Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 16 februari 2006
gepubliceerd op 28 februari 2006

Ordonnantie houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de invoering van het begrip « lichte vrachtauto » in het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, met inachtneming van de fiscale neutraliteit en ter voorkoming van de concurrentie tussen de Gewesten op het vlak van de inschrijving van de voertuigen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031069
pub.
28/02/2006
prom.
16/02/2006
ELI
eli/ordonnantie/2006/02/16/2006031069/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2006. - Ordonnantie houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de invoering van het begrip « lichte vrachtauto » in het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, met inachtneming van de fiscale neutraliteit en ter voorkoming van de concurrentie tussen de Gewesten op het vlak van de inschrijving van de voertuigen (1)


Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de invoering van het begrip « lichte vrachtauto » in het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, met inachtneming van de fiscale neutraliteit en ter voorkoming van de concurrentie tussen de Gewesten op het vlak van de inschrijving van de voertuigen, wordt goedgekeurd.

Brussel, 16 februari 2006.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota (1) Gewone Zitting 2005-2006 : Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden.- Ontwerp van ordonnantie : A-217/1. - Verslag : A-217/2.

Integraal verslag - Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 10 februari 2006.

Samenwerkingsakkoord tussen het Waals Gewest, het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de invoering van het begrip « lichte vrachtauto » in Titel II van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, met inachtneming van de fiscale neutraliteit en ter voorkoming van de concurrentie tussen de Gewesten op het vlak van de inschrijving van de voertuigen Gelet op de artikelen 1, 3, 33, 35, 39, 134 en 177 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 92bis , § 2, f), ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 januari 1989, de bijzondere wet van 16 juli 1993 en de bijzondere wet van 13 juli 2001;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, inzonderheid op de artikelen 4 en 42;

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, inzonderheid op de artikelen 1, § 2, 1bis, 3, 10°, 4, § 3 en 5, § 2, 10°, gewijzigd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001;

Gelet op het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, inzonderheid op Titel II, artikelen 3 tot 13, 15, 21 tot 23bis, 29 tot 32 en 36bis tot 36quater ;

In uitvoering van artikel 4, § 3, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 wordt een voorafgaandelijk samenwerkingsakkoord afgesloten zoals bedoeld in artikel 92bis, § 2, f) van de bijzondere wet van 8 augustus 1980;

Het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Dirk Van Mechelen, Minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening van de Vlaamse Regering;

Het Waals Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Michel Daerden, Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium van de Waalse Regering;

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Guy Vanhengel, Minister belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Informatica van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Zijn overeengekomen wat hierna volgt :

Artikel 1.De Gewesten verbinden zich ertoe de bepalingen, omschreven in de artikelen 2 tot en met 3 van dit samenwerkingsakkoord, op te nemen in hun respectieve regelgevingen betreffende de verkeersbelasting op de autovoertuigen, bedoeld in artikel 3, 10°, van de bijzondere wet tot financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, vervangen door artikel 5 van de bijzondere wet van 13 juli 2001.

Art. 2.Artikel 4 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met de §§ 2 en 3, luidende : « § 2. In afwijking van § 1, wordt, voor de toepassing van Titel II, onder motorvoertuig bestemd voor het vervoer van goederen waarvan de maximaal toegelaten massa 3 500 kilogram niet overschrijdt, ook « lichte vrachtauto » genoemd, verstaan : a. elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van zaken waarvan de maximaal toegelaten massa 3 500 kg niet overschrijdt, bestaande uit een volledig van de laadruimte afgesloten enkele cabine die ten hoogste twee plaatsen mag bevatten, die van de bestuurder niet inbegrepen, en een open laadbak;b. elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van zaken waarvan de maximaal toegelaten massa 3 500 kg niet overschrijdt, bestaande uit een volledig van de laadruimte afgesloten dubbele cabine die ten hoogste zes plaatsen mag bevatten, die van de bestuurder niet inbegrepen, en een open laadbak;c. elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van zaken waarvan de maximaal toegelaten massa 3 500 kg niet overschrijdt, gelijktijdig bestaande uit een passagiersruimte die ten hoogste twee plaatsen mag bevatten, die van de bestuurder niet inbegrepen en een daarvan afgesloten laadruimte waarvan de afstand, tussen elk punt van de scheidingswand achter de zitplaatsen en de binnenkant van de achterzijde van de laadruimte, gemeten in de langsrichting van het voertuig, op een hoogte van 20 cm boven de vloer, steeds minstens 50 % dient te bedragen van de lengte van de wielbasis.Deze laadruimte moet bovendien over haar hele oppervlakte bestaan uit een van het koetswerk deel uitmakende, vaste of duurzaam bevestigde, horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor bijkomende banken, zetels of veiligheidsgordels; d. elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van zaken waarvan de maximaal toegelaten massa 3.500 kg niet overschrijdt, gelijktijdig bestaande uit een passagiersruimte die ten hoogste zes plaatsen mag bevatten, die van de bestuurder niet inbegrepen en een daarvan volledig afgesloten laadruimte waarvan de afstand, tussen elk punt van de scheidingswand achter de laatste rij zitplaatsen en de binnenkant van de achterzijde van de laadruimte, gemeten in de langsrichting van het voertuig, op een hoogte van 20 cm boven de vloer, steeds minstens 50 % dient te bedragen van de lengte van de wielbasis. Deze laadruimte moet bovendien over haar hele oppervlakte bestaan uit een van het koetswerk deel uitmakende, vaste of duurzaam bevestigde, horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor bijkomende banken, zetels of veiligheidsgordels. § 3. Indien het in de voormelde reglementering als lichte vrachtauto aangeduid voertuig, niet beantwoordt aan één van de in § 2 opgesomde voertuigtypes, wordt het in de zin van deze Titel II, afhankelijk van zijn constructie, beschouwd als een personenauto, auto voor dubbel gebruik of minibus. ».

Art. 3.De bepalingen vervat in het artikel 2 van dit samenwerkingsakkoord zullen in de respectieve gewestelijke regelgevingen in werking treden op 1 januari 2006.

Opgemaakt te Brussel, op 24 juni 2005, in evenveel originele exemplaren als er partijen zijn bij dit akkoord.

Voor het Vlaams Gewest : De Minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN Voor het Waals Gewest : De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister van Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Informatica, G. VANHENGEL

^