Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 28 juni 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 augustus 2021, heeft de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, d « Schendt artikel XX.173, § 2 WER in de interpretatie volgens welke het verzoek tot kwijtschel(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 28 juni 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 augustus 2021, heeft de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, d « Schendt artikel XX.173, § 2 WER in de interpretatie volgens welke het verzoek tot kwijtschel(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 28 juin 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2 août 2021, le Tribunal de l'entreprise de Gand, division Bruges, a posé la question préjud « Dans l'interprétation selon laquelle la requête en effacement ne peut être introduite que jusqu'à(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 Bij vonnis van 28 juni 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Par jugement du 28 juin 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe
Hof is ingekomen op 2 augustus 2021, heeft de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel XX.173, § 2 WER in de interpretatie volgens welke het verzoek tot kwijtschelding slechts kan worden neergelegd tot aan de sluiting van het faillissement, behoudens wanneer het faillissement wordt gesloten binnen de drie maanden na de publicatie van het faillissementsvonnis, doordat de gefailleerde natuurlijke persoon die niet tijdig een verzoek tot kwijtschelding indient daarmee onherroepelijk en integraal het recht op kwijtschelding verliest, in tegenstelling tot de gefailleerde natuurlijke persoon die wel tijdig een verzoek tot kwijtschelding indient, en (bij gebreke van verzet conform artikel XX.173, § 3 WER) automatisch en zonder appreciatiebevoegdheid van de rechtbank de kwijtschelding zal verkrijgen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7619 van de rol van het Hof. De griffier, de la Cour le 2 août 2021, le Tribunal de l'entreprise de Gand, division Bruges, a posé la question préjudicielle suivante : « Dans l'interprétation selon laquelle la requête en effacement ne peut être introduite que jusqu'à la clôture de la faillite, sauf lorsque la faillite est clôturée dans les trois mois suivant la publication du jugement de faillite, l'article XX.173, § 2, du Code de droit économique viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le failli-personne physique qui n'introduit pas une requête en effacement en temps utile perd, de ce fait, irrévocablement et intégralement le droit à l'effacement, contrairement au failli-personne physique qui introduit une requête en effacement en temps utile et qui (à défaut d'opposition formée conformément à l'article XX.173, § 3, du Code de droit économique) obtiendra l'effacement automatiquement et sans que le tribunal dispose d'un pouvoir d'appréciation à cet égard ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7619 du rôle de la Cour. Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^