gepubliceerd op 04 juni 2024
Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies en de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure
16 MEI 2024. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies en de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure (1)
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 5 van de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies wordt vervangen als volgt: "
Art. 5.§ 1. Zijn van de belasting bedoeld in artikel 3 vrijgesteld: de inrichtingen van toeristisch logies zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 6° van de ordonnantie van 1 februari 2024 betreffende het toeristische verblijf en zijn uitvoeringsbesluit en die een beleid voeren ter aanmoediging van het gebruik van deze inrichtingen door specifieke doelgroepen zoals jongeren of achtergestelde gezinnen of personen en die voldoen aan alle onderstaande voorwaarden: - het beheer van de inrichting wordt aan een instelling zonder winstoogmerk toevertrouwd; - er worden prijzen gehanteerd die toegankelijk zijn en lager dan de gemiddelde prijzen in het hotelwezen voor gelijkaardige logies; - er is een aanbod van meerdere eenheden van toeristisch logies in eenzelfde inrichting van logies; - de inrichting beschikt over een onthaal met receptiediensten; - de inrichting beschikt over dienstverlening inzake ontvangst, onderhoud en schoonmaak. § 2. De gewestelijke fiscale administratie kent de vrijstelling toe op aanvraag van de belastingplichtige. De vrijstelling heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de vrijstelling werd toegekend. § 3. De Regering regelt de aanvraagprocedure voor deze vrijstelling. § 4. De vrijstelling blijft gelden zolang niet is vastgesteld door de gewestelijke fiscale administratie dat niet langer voldaan is aan de voorwaarden van dit artikel.
De belastingplichtige brengt de gewestelijke fiscale administratie onmiddellijk op de hoogte indien niet langer aan de voorwaarden van dit artikel is voldaan.".
Art. 3.Het opschrift van artikel 6 wordt vervangen als volgt: "Kennisgevingen".
Art. 4.In artikel 6 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De door de Regering aangeduide ambtenaar kan, rekening houdende met alle relevante omstandigheden waaronder de goede trouw, het bedrag van de opgelegde administratieve boete bedoeld in het eerste lid verminderen."; 2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, luidende: " § 4.De belastingplichtige maakt melding aan de gewestelijke fiscale administratie van: - elke wijziging van de geregistreerde gegevens zoals opgenomen in de voorafgaande kennisgeving; - de definitieve stopzetting van de activiteiten die aanleiding geven tot de belasting als bedoeld in artikel 3, en brengt hiervoor de nodige bewijzen aan.
De Regering bepaalt de modaliteiten van deze meldingen.".
Art. 5.In artikel 12 van dezelfde ordonnantie, dat gedeeltelijk vernietigd is bij arrest nr. 148/2022 van het Grondwettelijk Hof van 17 november 2022, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden ", binnen een termijn van een maand vanaf de verzenddatum van dit verzoek"; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "De door de Regering aangeduide ambtenaar kan, rekening houdende met alle relevante omstandigheden waaronder de goede trouw, het bedrag van de opgelegde administratieve boete bedoeld in het eerste lid verminderen.".
Art. 6.In hoofdstuk I van dezelfde ordonnantie wordt een artikel 13/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 13/1.§ 1. De verwerkingen van de persoonsgegevens ter uitvoering van deze ordonnantie en de besluiten genomen ter uitvoering ervan, beogen de volgende doeleinden: 1° de vaststelling, berekening, inning en invordering van de belasting bedoeld in artikel 3, na ontvangst van de in artikel 7 bedoelde aangiften of volgens de procedure van ambtshave heffing bedoeld in artikel 9;2° de behandeling van de aanvragen tot verkrijging van de vrijstelling bedoeld in artikel 5 en de toekenning van deze vrijstelling;3° het beheer en de verwerking van de kennisgeving van de opening van een inrichting van toeristisch logies, als bedoeld in artikel 6, § 1, en van de definitieve stopzetting van de activiteiten als bedoeld in artikel 6, § 4, alsook van het onderzoek naar en de vervolging van inbreuken op deze informatieplicht;4° het onderzoek naar en de vervolging van het niet-nakomen van de informatieplicht bedoeld in artikel 12;5° de behandeling van de bezwaarschriften en gerechtelijke beroepen ingesteld tegen de in artikel 3 bedoelde belasting, tegen de weigering tot de toekenning van een vrijstelling zoals bedoeld in artikel 5 en tegen de boetes die worden opgelegd in uitvoering van deze ordonnantie of van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. De gewestelijke fiscale administratie is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7) van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG voor de verwerkingen bedoeld in paragraaf 1. § 3. De categorieën van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het bereiken van de doeleinden als bedoeld in paragraaf 1, en de categorieën van de betrokken personen zijn: 1° de identificatie- en contactgegevens van de in artikel 4 bedoelde belastingplichtige, met inbegrip van het rijksregisternummer zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, het identificatienummer als bedoeld in artikel 4, § 2, derde lid