6 DECEMBER 2012. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 28 januari 2010 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering en de Brusselse Huisvestingscode en betreffende de regelgeving voor de woningen die gebouwd of gerenoveerd worden in het kader van de wijkcontracten

Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 2 van de ordonnantie van 28 januari 2010 houdende de organisatie van de stedelijke herwaardering wordt aangevuld met een 16°, luidend als volgt : « 16° de Brusselse Huisvestingscode : de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode. ».

Art. 3.Artikel 16 van dezelfde ordonnantie wordt als volgt vervangen : « Artikel 16 § 1. - Voor de met sociale woningen gelijkgestelde woningen tot stand gebracht in het kader van deze ordonnantie, verbindt de begunstigde zich, door de subsidie te aanvaarden, ertoe de door de Regering vastgestelde toegangsvoorwaarden en regels inzake toekenning, berekening van de huurprijs, duur van de bewoning en beheerstoezicht na te leven.

Een van de toegangsvoorwaarden is een inkomensgrens die de inkomensgrens welke geldt voor sociale woningen met niet meer dan 20 procent mag overschrijden.

Een van de toekenningscriteria is de toewijzing bij voorrang van vernieuwde of heropgebouwde woningen aan de personen die ze vóór de uitvoering van de werken bewoonden.

Een van de toewijzingsregels is de verplichting voor de in artikel 2, 6° vermelde begunstigden tot naleving van de verplichtingen die krachtens de artikelen 23ter tot 23decies van de Brusselse Huisvestingscode aan de openbare vastgoedoperatoren worden opgelegd. § 2. - Wanneer de in artikel 3, § 3, 2° bedoelde vastgoedoperaties voor stedelijke herwaardering betrekking hebben op conventionele woningen, neemt de begunstigde in de overeenkomst met de privé-investeerder een verwijzing op : - naar de bestemming als conventionele woning; - naar de rechten en verplichtingen die de Regering heeft bepaald in uitvoering van artikel 2, 7°. § 3. - Bovendien verbindt de begunstigde zich ertoe om de personen die wonen in de gebouwen die ressorteren onder het in artikel 5, § 2, 1° en 3° bedoelde programma en daar niet kunnen blijven wegens de renovatiewerken een vervangende woning te verschaffen. ».

Art. 4.Artikel 20 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met drie leden, die luiden als volgt : « In afwijking van het eerste lid, zijn de verplichtingen die rusten op de begunstigden inzake huisvesting die gelijkgesteld is met sociale huisvesting als bedoeld in artikel 16, § 1, van toepassing op de huurovereenkomsten betreffende woningen die tot stand gebracht zijn in het kader van de herwaarderingsoperaties als bedoeld in artikel 4, 1° en 3° van de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken en waarvoor een subsidie is verleend in het kader van een programma voor de herwaardering van een wijk dat goedgekeurd is op grond van dezelfde ordonnantie. Die afwijking betreft de huurovereenkomsten die gesloten worden vanaf 1 januari 2013.

Met het oog op de naleving van zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 16, § 1, in fine, die de toekenning van met sociale huisvesting gelijkgestelde huurwoningen regelen, moet de begunstigde die een openbare vastgoedoperator is in de zin van artikel 2, 4° van de Brusselse Huisvestingscode uiterlijk 1 januari 2013 : - de registers van kandidaat-huurders die hij bijhield op grond van artikel 12, § 1, 2° van de ordonnantie van 7 oktober 1993 tot organisatie van de herwaardering van de wijken - hierna de « wijkcontractenregisters » genoemd -, opnemen in het register van kandidaat-huurders dat hij bijhoudt op grond van artikel 23quinquies van de Brusselse Huisvestingscode. Zodoende, leeft hij de chronologische orde na van de indiening van de aanvragen tot inschrijving in die verschillende registers. Hij brengt de personen wier aanvraag opgenomen is in een « wijkcontractenregister » daarvan op de hoogte. De samenvoeging van de registers leidt tot nietigheid van de « wijkcontractenregisters ». Die laatste worden echter vijf jaar lang na die operatie bewaard, zodat de Regering controle kan uitoefenen op de behoorlijke samenvoeging ervan; - het toewijzingsreglement dat hij opgesteld heeft op grond van artikel 23quater van de Brusselse Huisvestingscode aanpassen en er de in artikel 16, § 1 bedoelde toewijzingsregels voor met sociale huisvesting gelijkgestelde huisvesting in opnemen.

In afwijking van het eerste lid, zijn de regels voor conventionele huisvesting die de Regering heeft bepaald op grond van artikel 2, 7°, van toepassing op de overeenkomsten tot terbeschikkingstelling van overheids- of privé-investeerders bedoeld in artikel 4, 2°, van de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken, wanneer voor de woningen in kwestie een subsidie is verleend in het kader van een op grond van dezelfde ordonnantie goedgekeurd programma voor de herwaardering van een wijk.

Deze bepaling heeft enkel betrekking op overeenkomsten die afgesloten zijn na de inwerkingtreding ervan. ».

Art. 5.Artikel 23bis van de Brusselse Huisvestingscode, ingevoegd bij artikel 2 van de ordonnantie van 19 december 2008 ertoe strekkende de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode te wijzigen, het woningbestand van de overheid in het Brussels Gewest te vrijwaren en minimumregels vast te stellen voor de toewijzing van die woningen, wordt vervangen door de volgende tekst : «

Artikel 23bis.Worden onderworpen aan de bepalingen van dit hoofdstuk : de openbare vastgoedoperatoren, met uitzondering van de OVM's, het Fonds en de SVK's.

De openbare vastgoedoperatoren die het beheer of het te huur stellen van een woning delegeren aan een derde, met inbegrip van een SVK, worden niet vrijgesteld van de bepalingen van dit hoofdstuk. Die delegatie kan de in dit hoofdstuk bepaalde verplichtingen omvatten, met uitzondering van degene die bepaald zijn in de artikelen 23quater, 23decies, § 2 en 23undecies. De derde partij neemt de gedelegeerde verplichtingen op zich, onder de verantwoordelijkheid van de openbare vastgoedoperator.

Art. 6.In artikel 23ter van dezelfde Code, worden na het woord « eigenaar » de woorden « , erfpachter of opstalhouder » ingevoegd.

Art. 7.In artikel 23quater van dezelfde Code, worden de woorden « die huurwoningen bezit » vervangen door de woorden « die huurwoningen te huur stelt als eigenaar, erfpachter of opstalhouder ».

Art. 8.In artikel 23quinquies van dezelfde Code, worden de woorden « die huurwoningen bezit » vervangen door de woorden « die huurwoningen te huur stelt als eigenaar, erfpachter of opstalhouder ».

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 december 2012.

Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen G. VANHENGEL Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2011-2012 A-283/1 Ontwerp van ordonnantie.

Gewone zitting 2012-2013 A-283/2 Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 23 november 2012.