gepubliceerd op 09 juli 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 juni 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 juni 2021, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling « Schendt artikel 2.1.5.0.1, § 1, 2° VCF, in die zin geïnterpreteerd dat het hoe dan ook uitge(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 8 juni 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 juni 2021, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2.1.5.0.1, § 1, 2° VCF, in die zin geïnterpreteerd dat het hoe dan ook uitgesloten is dat de kinderen van gescheiden ouders op fiscaal vlak volgens het bevolkingsregister hun woonplaats tegelijkertijd hebben bij beide ouders, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en meer in het bijzonder het beginsel van gelijkheid van de Belgen, in zoverre het personen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden verschillend behandelt, zijnde de ouder die zijn kinderen daadwerkelijk huisvest en bij wie ze zijn gedomicilieerd en de ouder die zijn kinderen daadwerkelijk huisvest en bij wie ze niet zijn gedomicilieerd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7600 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut