13 OKTOBER 2022. - Ordonnantie betreffende de invoering van een impactanalyse van het gewestelijke beleid op kleine, middelgrote en micro-ondernemingen en van een evenredigheidsbeoordeling van de beroepsreglementering

Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Deze ordonnantie voorziet in de omzetting van Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen.

Art. 3.Voor de toepassing van deze ordonnantie verstaat men onder : 1° « Parlement » : het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;2° « Regering » : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ;3° « KMO-bureau » : de dienst aangeduid door de Regering ;4° « KMO » : een zelfstandige kleine, middelgrote en micro-onderneming zoals bedoeld in de eerste titel van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen ;5° « impactanalyse » : de beoordeling van de potentiële economische en financiële en marktgebonden effecten van maatregelen, voorontwerpen van ordonnantie en ontwerpbesluiten van de Regering op KMO's, voorafgaand aan hun goedkeuring door de bevoegde autoriteit ;6° « ontwerp » : maatregel, voorontwerp van ordonnantie of ontwerpbesluit van de Regering. Telkens deze ordonnantie of haar uitvoeringsbesluiten « de minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp » bedoelen, verstaat men daaronder « de minister of ministers of de staatssecretaris of staatsecretarissen die verantwoordelijk zijn voor het ontwerp ». HOOFDSTUK 2. - Impactanalyse Afdeling 1. - Voorafgaande screening

en aanwijzing van de prioritaire ontwerpen

Art. 4.§ 1. Vanaf het begin van de vormgeving van het ontwerp en voordat het in eerste lezing aan de Regering wordt voorgelegd, brengt de minister die verantwoordelijk is voor een ontwerp dat een impact kan hebben op de KMO's het KMO-bureau hiervan op de hoogte.

Het KMO-bureau identificeert ook de ontwerpen die een impact kunnen hebben op de KMO's die in de algemene beleidsverklaring zijn opgenomen.

Als het KMO-bureau, op onafhankelijke wijze, van oordeel is dat een ontwerp, geïdentificeerd met toepassing van het eerste of het tweede lid, aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de KMO's, geeft het hierover een aanbeveling aan de minister bevoegd voor Economie en de minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp. § 2. Maken niet het voorwerp uit van de mededeling, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, noch van de screening, bedoeld in paragraaf 1, tweede lid : 1° de voorontwerpen van ordonnantie tot goedkeuring van internationale overeenkomsten en verdragen ;2° de voorontwerpen van ordonnantie tot goedkeuring van samenwerkingsovereenkomsten ;3° de voorontwerpen van ordonnantie tot goedkeuring van begrotingen en rekeningen ;4° de besluiten zonder regelgevende draagwijdte en de andere beslissingen van individuele aard ;5° de ministeriële besluiten ;6° de ontwerpen die de nationale veiligheid en de openbare orde aanbelangen ;7° de ontwerpen die dermate hoogdringend zijn dat de uitvoering van een impactanalyse bedoeld in afdeling 3 niet mogelijk is. In het geval bedoeld in het eerste lid, 7°, verantwoordt de minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp schriftelijk die hoogdringendheid.

De Regering kan andere categorieën van ontwerpen bepalen die, omwille van hun beperkte of onbestaande impact of de KMO's, niet het voorwerp uitmaken van de mededeling noch de screening bedoeld in paragraaf 1. § 3. De Regering kan de procedure, de termijnen en de nadere regels voor de screening van de ontwerpen door het KMO-bureau bepalen.

Art. 5.§ 1. Op aanbeveling van het KMO-bureau bedoeld in artikel 4, § 1, kan de minister bevoegd voor Economie aan de Regering voorstellen een ontwerp aan te wijzen als prioritair in de zin van deze ordonnantie.

Wanneer de minister bevoegd voor Economie aan de Regering een lijst overmaakt van ontwerpen die het KMO-bureau aanbeveelt aan te wijzen als prioritair, geeft hij de door het KMO-bureau opgestelde rangschikking aan in dalende volgorde van het belang, op het eerste gezicht, van de uitvoering van een impactanalyse.

Onder voorbehoud van paragraaf 2 wijst de Regering de prioritaire ontwerpen aan. § 2. De minister die verantwoordelijk is voor een ontwerp kan dat ontwerp ook als prioritair aanwijzen.

Deze minister brengt het KMO-bureau en de minister bevoegd voor Economie hiervan op de hoogte vanaf het begin van de vormgeving van het ontwerp en in ieder geval voordat het in eerste lezing aan de Regering wordt voorgelegd.

Artikel 4, § 1, derde lid, is niet van toepassing op dit ontwerp. § 3. Het KMO-bureau houdt een lijst bij van de prioritaire ontwerpen.

De minister bevoegd voor Economie deelt de lijst van prioritaire ontwerpen elk jaar ten laatste op 15 oktober mee aan Brupartners. Als 15 oktober geen werkdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. § 4. De Regering kan de procedure en de nadere regels voor de aanwijzing van ontwerpen als prioritair bepalen. Afdeling 2. - Advies van het KMO-bureau

Art. 6.Zijn onderworpen aan het advies van het KMO-bureau : 1° de ontwerpen die als prioritair zijn aangewezen ;2° de teksten bedoeld in artikel 14.

Art. 7.§ 1. Het KMO-bureau ontvangt het verzoek om advies van de minister die verantwoordelijk is voor het prioritair ontwerp of de tekst bedoeld in artikel 14. § 2. Het KMO-bureau brengt, op onafhankelijke wijze, een advies uit waarin het besluit of het al dan niet nodig is een impactanalyse uit te voeren en geeft, in voorkomend geval, de analysemethoden aan die pertinent zouden zijn.

Voor de teksten bedoeld in artikel 14 wijst het KMO-bureau in elk geval op de uitvoering van een evenredigheidsbeoordeling als bedoeld in artikel 15. Als een impactanalyse wordt uitgevoerd, wordt de evenredigheidsbeoordeling geïntegreerd in die analyse.

Het KMO-bureau deelt het advies mee aan de minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp en aan de minister bevoegd voor Economie. § 3. De Regering kan de termijn bepalen waarin de adviezen worden uitgebracht en de inhoud van de adviezen en de te volgen procedure worden meegedeeld. Afdeling 3. - Analyse en impactvaststelling

Art. 8.§ 1. Op basis van het door het KMO-bureau uitgebrachte advies waarin besloten wordt dat het nodig is een impactanalyse uit te voeren en alvorens het ontwerp in eerste lezing aan de Regering voor te leggen, laat de minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp een impactanalyse uitvoeren. Op zijn verzoek wordt hij in de uitvoering van die analyse bijgestaan door het KMO-bureau.

De minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp kan beslissen geen impactanalyse uit te voeren als hij van oordeel is dat een dergelijke analyse nutteloos of ongepast is of een uitsluitingsgeval bedoeld in artikel 4, § 2, van toepassing is. Hij motiveert die keuze in een impactvaststelling. Voor de teksten bedoeld in artikel 14 voert hij minstens de overeenkomstige evenredigheidsbeoordeling bedoeld in artikel 15 uit. § 2. Brupartners of de minister bevoegd voor Economie kunnen, op grond van de impactvaststelling, de Regering aanbevelen een impactanalyse te laten uitvoeren door de minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp. § 3. In afwijking van paragraaf 1 kan de Regering toelaten dat de impactanalyse wordt uitgevoerd vóór de indiening in tweede lezing bij de Regering.

Art. 9.De minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp, gaat over tot de impactanalyse op basis van de analysemethoden aanbevolen in het advies en rekening houdend met het doel dat het ontwerp nastreeft.

Hij kan op eigen initiatief gebruik maken van andere analysemethoden.

De Regering bepaalt de te volgen procedure om de impactanalyse uit te voeren.

Art. 10.§ 1. De impactanalyse betreft de volgende economische en financiële effecten : 1° de administratieve lasten ;2° de toezichtkosten ;3° de nalevingskosten. Op basis van het advies van het KMO-bureau kan de impactanalyse eveneens de volgende marktgebonden effecten meten : 1° de mededingingseffecten ;2° de impact op de verkoop ;3° de innovatie en het onderzoek en de ontwikkeling ;4° de toegang tot de markt ;5° de toegang tot financiering ;6° de sociaaleconomische effecten, met name in termen van tewerkstelling, zowel vanuit kwantitatief als kwalitatief standpunt. De minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp kan op eigen initiatief andere economische, financiële en marktgebonden effecten analyseren. § 2. De Regering kan de draagwijdte van de impactanalyse uitbreiden tot andere economische, financiële en marktgebonden effecten dan die bedoeld in de eerste paragraaf. § 3. Bij de impactanalyse wordt bijzondere aandacht besteed aan de effecten van ontwerpen op zelfstandige kleine en micro-ondernemingen als bedoeld in Titel 1 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen.

Art. 11.§ 1. Indien de impactanalyse besluit dat het ontwerp een impact heeft op KMO's, ziet de minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp, erop toe dat die in verhouding staat tot de bijdrage van het ontwerp aan de doelstellingen die ermee worden nagestreefd.

Indien de impact niet in verhouding lijkt te staan tot de beoogde effecten van het ontwerp, wijzigt deze minister de aan de impactanalyse onderworpen tekst of neemt hij verzachtende maatregelen aan, zodat de evenredigheid van de effecten wordt bereikt.

