gepubliceerd op 14 september 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 28 juni 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 augustus 2021, heeft de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, d « Schendt artikel XX.173, § 2 WER in de interpretatie volgens welke het verzoek tot kwijtschel(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 28 juni 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 augustus 2021, heeft de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel XX.173, § 2 WER in de interpretatie volgens welke het verzoek tot kwijtschelding slechts kan worden neergelegd tot aan de sluiting van het faillissement, behoudens wanneer het faillissement wordt gesloten binnen de drie maanden na de publicatie van het faillissementsvonnis, doordat de gefailleerde natuurlijke persoon die niet tijdig een verzoek tot kwijtschelding indient daarmee onherroepelijk en integraal het recht op kwijtschelding verliest, in tegenstelling tot de gefailleerde natuurlijke persoon die wel tijdig een verzoek tot kwijtschelding indient, en (bij gebreke van verzet conform artikel XX.173, § 3 WER) automatisch en zonder appreciatiebevoegdheid van de rechtbank de kwijtschelding zal verkrijgen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7619 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut