gepubliceerd op 16 juni 2020
Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid
11 JUNI 2020. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid
Art. 2.In artikel 38 van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, laatst gewijzigd bij de ordonnantie van 16 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de paragraaf 3, vierde streepje, wordt vervangen door wat volgt : « - de huishoudelijke tarifering houdt rekening met het aantal personen waaruit het huishouden bestaat, door de hantering van progressieve tarieven in functie van het beroep dat er op de waterdiensten gedaan wordt en voor zover het volledige verbruik van het huishouden in kwestie geregistreerd wordt door middel van een geïndividualiseerde meter eigen aan het huishouden en dit onder de verantwoordelijkheid van de bij artikel 17, § 1, 3°, bedoelde wateroperator ressorteert ; deze bepaling treedt in werking op een datum die vastgesteld wordt door de Regering, die tegelijk de toepassingsmodaliteiten van deze progressieve tarifering vaststelt, en uiterlijk op 1 januari 2022 » ; 2° de paragrafen 4 tot en met 7 worden opgeheven.
Art. 3.Artikel 38/1, paragraaf 2, van dezelfde ordonnantie, ingevoegd bij de ordonnantie van 16 mei 2019, wordt aangevuld door wat volgt : « Bovendien mag de Regering besluiten de winterperiode na 31 maart en de zomerperiode na 31 augustus te verlengen, bij wijze van uitzondering, als de situatie dat vereist. De Regering mag, na advies van Brugel, aanvullende voorwaarden vaststellen met betrekking tot het verbod op het onderbreken van de huishoudelijke waterverdeling. ».
Art. 4.Artikel 38/2, tweede streepje, van dezelfde ordonnantie, ingevoegd bij de ordonnantie van 16 mei 2019, wordt vervangen door wat volgt : « - een maandelijkse elektronische tussentijdse factuur wordt opgesteld voor alle huishoudens die daarom verzoeken en de daartoe noodzakelijke gegevens verstrekken ; voor de andere huishoudens wordt ten minste elk kwartaal een tussentijdse factuur opgesteld en voor de andere gebruikers ten minste elk jaar vanaf 1 september 2020 ; ».
Art. 5.In artikel 39, derde lid, van dezelfde ordonnantie, laatst gewijzigd bij de ordonnantie van 16 mei 2019, worden de woorden « Vanaf 1 januari 2020 » vervangen door de woorden « Vanaf 1 januari 2021 ».
Art. 6.In artikel 39/1, § 1, van dezelfde ordonnantie, ingevoegd bij de ordonnantie van 15 december 2017, wordt het derde streepje vervangen door wat volgt : « - in de loop van het jaar 2021 moeten de eerste tariefvoorstellen van de wateroperatoren door Brugel worden goedgekeurd. De oude tarieven blijven van toepassing tot Brugel die eerste tariefvoorstellen heeft goedgekeurd. Tot Brugel de eerste tariefvoorstellen heeft goedgekeurd, moet elk verzoek tot indexering van de tarieven van de wateroperatoren bij Brugel worden ingediend volgens de nadere regels die die laatste vaststelt na overleg met de operatoren. De wateroperator kan ertoe gebracht worden Brugel te ontmoeten om zijn verzoek uiteen te zetten. Brugel vraagt het advies van het Comité van Watergebruikers en de Economische en Sociale Raad over dit verzoek. Brugel beslist over dit verzoek binnen vier maanden na de ontvangst ervan ». HOOFDSTUK III. - Slotbepaling
Art. 7.Deze ordonnantie treedt in werking op de tiende dag na haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 2, dat uitwerking heeft met ingang van 4 juli 2019.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 11 juni 2020.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Gewone zitting 2019-2020 Documenten van het Parlement : A-173/1 Voorstel van ordonnantie.
A-173/2 Verslag.
A-173/3 Amendementen na verslag.
Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van woensdag 20 mei 2020.