gepubliceerd op 06 juni 2014
Ordonnantie betreffende de opname van milieu- en ethische clausules in de overheidsopdrachten
8 MEI 2014. - Ordonnantie betreffende de opname van milieu- en ethische clausules in de overheidsopdrachten (1)
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder : 1° « aanbestedende overheden » : a) het Gewest;b) de publiekrechtelijke instellingen opgenomen in de begrotingsconsolidatieperimeter van het Gewest;c) de gemeenten op het grondgebied van het Gewest;d) de personen, ongeacht hun vorm en aard, die niet vallen onder bovenstaande categorieën en die op de datum van de beslissing om een opdracht uit te schrijven : - opgericht zijn om specifiek te voldoen aan behoeften van algemeen belang die niet van commerciële of industriële aard zijn, en - rechtspersoonlijkheid hebben en waarvan : hetzij de activiteit in hoofdzaak wordt gefinancierd door de overheden of instellingen vermeld in a), b) of c), hetzij het beheer is onderworpen aan toezicht door die overheden of instellingen, hetzij de leden van het bestuursorgaan, het leidinggevend orgaan of het toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door die overheden of instellingen zijn aangewezen;e) de verenigingen opgericht door een of verschillende aanbestedende overheden bedoeld in a), b), c) of d) en die niet onder categorie b) vallen;2° « wet op de overheidsopdrachten » : de wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor werken, leveringen en diensten;3° « milieuclausule » : bepaling met als doelstelling het milieu te vrijwaren door optimalisatie van de milieu-impact van de uitvoering van de overheidsopdracht;4° « clausule levenscycluskost » : categorie van milieuclausule om rekening te houden met, in zoverre ze relevant zijn, alle of een deel van de volgende levenscycluskosten van een product, dienst of werk : - de door de aanbestedende overheid of andere gebruikers gedragen kosten; - de kosten toegewezen aan de milieueffecten verbonden aan het product, de dienst of het werk tijdens de levenscyclus ervan, op voorwaarde dat de monetaire waarde ervan kan worden vastgesteld en gecontroleerd; die kosten kunnen de kosten van de broeikasgassen en andere verontreinigende emissies, alsook andere kosten van klimaatmitigatie omvatten. Dit begrip kan door de Regering verruimd worden; 5° « ethische clausule » : bepaling met als doelstelling de grondrechten te respecteren van de personen, inzake maatschappelijke billijkheid en in het bijzonder inzake eerlijke handel;6° « eerlijke handel » : commercieel partnership gebaseerd op dialoog, transparantie en respect, met als doelstelling meer billijkheid in de wereldhandel.Het draagt bij tot duurzame ontwikkeling, door betere handelsvoorwaarden aan te bieden en door de rechten van de producenten en de arbeiders aan de zelfkant te garanderen, vooral in het zuiden van de planeet. De fairtradeorganisaties, die gesteund worden door de consumenten, verbinden er zich actief toe om de producenten te steunen, de publieke opinie te sensibiliseren en campagne te voeren voor veranderingen in de regels en praktijken van de conventionele internationale handel. Een in de ministerraad overlegd besluit kan deze definitie in overeenstemming brengen met het communautair of intern recht; 7° « Gewest » : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 3.De aanbestedende overheden, alsook de krachtens artikel 18 aangewezen diensten en instellingen voeren deze ordonnantie uit met naleving van de Europese en federale regelgeving betreffende de overheidsopdrachten. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 4.Deze ordonnantie is van toepassing op de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten die voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden : 1° het geraamde bedrag van de overheidsopdracht is groter dan of gelijk aan het drempelbedrag vanaf hetwelk het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken volledig van toepassing is;2° voor de aanbestedende overheden bedoeld in artikel 2, 1°, d), wordt minstens 10 % van het totaalbedrag van de overheidsopdracht gesubsidieerd door het Gewest of krachtens de Samenwerkingsovereenkomst van 15 september 1993 tussen de federale Staat en het Gewest en de opeenvolgende aanhangels, « Beliris » genoemd, wanneer de gewestelijke overheid de opdrachtgever blijft. De Regering kan de in artikel 2, 1°, d), bedoelde aanbestedende overheden, of sommige ervan, vrijstellen van de verplichtingen waarin deze ordonnantie voorziet, wanneer het jaarlijks volume van de krachtens het eerste lid, 2°, gesubsidieerde overheidsopdrachten kleiner is dan de drempel die zij bepaalt. Zij bepaalt de nadere regels voor die vrijstelling. HOOFDSTUK III. - Uitsluitingsgronden
Art. 5.De deelname van de economische operatoren aan de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten kan het voorwerp zijn van verplichte of facultatieve uitsluitingsgronden.
