Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 20 juli 2022

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen van 7 april 2022, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 13 juni 2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afde « 1. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2022204035
pub.
20/07/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij twee vonnissen van 7 april 2022, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 13 juni 2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken (BS 30 november 2021), de bepalingen over de fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet (met name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet), artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g IVBPR, in de interpretatie dat deze bepaling toelaat dat de rechtsonderhorige door het indienen van een verzoekschrift tot beroep tegen een hem door het openbaar ministerie opgelegd bevel tot betalen noodzakelijkerwijs de strafvordering tegen zichzelf instelt ? 2. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken (BS 30 november 2021), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g IVBPR in de mate dat op het vlak van de alternatieve afhandeling van misdrijven de rechtsonderhorigen aan wie het openbaar ministerie een bevel tot betalen oplegde wat geen straf uitmaakt in de zin van artikel 1 Sw. en die de onderliggende feiten uit dit bevel tot betalen willen betwisten noodzakelijkerwijs de strafvordering tegen zichzelf moeten instellen, terwijl rechtsonderhorigen aan wie het openbaar ministerie een minnelijke schikking voorstelde wat evenmin een straf uitmaakt in de zin van artikel 1 Sw. de onderliggende feiten uit deze minnelijke schikking kunnen betwisten door de loutere niet-betaling van het voorstel en dus zonder dat zij daartoe noodzakelijkerwijs de strafvordering tegen zichzelf moeten instellen ? 3. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken (BS 30 november 2021), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g IVBPR in de mate dat de rechtsonderhorigen aan wie het openbaar ministerie een bevel tot betalen oplegde en die de onderliggende feiten uit dit bevel tot betalen willen betwisten noodzakelijkerwijs de strafvordering tegen zichzelf moeten instellen, terwijl rechtsonderhorigen aan wie het openbaar ministerie geen bevel tot betaling oplegde of kon opleggen de hen verweten feiten kunnen betwisten zonder dat zij daartoe noodzakelijkerwijs de strafvordering tegen zichzelf moeten instellen ? 4. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken (BS 30 november 2021), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g IVBPR in de mate dat ingeval een rechtsonderhorige aan wie het openbaar ministerie een bevel tot betalen oplegde en deze rechtsonderhorige wegens betwisting van de feiten een beroep tegen het bevel tot betalen wenst in te stellen, en bijgevolg de strafvordering tegen zichzelf instelt, de verjaring geschorst is tijdens de procedure voor de rechtbank, met name vanaf het instellen van het beroep tot aan de dag van het definitieve vonnis, daar waar ingeval een rechtsonderhorige aan wie het openbaar ministerie geen bevel tot betaling oplegde of kon opleggen, geconfronteerd wordt met een door het openbaar ministerie ingestelde strafvordering, er geen gelijkaardige schorsing van de verjaring van de strafvordering is tijdens de procedure voor de rechtbank ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7815 en 7816 van de rol van het Hof, werden samengevoegd met de zaken met rolnummers 7784, 7785 en 7786.

De griffier, F. Meersschaut

^