Indien de minister beslist om het ontwerp niet te wijzigen, ondanks de impact die aan het licht is gekomen in de impactanalyse, motiveert hij naar behoren die keuze in de impactvaststelling. § 2. De minister geeft in de impactvaststelling informatie over de wijzigingen of verzachtende maatregelen aangebracht aan het ontwerp naar aanleiding van de impactanalyse en beschrijft hiervan de gevolgen.

Indien hij het nodig acht, gaat de minister over tot een nieuwe impactanalyse met behulp van de analysemethoden die hij aanwijst om het effect van de wijzigingen of verzachtende maatregelen te meten die zijn aangebracht aan het ontwerp. § 3. De impactvaststelling is gemotiveerd en beschrijft het gevolg dat is gegeven aan het advies, de gebruikte evaluatiemethoden en -instrumenten, de gemeten effecten, de resultaten van de impactanalyse, alsook de wijzigingen of verzachtende maatregelen aangebracht aan het ontwerp. In die impactvaststelling wordt geconcludeerd of het finale ontwerp al dan niet een impact heeft op KMO's en of die al dan niet in verhouding staat tot de doelstellingen die in het ontwerp worden nagestreefd. § 4. Voor de teksten bedoeld in artikel 14 bevat de impactvaststelling een voldoende gedetailleerde en onderbouwde evenredigheidsbeoordeling zoals bepaald in artikel 15. De beoordeling wordt op objectieve en onafhankelijke wijze uitgevoerd.

Art. 12.De impactvaststelling wordt overgemaakt aan het KMO-bureau. Afdeling 4. - Bekendmaking van de impactvaststelling

Art. 13.Het advies van het KMO-bureau bedoeld in artikel 7 en, in voorkomend geval, de impactvaststelling worden gevoegd bij het ontwerp dat aan de Regering wordt voorgelegd.

Onder voorbehoud van artikel 8, § 3, maken die documenten integraal deel uit van het dossier dat wordt overgemaakt aan Brupartners. HOOFDSTUK 3. - Evenredigheidsbeoordeling van de beroepsreglementering

Art. 14.De voorstellen en voorontwerpen van ordonnantie en ontwerpbesluiten die betrekking hebben op een beperking van de toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerd beroep en die binnen het toepassingsgebied vallen van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties zijn onderworpen aan een voorafgaande evenredigheidsbeoordeling. Als er ook een impactanalyse wordt uitgevoerd, wordt de evenredigheidsbeoordeling opgenomen in de impactvaststelling.

Onder gereglementeerd beroep wordt verstaan, een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden waartoe de toegang of waarvan de uitoefening of één van de wijzen van uitoefening krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties ; met name het voeren van een beroepstitel die door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen beperkt is tot personen die een specifieke beroepskwalificatie bezitten, geldt als een wijze van uitoefening.

In het geval van een voorstel van ordonnantie of van een amendement voeren de indieners ervan de evenredigheidsbeoordeling uit. Op hun verzoek kan de minister bevoegd voor Economie het KMO-bureau opdragen hen bij te staan bij het uitvoeren van de analyse.

Art. 15.De omvang van de evenredigheidsbeoordeling is evenredig met de aard, de inhoud en de effecten van de bepaling.

De evenredigheidsbeoordeling beoogt na te gaan in welke mate de bepalingen direct noch indirect discriminerend zijn op grond van nationaliteit of woonplaats, gerechtvaardigd zijn op grond van doelstellingen van algemeen belang, geschikt zijn om de verwezenlijking van die doelstelling te waarborgen en niet verder gaan dan nodig is om ze te verwezenlijken.

De Regering bepaalt de criteria die deel uitmaken van de evenredigheidsbeoordeling en de manier waarop belanghebbenden worden betrokken bij het ontwerp.

De evenredigheidsbeoordeling wordt samen met het ontwerp bekendgemaakt voor de aanneming van de betrokken teksten, volgens de modaliteiten die door de Regering worden bepaald.

Art. 16.De bevoegde minister controleert of de bepalingen onderworpen aan de evenredigheidsbeoordeling na de inwerkingtreding ervan evenredig blijven, rekening houdend met de ontwikkelingen die zich voordoen. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding en overgangsbepalingen

Art. 17.Hoofdstuk 2 van deze ordonnantie is van toepassing op elke ontwerp dat nog niet aan de Regering werd voorgelegd.

Art. 18.Deze ordonnantie treedt in werking op de datum bepaald door de Regering en ten laatste op 1 maart 2023.

Treden echter in werking op 1 september 2024 : 1° hoofdstuk 2 ;2° de laatste zin van artikel 14, derde lid ;3° artikel 17. Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 13 oktober 2022.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2021-2022 A-583/1 Ontwerp van ordonnantie Gewone zitting 2022-2023 A-583/2 Verslag A-583/3 Amendement na verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 7 oktober 2022