Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 09 juli 2015
gepubliceerd op 17 juli 2015

Ordonnantie houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 2 april 2015 tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031451
pub.
17/07/2015
prom.
09/07/2015
ELI
eli/ordonnantie/2015/07/09/2015031451/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JULI 2015. - Ordonnantie houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 2 april 2015Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/04/2015 pub. 16/06/2015 numac 2015202746 bron waalse overheidsdienst Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval sluiten tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 04/11/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008036325 bron vlaamse overheid Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval sluiten tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval (1)


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Instemming wordt verleend met het samenwerkingsakkoord van 2 april 2015Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/04/2015 pub. 16/06/2015 numac 2015202746 bron waalse overheidsdienst Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval sluiten tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 04/11/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008036325 bron vlaamse overheid Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval sluiten betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval.

Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 04/11/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008036325 bron vlaamse overheid Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval sluiten betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval Gelet op de Richtlijn 2013/2/EG van de Commissie van 7 februari 2013 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende verpakking en verpakkingsafval;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 04/11/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008036325 bron vlaamse overheid Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval sluiten betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval;

Overwegende dat bij het opstellen van het Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 04/11/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008036325 bron vlaamse overheid Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval sluiten de Gewesten er bewust voor gekozen hadden om de Bijlage I van de Richtlijn 94/62/EG, zoals ingevoegd door de Richtlijn 2004/12/EG, niet in het Samenwerkingsakkoord op te nemen, omdat de gewijzigde Richtlijn 94/62/EG ook voorzag dat de Europese Commissie deze bijlage zou bestuderen met het oog op een eventuele wijziging, na bespreking in het Comité voorzien in artikel 21 van de Richtlijn; dat de Richtlijn 94/62/EG dus een eenvoudige procedure voorzag om de Bijlage I aan te passen, zodat een snelle en regelmatige aanpassing in de lijn der verwachtingen lag;

Overwegende dat de Europese Commissie zeer veel tijd heeft nodig gehad om tot een definitief voorstel tot wijziging van de Bijlage I te komen en dat zij, om redenen die haar eigen zijn, gekozen heeft voor het instrument van een wijzigende Richtlijn in plaats van de in de Richtlijn voorziene procedure; dat een regelmatige aanpassing van de Bijlage I nu niet meer kan verwacht worden;

Overwegende dat de Richtlijn 2013/2/EG een formele omzettingplicht inhoudt;

Overwegende dat voor bepaalde verpakkingsafvalstoffen de recyclage technisch gezien mogelijk is, maar dat deze verboden wordt door een beslissing van de bevoegde overheden; dat deze belemmering van de recyclage een inbreuk kan uitmaken op de rechten van de verpakkingsverantwoordelijken en dat het past om deze inbreuk ongedaan te maken;

Overwegende dat ervoor gekozen wordt om een afwijking te voorzien op de te behalen recyclagepercentages; dat dit net de kern is van de terugnameplicht en dat dus bijzonder voorzichtig moet worden opgetreden; dat de afwijking best kan worden uitgewerkt door de Interregionale Verpakkingscommissie door middel van een erkenningsbesluit of van een beslissing omtrent de wijze waarop een verpakkingsverantwoordelijke zelf aan de terugnameplicht voldoet;

Overwegende dat een wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 04/11/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008036325 bron vlaamse overheid Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval sluiten slechts door middel van een ander Samenwerkingsakkoord met kracht van decreet, respectievelijk ordonnantie kan gebeuren,

Artikel 1.In artikel 2, 1°, 3de lid van het Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 04/11/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008036325 bron vlaamse overheid Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval sluiten betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval wordt de bepaling « De definitie van « verpakking » is verder gebaseerd op de onderstaande criteria : » vervangen door de volgende bepaling : « De definitie van « verpakking » is verder gebaseerd op de onderstaande criteria. De artikelen in bijlage I zijn voorbeelden ter illustratie van de toepassing van deze criteria : ».

