en de uitvoeringsbesluiten wijzigen door het gebruik van de frank te vervangen door de euro;3° de gepaste maatregelen nemen om de logische volgorde te verzekeren van twee opeenvolgende tarief- of baremaschijven na omrekening van de grensbedragen ervan;4° bedragen in de ordonnanties en uitvoeringsbesluiten uit te drukken in euro om de continuïteit ervan te verzekeren of om een uiterste nauwkeurigheid mogelijk te maken. De Regering kan ook : 1° het resultaat van de omrekening van veelvouden van 10 BEF vereenvoudigen binnen de volgende grenzen : a) veelvouden van 10 BEF : transparantieaanpassing van hoogstens 5 cents;b) veelvouden van 100 BEF : transparantieaanpassing van hoogstens 0,5 euro;c) veelvouden van 1 000 BEF : transparantieaanpassing van hoogstens 5 euro;d) veelvouden van 10 000 BEF : transparantieaanpassing van hoogstens 50 euro;e) veelvouden van 100 000 BEF : transparantieaanpassing van hoogstens 500 euro;f) veelvouden van 1 000 000 BEF : transparantieaanpassing van hoogstens 5 000 euro;g) veelvouden van 10 000 000 BEF : transparantieaanpassing van hoogstens 50 000 euro;h) veelvouden van 100 000 000 BEF : transparantieaanpassing van hoogstens 500 000 euro;i) veelvouden van 1 000 000 000 BEF : transparantieaanpassing van hoogstens 5 000 000 euro. De machtiging die door de leden 1 tot 3 was toegekend aan de Regering is eveneens van toepassing in de domeinen die de Grondwet uitdrukkelijk voorbehoudt voor de ordonnatie. Zij vervalt op 30 juni 2002.
De Regering legt ten laatste op 1 juli 2002 een ontwerp van ordonnantie neer met het doel de besluiten te bevestigen die de ordonnanties wijzigden krachtens de leden 1 tot 3.
De besluiten vastgesteld krachtens het eerste tot het derde lid, treden ten vroegste in werking op 1 januari 2002.
De besluiten die niet bekrachtigd zijn voor 31 december 2002 hebben geen uitwerking.
Art. 3.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende : « In de ordonnanties en uitvoeringsbesluiten houdende de verplichting om een som aan te passen aan een bedrag in Belgische frank dat er zo dicht mogelijk bij ligt, wordt de aanpassing als volgt gelezen : a) afronding tot op 50 centiem of tot op de frank : afronding tot op de cent;b) afronding tot op 5 of 10 frank : afronding tot op 10 cent;c) afronding tot op 50 of 100 frank : afronding tot op 1 euro;d) afronding tot op 500 of 1 000 frank : afronding tot op 10 euro;e) afronding tot op 5 000 of 10 000 frank : afronding tot op 100 euro;f) afronding tot op 50 000 of 100 000 frank : afronding tot op 1 000 euro;g) afronding tot op 500 000 of 1 000 000 frank : afronding tot op 10 000 euro.»
Art. 4.In dezelfde ordonantie wordt een artikel 5ter ingevoegd, luidende : « De bedragen van de geldsommen waarop de opdeciemen bedoeld in de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdeciemen op de penale boetes worden toegepast, worden verondersteld onmiddelijk in euro en zonder omzetting uitgedrukt te worden. »
Art. 5.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 5quater ingevoegd, luidende : De bedragen van de boetes waarop de opdeciemen bedoeld in de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdeciemen op de penale boetes niet worden toegepast, worden gelezen als bedragen in euro, na te zijn gedeeld door een coëfficiënt van 40. »
Art. 6.De artikels 4 en 5 van deze ordonnantie treden in werking op 1 januari 2002.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 19 juli 2001.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 2000-2001. Documenten van de Raad. - Ontwerp van ordonnatie, A-201/1. - Verslag A - 197/2 Volledig verslag. - Bespreking : vergadering van donderdag 12 juli 2001. Aanneming : vergadering van vrijdag 13 juli 2001.