Conform de Europese en federale regelgeving betreffende de overheidsopdrachten, is de Regering gemachtigd tot het bepalen van uitsluitingsgronden, de nadere regels voor de toepassing ervan, de eventuele uitzonderingen en mogelijkheden tot afwijking, alsook de wijze waarop het in orde brengen door de economische operator in aanmerking wordt genomen. HOOFDSTUK IV. - Clausules Afdeling 1. - Milieuclausules
Art. 6.De aanbestedende overheden kunnen milieuclausules opnemen in de bijzondere bestekken van hun overheidsopdrachten bedoeld in artikel 4.
De milieuclausules kunnen inzonderheid het volgende beogen : - reductie van de emissies van broeikasgassen of van andere vervuilende stoffen; - reductie van het verbruik van petroleumproducten, fossiele brandstoffen of andere niet-hernieuwbare energiebronnen; - reductie van het energieverbruik en voorkeur voor hernieuwbare energiebronnen; - gebruik van natuurlijke hulpbronnen die de biodiversiteit respecteren; - reductie van afvalproductie, in het bijzonder van gevaarlijke afvalstoffen; - reductie van diffuse vervuilingen in de ecosystemen; - integratie van gerecycleerde materialen of goederen in het kader van een kringloopeconomie; - gebruik van producten uit beredeneerde en/of biologische landbouw in korte ketens; - gebruik van diensten, producten en leveringen met een lage milieu-impact; - inschakeling van projectontwerpers en studiebureaus die zelf oplossingen met hoge milieuprestaties bedenken.
Wanneer de aanbestedende overheden optreden als subsidiërende overheid, kunnen zij eveneens de opname eisen van dergelijke clausules in de opdrachten die zij subsidiëren als voorwaarde voor de toekenning of voor de uitvoering van de subsidie.
Art. 7.De aanbestedende overheid neemt in het bijzonder bestek clausules op betreffende de levenscycluskost opdat de inschrijver het gros van de uitgestelde, geïndexeerde en gecumuleerde kosten tijdens de vooropgezette gebruiksduur van het voorwerp van de investering raamt en de aanbestedende overheid daarmee rekening houdt.
Wanneer de aanbestedende overheden optreden als subsidiërende overheid, kunnen ze eveneens dergelijke clausules opnemen in de opdrachten die ze subsidiëren als voorwaarde voor de toekenning of als voorwaarde voor de uitvoering van de subsidie. Afdeling 2. - Ethische clausules
Art. 8.De aanbestedende overheden kunnen ethische clausules opnemen in de bijzondere bestekken van hun overheidsopdrachten bedoeld in artikel 4.
Wanneer de aanbestedende overheden optreden als subsidiërende overheid, kunnen ze eveneens dergelijke clausules opnemen in de opdrachten die ze subsidiëren als voorwaarde voor de toekenning of als voorwaarde voor de uitvoering van de subsidie. HOOFDSTUK V. - Doelstellingen
Art. 9.De referentiedoelstellingen van de aanbestedende overheden voor de overheidsopdrachten bedoeld in artikel 4 en goedgekeurd in de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2017 zijn de volgende : - minstens 20 percent van het financiële volume van de overheidsopdrachten en minstens 20 percent van die overheidsopdrachten worden, in het licht van de milieuclausules in het bijzonder bestek, beschouwd als niveau 2 of 3 in de zin van artikel 13; - minstens 30 percent van het financiële volume van de in artikel 7 bedoelde overheidsopdrachten en minstens 30 percent van die overheidsopdrachten zijn onderworpen aan clausules betreffende de levenscycluskost; - 30 percent van het financiële volume van de overheidsopdrachten en minstens 30 percent van die overheidsopdrachten zijn onderworpen aan ethische clausules.
De Regering bepaalt, bij in de Ministerraad overlegd besluit, de referentiedoelstellingen per opeenvolgende driejarige periode, volgens het model van het eerste lid. Ze kan dat bij opeenvolgende besluiten doen. De doelstellingen van een periode voor een categorie clausules mogen niet lager zijn dan de overeenkomstige doelstellingen van de vorige periode.
