gepubliceerd op 28 december 2016
Ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor netheid
8 DECEMBER 2016. - Ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor netheid (1)
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 4, § 1, 1° van de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid wordt als volgt vervolledigd : « De Regering bepaalt de ophaalmodaliteiten die van toepas--sing zijn op de producenten of houders van huisvuil in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met name de frequentie van deze ophalingen, de kenmerken en modaliteiten van aanbieding van de zakken en containers toegelaten voor de ophaling en de sorteerverplichtingen van dit afval.
Alleen de ophaalzakken en -containers die voldoen aan de eisen vastgelegd door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid kunnen worden gebruikt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de ophaling van huisvuil. ».
Art. 3.Artikel 4, § 1 van dezelfde ordonnantie wordt vervolledigd met een 9°, als volgt opgesteld : « 9° de interventie als exclusieve overheid belast met de fabricage en verdeling van de zakken en containers bestemd voor de producenten of houders van huisvuil in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook van de zakken en containers bestemd voor de producenten of houders van ander afval dan huisvuil waarvan de afvalophaling wordt verzekerd door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid. Alleen de ophaalzakken en -containers die voldoen aan de eisen vastgelegd door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid mogen worden gefabriceerd en verdeeld voor het huisvuil in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor het ander afval dan huisvuil opgehaald door het Agentschap. De modaliteiten worden vastgelegd door de Regering. ».
Art. 4.Artikel 4, § 2, 1° van dezelfde ordonnantie wordt vervolledigd met de volgende bepaling : « De Regering bepaalt de ophaalmodaliteiten van toepassing op de producenten of houders van ander afval dan huisvuil waarvan de ophaling wordt verzekerd door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, met name de kenmerken en modaliteiten van aanbieding van de zakken en containers toegelaten voor de ophaling. Alleen de ophaalzakken en -containers die voldoen aan de eisen vastgelegd door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid kunnen worden gebruikt voor de ophaling door het Agentschap van ander afval dan huisvuil. ».
Art. 5.Artikel 4, § 2 van dezelfde ordonnantie wordt vervolledigd met een 4°, als volgt opgesteld : « 4° optreden voor de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als opdrachtencentrale, zoals bepaald in artikel 2, 4° van de wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, voor de opdrachten van leveringen en diensten die het plaatst in het kader van zijn opdrachten. De modaliteiten ervan worden vastgelegd door de Regering. ».
Art. 6.Artikel 7, § 3 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt : « § 3. De aangestelde ambtenaren van het Agentschap kunnen de naleving van artikel 18, § 1 van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen en, wat het gemeentelijk afval in de zin van artikel 3, 6° van dezelfde ordonnantie betreft, de naleving van artikel 19, §§ 2 en 4 van dezelfde ordonnantie controleren. De inbreuken op deze bepalingen van de ordonnantie van 14 juni 2012 worden vastgesteld en vervolgd door het Agentschap conform het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven en milieuaansprakelijkheid. ».
Art. 7.Artikel 7 van dezelfde ordonnantie wordt vervolledigd met een § 4, die als volgt is opgesteld : « § 4. De aangestelde ambtenaren van het Agentschap kunnen, mits zij hiertoe door de gemeenteraad van een gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden aangewezen overeenkomstig artikel 21, § 1, 2° van de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013000441 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties sluiten betreffende de administratieve sancties, inbreuken vaststellen in verband met de bevoegdheden van het Agentschap die alleen het voorwerp kunnen uitmaken van administratieve sancties. ».
Art. 8.In artikel 10, punt 3 van dezelfde ordonnantie wordt in de Nederlandstalige tekst, het woord « dienstverleningen » vervangen door het woord « prestaties ».
Art. 9.In dezelfde ordonnantie, wordt een artikel 10/1 ingevoegd, als volgt opgesteld : «
Art. 10/1.De Regering bepaalt de tariferingsregels van de prestaties van het Agentschap. ».
Art. 10.In dezelfde ordonnantie, wordt een artikel 10/2 ingevoegd, als volgt opgesteld : «
Art. 10/2.- § 1. Inbreuken op de artikelen 4, § 1, 1° en 9°, en 4, § 2, 1° of op hun uitvoeringsmaatregelen, worden vastgesteld en vervolgd conform het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven en milieuaansprakelijkheid. § 2. Onverminderd de sancties waarin voorzien door het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven en milieuaansprakelijkheid, zullen de door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid gemaakte kosten voor de afvalverwijdering in het kader van de inbreuken op de artikelen 4, § 1, 1° en 9°, en 4, § 2, 1° of op hun uitvoeringsmaatregelen, worden gevorderd van de overtreders.
De Regering bepaalt het bedrag en de vorderingsregels van deze kosten.
Ze houdt met name rekening met de aard en de hoeveelheid afval. ».
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 8 december 2016.
R. VERVOORT, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid G. VANHENGEL, De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking D. GOSUIN, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp P. SMET, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken Mevr. C. FREMAULT, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie _______ Nota (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2016-2017 A-406/1 Ontwerp van ordonnantie A-406/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 25 november 2016.