van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid en het ondernemingsnummer als bedoeld in artikel III.17 van het Wetboek van economisch recht; 2° de identificatie- en contactgegevens van de tussenpersoon, met inbegrip van het rijksregisternummer zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, het identificatienummer als bedoeld in artikel 4, § 2, derde lid van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid en het ondernemingsnummer als bedoeld in artikel III.17 van het Wetboek van economisch recht; 3° de lokalisatie- en identificatiegegevens van de inrichting van toeristisch logies, met inbegrip van de identificatie van de kadastrale bescheiden zoals vastgesteld in artikel 504 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, alsook de categorie van de inrichting van toeristisch logies die in aanmerking wordt genomen voor de toepassing van het belastingtarief overeenkomstig artikel 3. § 4. De gegevens bedoeld in paragraaf 3 kunnen rechtstreeks worden verkregen bij de betrokken persoon of naargelang het geval: 1° bij de federale overheidsdienst belast met het bijhouden van het Rijksregister van de natuurlijke personen overeenkomstig de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;2° bij de federale overheidsdienst belast met het bijhouden van de registers bedoeld in artikel 4 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid; 3° bij de federale overheidsdienst belast met het bijhouden van het register bedoeld in artikel III.15 van het Wetboek van economisch recht; 4° bij de federale overheidsdienst belast met het bewaren en bijhouden van de kadastrale bescheiden bedoeld in artikel 504 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde de belastingplichtige te identificeren zoals bedoeld in artikel 4, derde lid, en het onroerend goed waarin de inrichting van toeristisch logies zich bevindt;5° bij de administratie Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel teneinde de inrichtingen van toeristisch logies te identificeren, waarvoor de kennisgevingplicht zoals bedoeld in artikel 6 niet is nageleefd. § 5. Onverminderd de bewaring die noodzakelijk is voor de verwerking met het oog op de archivering in het algemeen belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden, bedoeld in artikel 89 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) en van artikel 197 van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, worden de in paragraaf 2 bedoelde persoonsgegevens niet langer bewaard dan nodig voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt met een maximale bewaartermijn van een jaar na de verjaringstermijn van alle onder de bevoegdheid van de gewestelijke fiscale administratie vallende vorderingen, en in voorkomend geval na de definitieve beëindiging van de administratieve en gerechtelijke procedures en beroepen alsook van de volledige betaling van alle daarmee verband houdende bedragen.
Onverminderd het eerste lid, bewaart de gewestelijke fiscale administratie, voor iedere inrichting van toeristisch logies, de in paragraaf 3 bedoelde gegevens zolang niet werd overgegaan tot de kennisgeving van stopzetting van de activiteit die aanleiding geeft tot de inning van de in artikel 3 bedoelde belasting. § 6. Onverminderd enige andere nationale of internationale, wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling die de gewestelijke fiscale administratie verplicht de in paragraaf 3 bedoelde gegevens mee te delen, kan de gewestelijke fiscale administratie: 1° de volgende gegevens meedelen aan de administratie Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel: a) voor iedere inrichting van toeristisch logies: de gegevens bedoeld in paragraaf 3, om haar in staat te stellen de naleving van de registratieverplichting bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie van 1 februari 2024 betreffende het toeristisch verblijf te controleren;b) voor iedere exploitant die in gebreke blijft om een definitieve administratieve boete die werd opgelegd in toepassing van deze ordonnantie: de gegevens bedoeld in paragraaf 2, 1° met betrekking tot de belastingplichtigen die exploitant zijn, en 3°, alsook de definitief geworden administratieve of gerechtelijke beslissing waarbij de boete werd opgelegd, om haar in staat te stellen de naleving van de voorwaarde van artikel 7,4° van de ordonnantie van 1 februari 2024 betreffende het toeristisch verblijf te controleren; 2° de in paragraaf 3, 3° bedoelde gegevens meedelen aan de ontvanger van de gemeente die overeenkomstig artikel 13 op het grondgebied waar de inrichting van toeristisch logies is gelegen, opcentiemen op de belasting heeft vastgesteld, indien er sprake is van een belastingvermindering van ten minste 10.000 euro, zodat de gemeente hiermee rekening kan houden bij het opstellen van haar begroting en fiscaal beleid.".
Art. 7.Artikel 134 van de ordonnantie van 23 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure wordt opgeheven.
Art. 8.Artikelen 2, 6 en 7 treden in werking op de door de Regering bepaalde datum of, uiterlijk, op 1 januari 2026.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 16 mei 2024.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota (1) Documenten van het Parlement: Gewone zitting 2023-2024 A-872/1 Ontwerp van ordonnantie A-872/2 Verslag Integraal verslag: Bespreking: vergadering van donderdag van 2 mei 2024 Aanneming: vergadering van vrijdag 3 mei 2024