Wanneer de dienst of instelling in het kader van de bij artikel 18 toegewezen opdrachten vaststelt dat het voorwerp of de omstandigheden van een bepaalde overheidsopdracht zich niet lenen tot de opname van een of meerdere types clausules zoals bepaald in artikel 2, wordt die overheidsopdracht niet in aanmerking genomen in het kader van de evaluatie van de doelstellingen betreffende dat type of die types clausules.
De Regering kan de nadere regels vaststellen volgens welke de in het derde lid bedoelde controle wordt uitgevoerd. Ze kan eveneens categorieën van opdrachten vaststellen die niet in aanmerking komen voor de opname van een of meerdere types clausules bedoeld in artikel 2 en die bijgevolg niet in aanmerking worden genomen bij de evaluatie van de doelstellingen betreffende dat type of die types clausules.
De overheidsopdrachten die via een derde aanbestedende overheid worden gegund, worden enkel in aanmerking genomen in de resultaten van die derde aanbestedende overheid. HOOFDSTUK VI. - Middelen Afdeling 1. - Personeel
Art. 10.Binnen elke aanbestedende overheid, wordt ten minste een resource person aangewezen die belast wordt met het toezicht op de uitvoering van deze ordonnantie. De aanbestedende overheid geeft de naam en de gegevens van die persoon of die personen door aan de krachtens artikel 18 aangewezen dienst of instelling.
Die rol wordt opgenomen in de beschrijving van de functie van die persoon of die personen en in het organogram van de instelling in kwestie.
Art. 11.De Regering ziet toe op de organisatie van de opleiding van de resource persons bedoeld in artikel 10 voor de uitvoering van de opdracht beschreven in hetzelfde artikel. Zij kan die opleiding uitbreiden tot andere categorieën van personen. Afdeling 2. - Boordtabel, rapportering en bekendmaking
Art. 12.De bekendmakingen van de opdrachten van de aanbestedende overheden maken in voorkomend geval melding van het bestaan van milieuclausules, clausules inzake de levenscycluskost en ethische clausules.
Art. 13.Elke aanbestedende overheid houdt een boordtabel bij van de overheidsopdrachten bedoeld in artikel 4. In die tabel staan, voor een gegeven kalenderjaar, de gegevens met betrekking tot de uitgeschreven opdrachten, de opdrachten die aan de gang zijn of afgehandeld zijn in de loop van dat jaar.
Die boordtabel preciseert voor elke overheidsopdracht : - de indeling ervan, gelet op de bijlagen I en II van de wet op de overheidsopdrachten; - het al dan niet aanwezig zijn van milieuclausules, clausules inzake de levenscycluskost en ethische clausules, alsook de opschriften ervan; - een evaluatie van het niveau van gestrengheid van de milieuclausules in vergelijking met de referentieniveaus bedoeld in artikel 14; - een evaluatie van het niveau van de verbintenissen aangegaan door de opdrachtnemer, op het ogenblik van de toewijzing van de opdracht, met betrekking tot de in het bijzonder bestek opgenomen milieuclausules, ethische clausules en clausules inzake de levenscycluskost; - een evaluatie van de wijze waarop de opdrachtnemer, tijdens de uitvoering van de opdracht, zijn verbintenissen nagekomen is in het licht van de in het bijzonder bestek opgenomen milieuclausules, ethische clausules en clausules inzake de levenscycluskost; - in voorkomend geval, de redenen waarom de aanbestedende overheid van oordeel is dat het voorwerp of de omstandigheden van de opdracht niet in aanmerking komen voor de opname van milieuclausules, clausules betreffende de levenscycluskost of ethische clausules.
De Regering bepaalt de vorm van de boordtabel, de aanvullende elementen voor de indeling van de opdrachten en elke uitbreiding van de boordtabel die zij nuttig acht.
De overheidsopdrachten uitgeschreven via een derde aanbestedende overheid worden enkel opgenomen in de boordtabel van die derde aanbestedende overheid.
Art. 14.Er zijn vier referentieniveaus voor de kwalificatie van de milieuvereisten, gaande van een gunning zonder milieubepaling (niveau 0) tot een gunning met de beste milieupraktijken die op het ogenblik van de gunning van toepassing zijn (niveau 3).De clausules inzake de levenscycluskost vallen daar niet onder.
Op voorstel van de Minister bevoegd voor het Leefmilieu, stelt de Regering een algemene definitie van die vier niveaus vast. Ze kan de concrete draagwijdte ervan vaststellen voor bepaalde categorieën van overheidsopdrachten die ze preciseert, ook met verwijzing naar bestaande instrumenten en verzamelingen van clausules.
Art. 15.Tegen 31 januari van elk jaar, bezorgen de aanbestedende overheden een bijgewerkt exemplaar van de boordtabel van het voorbije jaar aan de daartoe krachtens artikel 18 aangewezen dienst of instelling.
Uiterlijk 31 mei van elk jaar, worden de boordtabellen of de delen ervan die de Regering bij besluit vaststelt, op zijn minst op het internet bekendgemaakt door de daartoe krachtens artikel 18 aangewezen dienst of instelling. Afdeling 3. - Beheersovereenkomsten
Art. 16.Bij elke vernieuwing van de beheersovereenkomst met een aanbestedende overheid of in het kader van een aanhangsel bij de lopende beheersovereenkomst, stelt de Regering, met naleving van de vigerende Europese en federale regelgeving op de overheidsopdrachten, daarin doelstellingen en een strategie vast inzake milieuclausules, clausules betreffende de levenscycluskost en ethische clausules in de overheidsopdrachten waarvoor de instelling de aanbestedende overheid is. Ze stelt daarin tevens, binnen de perken van de beschikbare begrotingen, een financiële bonus vast waarvan het bedrag afhangt van de mate waarin de instelling de voornoemde doelstellingen haalt.
Die bepalingen van de beheersovereenkomst doen geen afbreuk aan de andere verplichtingen die bij deze ordonnantie worden vastgesteld. Ze kunnen worden toegepast op overheidsopdrachten die buiten het in artikel 4 bepaalde toepassingsgebied vallen. Afdeling 4. - Opdrachtencentrales
Art. 17.De Regering kan, bij besluit, gewestelijke operatoren aanwijzen die de aanbestedende overheden die zulks wensen een « opdrachtencentrale » ter beschikking zullen stellen, in de zin van de wet op de overheidsopdrachten, voor de overheidsopdrachten die de Regering voor elke operator vaststelt. HOOFDSTUK VII. - Gewestelijke coördinatie en evaluatie
Art. 18.De Regering wijst de dienst(en) of instelling(en) aan die met de volgende opdrachten belast worden : 1° algemene coördinatie van de regeling;2° redactie en verspreiding van duidelijke en toegankelijke informatie over de clausules ten behoeve van de inschrijvers en de aanbestedende overheden;3° opleiding van de resource persons en andere categorieën van personen bedoeld in artikel 11;4° juridische en technische bijstand aan de aanbestedende overheden bij de redactie van de clausules in de bijzondere bestekken, bij de follow-up en bij het bijhouden van de boordtabel;5° informatie voor de bedrijven om ze te helpen bij het antwoorden op bijzondere bestekken die clausules betreffende de levenscycluskost, milieuclausules en ethische clausules bevatten, inzonderheid in de vorm van opleidingen of publicaties, met respect voor het principe van de gelijkheid van de inschrijvers;6° inzameling, compilatie en bekendmaking van de boordtabellen;7° bekendmaking van de in artikel 19 bedoelde driejaarlijkse evaluatie;8° de analyse van de boordtabellen en het onderzoek van de verantwoordingen bedoeld in artikel 13, derde lid, 6de streepje, gegeven door de aanbestedende overheid die meent dat het voorwerp of de omstandigheden van een opdracht zich niet lenen tot de invoeging van milieuclausules, clausules over de levenscycluskost of ethische clausules;9° het onderzoek van de vermoedelijke tekortkomingen betreffende het nakomen van de in deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan bepaalde verplichtingen en uitvoering en follow-up van de in Hoofdstuk VIII bepaalde begeleidingen en sancties.
Art. 19.De tenuitvoerlegging van deze ordonnantie wordt om de drie jaar geëvalueerd, op grond van een compilatie van de boordtabellen.
Elke evaluatie betreft een periode die overeenkomt met het referentietriënnium voor de doelstellingen, zoals bepaald in artikel 9.