Art. 2.§ 1. Aan voornoemd Samenwerkingsakkoord wordt een titel « BIJLAGE I » en een subtitel « VOORBEELDEN TER ILLUSTRATIE VAN DE CRITERIA MET BETREKKING TOT ARTIKEL 2, 1° » toegevoegd. § 2. In de titel « BIJLAGE I » en de subtitel « VOORBEELDEN TER ILLUSTRATIE VAN DE CRITERIA MET BETREKKING TOT ARTIKEL 2, 1° » worden de volgende leden toegevoegd : « Voorbeelden ter illustratie van criterium i) Verpakking - Bonbondozen - Plasticfolie om een cd-doosje - Verzendzakjes voor catalogi en tijdschriften (met een catalogus of tijdschrift erin) - Papieren bakvormpjes voor muffins of andere kleine cakes, verkocht met een muffin of een andere kleine cake - Rollen, kokers en cilinders waarrond flexibel materiaal is gewikkeld (bijv. kunststoffolie, aluminium, papier), met uitzondering van rollen, kokers en cilinders die zijn bedoeld als onderdelen van productieapparaten en niet worden gebruikt om een product als verkoopeenheid te presenteren - Bloempotten die alleen worden gebruikt voor de verkoop en het vervoer van planten en niet bedoeld zijn voor de hele levensduur van de plant - Glazen flessen voor injectievloeistof - Cd-spindels (verkocht met cd's, niet bestemd voor opslag) - Kleerhangers (verkocht met een kledingstuk) - Luciferdoosjes - Steriele barrièresystemen (zakjes, schaaltjes en materialen die nodig zijn om een product steriel te houden) - Capsules voor dranksystemen (bijv. koffie, cacao, melk) die na gebruik leeg achterblijven - Navulbare stalen flessen voor diverse soorten gas, met uitzondering van brandblussers Geen verpakking - Bloempotten die voor de hele levensduur van de plant zijn bedoeld - Gereedschapsdozen - Theezakjes - Waslagen om kaas - Velletjes rond worst - Kleerhangers (apart verkocht) - Koffiecapsules voor dranksystemen, foliezakjes met koffie en koffiepads van filterpapier die samen met het gebruikte koffieproduct worden weggegooid - Printerpatronen - Cd-, dvd- en videodoosjes (verkocht met daarin een cd, een dvd of een video) - Cd-spindels (verkocht zonder cd's, bestemd voor de opslag) - Oplosbare zakken voor detergenten - Graflichten (recipiënten voor kaarsen) - Mechanische molen (geïntegreerd in een navulbaar recipiënt, bijv. navulbare pepermolen) Voorbeelden ter illustratie van criterium ii) Verpakking, indien ontworpen en bedoeld om op het verkooppunt te worden gevuld - Draagtassen van papier of kunststof - Wegwerpborden en -bekers - Krimpfolie - Broodzakjes - Aluminiumfolie - Kunststoffolie ter bescherming van gereinigde kleren in wasserijen Geen verpakking - Roerstaafjes - Wegwerpbestek - Inpakpapier (apart verkocht) - Papieren bakvormen voor grotere cakes en andere voedingsmiddelen (verkocht zonder inhoud) - Papieren bakvormpjes voor muffins of andere kleine cakes, verkocht zonder inhoud Voorbeelden ter illustratie van criterium iii) Verpakking - Labels die aan het product hangen of eraan bevestigd zijn Deel van de verpakking - Mascaraborstel die deel uitmaakt van de dop van een mascarahouder - Kleefetiketten die op een ander verpakkingsartikel bevestigd zijn - Nieten - Kunststoffolie - Sluitdoppen van detergentenverpakkingen die als doseringsdop dienen - Mechanische molen (geïntegreerd in een niet-navulbaar recipiënt, gevuld met een product, bijvoorbeeld pepermolen gevuld met peper) Geen verpakking - Radiofrequentie-identificatielabels (RFID) ».

Art. 3.§ 1. Aan artikel 3 van voornoemd Samenwerkingsakkoord wordt een paragraaf 4 toegevoegd met de volgende tekst : « § 4. De Interregionale Verpakkingscommissie kan, door middel van een beslissing in de zin van artikel 7, § 2, of van artikel 10, § 3, uitzonderlijk en tijdelijk, een vrijstelling verlenen van de verplichtingen van één of meer verpakkingsverantwoordelijken overeenkomstig artikel 6, tweede en derde lid en van de verplichtingen van het erkende organisme overeenkomstig artikel 12, 2°, indien aan het geheel van de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de vrijstelling wordt verleend voor plastic verpakkingen van pesticiden voor bedrijfsmatig landbouwkundig gebruik;2° het verpakkingsafval waarvoor de vrijstelling wordt verleend, maakt het voorwerp uit van een specifieke selectieve inzameling en aangepaste verwerking, die volledig door de verpakkingsverantwoordelijke(n) wordt gefinancierd;3° het verpakkingsafval waarvoor de vrijstelling wordt verleend, is vanuit technisch oogpunt recycleerbaar;4° het verpakkingsafval waarvoor de vrijstelling wordt verleend, mag door een beslissing van de bevoegde Federale of Gewestelijke autoriteiten niet worden gerecycleerd;5° de vrijstelling is verantwoord vanuit de bescherming van het leefmilieu en van de volksgezondheid. De beslissing van de Interregionale Verpakkingscommissie in de zin van artikel 7, § 2, vervalt van rechtswege één jaar nadat niet meer voldaan wordt aan een van de voorwaarden beschreven in het eerste lid.

De beslissing van de Interregionale Verpakkingscommissie in de zin van artikel 10, § 3, wordt door de Interregionale Verpakkingscommissie ingetrokken, met toepassing van het artikel 26, § 1, 4°, uiterlijk één jaar nadat niet meer voldaan wordt aan een van de voorwaarden beschreven in het eerste lid. ». § 2. Aan artikel 26 van voornoemd Samenwerkingsakkoord wordt een paragraaf 6 toegevoegd met de volgende tekst : « § 6. Het Beslissingsorgaan van de Interregionale Verpakkingscommissie verleent de vrijstelling bedoeld in artikel 3, § 4. ».

Art. 4.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op 1 juli 2015.

De Minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Mevr. J. SCHAUVLIEGE De minister-president van Wallonië, P. MAGNETTE De Waalse minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Transporten, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Brusselse minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 9 juli 2015.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota (1) Gewone zitting 2014-2015. Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, A-163/1 Verslag, A-163/2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 3 juli 2015.

^