gepubliceerd op 28 april 2003
Ordonnantie betreffende de oprichting van een interne klachtendienst in de administratieve diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
3 APRIL 2003. - Ordonnantie betreffende de oprichting van een interne klachtendienst in de administratieve diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)
De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder « administratieve dienst », de diensten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die van de instellingen van openbaar nut opgericht bij ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 3.Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben het recht om bij de betrokken administratieve dienst kosteloos een klacht in te dienen over de wijze waarop een administratieve dienst of een persoon die onder zijn gezag werkt in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of haar heeft gehandeld.
Art. 4.Elke administratieve dient beschikt over een klachtendienst.
Deze klachtendienst bestaat uit minstens een effectief lid en een plaatsvervanger. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering beslist over de samenstelling en het statuut van de leden van elke klachtendienst.
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan, na gemotiveerd verzoek van verschillende administratieve diensten, toestaan dat een gemeenschappelijke klachtendienst voor deze diensten opgericht wordt. HOOFDSTUK II. - Behandeling van klachten
Art. 5.De regering stelt de regels vast volgens welke het publiek in kennis wordt gesteld van de referenties van de bevoegde klachtendiensten, de draagwijdte en de gevolgen van de klachten, de vormen en de termijnen die moeten worden nageleefd bij het indienen van de klachten.
Art. 6.Wanneer een klacht wordt ingediend bij een dienst die niet bevoegd is, brengt deze de indiener hiervan op de hoogte en deelt hij het adres mee van de dienst die volgens zijn informatie, bevoegd is.
Art. 7.De klachtendienst is niet bevoegd om een klacht te behandelen : 1° indien zij betrekking heeft op een handeling die reeds het voorwerp heeft uitgemaakt van een klacht, die volgens de bepalingen uit deze ordonnantie is behandeld;2° indien zij betrekking heeft op een handeling waarvan het laatste feit zich langer dan zes maanden vóór de indiening van de klacht heeft voorgedaan;3° indien het belang van de indiener van de klacht kennelijk onvoldoende is.
Art. 8.De klachtendienst informeert de indiener van een klacht schriftelijk en binnen tien dagen na de ontvangst van de klacht, over de ontvankelijkheid of de onontvankelijkheid van de klacht.
Art. 9.De klachtendiensten zijn gehouden tot het beroepsgeheim. Ze nemen een strikte neutraliteit en een strikte onpartijdigheid bij de klachtenbehandeling in acht.
Art. 10.De klachtendienst stuurt de indiener van een klacht, binnen zestig dagen na de ontvangst van deze klacht, per aangetekend schrijven, zijn gemotiveerde beslissing aangaande deze klacht.
Art. 11.De administratieve dienst bewaart, volgens de door de regering vastgestelde regels, de klachten die ingediend zijn. Hij maakt een evaluatie van die klachten en van de behandeling ervan.
De administratieve dienst gebruikt deze evaluatie om zijn werking te verbeteren.
De regering brengt elk jaar voor 31 maart bij het Parlement verslag uit over de toepassing van deze ordonnantie.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 3 april 2003.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel D. GOSUIN _______ Nota (1) Documenten van de Raad : Gewone zitting 2001-2002 : A-237/1.Voorstel van ordonnantie.
Gewone zitting 2002-2003 : A-237/2. Verslag.
Volledig verslag : bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 28 maart 2003.