De evaluatie heeft inzonderheid betrekking op : 1° het aantal, type en financieel volume van de in deze ordonnantie bedoelde overheidsopdrachten;2° de betrokkenheid van de opdrachtnemers bij de uitvoering van de in deze ordonnantie bedoelde opdrachten;3° de toetsing van de resultaten aan de in artikel 9 bedoelde doelstellingen;4° aanbevelingen om de gunning van de opdrachten efficiënter te maken en schaalbesparingen te verwezenlijken voor de opdrachten die gemeenschappelijk zijn voor verscheidene instellingen, inzonderheid door een beroep te doen op opdrachtencentrales;5° aanbevelingen inzake de bijsturing van deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan. Het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BISA) wordt belast met de delen van die evaluatie welke tot zijn opdrachten behoren. De Regering wijst de dienst(en) of instelling(en) aan die belast worden met de rest van evaluatie.
Die evaluatie wordt uiterlijk op 1 juni van het jaar dat volgt op het aflopen van het geëvalueerde triënnium aan de Regering en aan het Parlement meegedeeld. Zij wordt bekendgemaakt op zijn minst op het internet, door de daartoe krachtens artikel 18 aangewezen dienst of instelling. HOOFDSTUK VIII. - Controle, begeleiding en sancties
Art. 20.Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie, waken de door de Regering aangewezen ambtenaren en beambten over het naleven van deze ordonnantie en, in voorkomend geval, de uitvoeringsbesluiten ervan.
Art. 21.§ 1. Onverminderd artikel 94 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wanneer de krachtens artikel 18 aangestelde dienst of instelling vaststelt dat artikel 10 betreffende de resource person niet correct uitgevoerd is of dat de boordtabel bedoeld in artikel 13 niet bijgehouden wordt, niet correct of niet volledig is, kan die beslissen, na de aanbestedende overheid gehoord te hebben, dat de latere toekenning van subsidies van het Gewest voor een of meer nieuwe projecten onderworpen aan overheidsopdrachten afhankelijk gemaakt zal worden van de bijsturing van de vastgestelde tekortkomingen binnen een bepaalde termijn.
Daartoe kan de aangestelde dienst of instelling begeleiding organiseren waarbij de aanbestedende overheid geholpen wordt in de bijsturing van de vastgestelde tekortkomingen. Die begeleiding kan ook georganiseerd worden op verzoek van de aanbestedende overheid.
Indien de aanbestedende overheid behoort tot categorie b) of c) van artikel 2, 1°, kan ook beslist worden tot die begeleiding zonder dat een specifieke subsidie voor de betrokken overheidsopdrachten is toegekend.
De in het eerste lid bedoelde tekortkoming kan worden bekendgemaakt volgens de door de Regering bepaalde regels. § 2. Onverminderd artikel 94 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wanneer tijdens de vorige driejarenperiode, een aanbestedende overheid de in artikel 9 bedoelde doelstellingen niet gehaald heeft of wanneer de krachtens artikel 18 aangestelde dienst of orgaan vaststelt dat het onmogelijk is te controleren of die doelstellingen gehaald zijn, kan die beslissen, na de aanbestedende overheid gehoord te hebben, dat de latere toekenning van subsidies van het Gewest voor een of meer nieuwe projecten onderworpen aan overheidsopdrachten afhankelijk gemaakt zal worden van de voorwaarde dat de gunning en de uitvoering van die overheidsopdrachten het voorwerp uitmaken van een begeleiding door de bevoegde gewestelijke dienst of orgaan.
Hij kan de fase(n) van de overheidsopdracht(en) bepalen die het voorwerp zal (zullen) uitmaken van die begeleiding.
Indien de aanbestedende overheid behoort tot categorie b) of c) van artikel 2, 1°, kan ook beslist worden tot die begeleiding zonder dat een specifieke subsidie voor de betrokken overheidsopdrachten is toegekend. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 22.De in artikel 10 bepaalde verplichtingen betreffende de resource persons bij de aanbestedende overheden moeten ten uitvoer worden gelegd binnen 6 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze ordonnantie.
De in artikel 13 vermelde verplichting om een boordtabel van de overheidsopdrachten bij te houden gaat in op 1 januari 2015.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 8 mei 2014.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota (1) Gewone zitting 2012/2013. Documenten van het Parlement. - Voorstel van ordonnantie, A-362/1. - Advies van de Raad van State, A-362/2.
Gewone zitting 2013/2014.
Documenten van het Parlement. - Verslag, A-362/3. - Amendementen na verslag, A-362/4.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 25 april 2014.