gepubliceerd op 09 juni 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 28 april 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 mei 2021, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel d « - Schenden de artikelen 112 en 114 van de Nieuwe Gemeentewet, in de interpretatie volgens welke u(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 28 april 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het    Hof is ingekomen op 17 mei 2021, heeft de Franstalige Rechtbank van    eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld :    « - Schenden de artikelen 112 en 114 van de Nieuwe Gemeentewet, in de    interpretatie volgens welke uit die bepalingen zou kunnen worden    afgeleid dat de enige toelaatbare wijze van bewijsvoering voor de    bekendmaking van een gemeentelijk reglement de aantekening is in het    speciale register dat door de gemeentesecretaris wordt bijgehouden, en    volgens welke zij de Koning zouden hebben gemachtigd om te bepalen    dat, opdat zij zou gelden als bewijs voor de bekendmaking van een    gemeentelijk reglement, de aantekening in een register dat speciaal    wordt bijgehouden om de bekendmaking en de datum van bekendmaking van    gemeentelijke reglementen en verordeningen door middel van aanplakking    vast te stellen moet worden gedaan op de eerste dag van de    aanplakking, of om vormvoorschriften te bepalen, voor dat register en    die aantekening, betreffende onder meer het tijdstip van de    aantekening, die zijn voorgeschreven op straffe van nietigheid van de    bekendmaking zelf of op straffe van nietigheid of    niet-tegenstelbaarheid van het reglement, de artikelen 10, 11, 33,    170, 172 en 191 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen    105, 108, 159, 162 en 190 van de Grondwet en met de beginselen van    wettigheid en rechtszekerheid, in zoverre zij zowel de gemeentelijke    overheid in haar hoedanigheid van auteur van zulk een reglement als    alle personen die aan zulk een reglement kunnen worden onderworpen,    met inbegrip van de gemeentelijke overheid zelf, de waarborg ontzeggen    van het optreden van een beraadslagende wetgevende vergadering, te    weten de wetgever zoals is bepaald in artikel 190 van de Grondwet,    voor het bepalen van de essentiële elementen met betrekking tot de    bekendmaking van wetten, besluiten en verordeningen alsook de vorm van    de bekendmaking ervan, met inbegrip van het bewijs van die    bekendmaking, en bijgevolg voor het bepalen van een essentieel element    met betrekking tot het verbindende karakter van wetten, besluiten en    verordeningen en, in het geval van een gemeentelijk    belastingreglement, met betrekking tot de hoedanigheid van    belastingschuldige, terwijl aan de auteurs van de andere types van    normen (wetten, besluiten of verordeningen van algemeen of provinciaal    bestuur), bedoeld in artikel 190 van de Grondwet, en aan alle personen    die aan zulke normen kunnen worden onderworpen, die waarborg niet    wordt ontzegd ?    - Schenden de artikelen 112 en 114 van de Nieuwe Gemeentewet,    geïnterpreteerd in dezelfde zin, de artikelen 10, 11, 170 en 172 van    de Grondwet, in samenhang gelezen met het evenredigheidsbeginsel, in    zoverre zij een onverantwoord verschil in behandeling opleggen tussen    een gemeente die een reglement heeft aangenomen en bekendgemaakt    waarvan de bekendmaking door middel van aanplakking is vastgesteld    door een aantekening in een speciaal daartoe bijgehouden register, in    de vorm en binnen de termijn die zijn vastgesteld bij een    uitvoeringsbesluit van die wetsbepalingen, en een gemeente die een    reglement heeft aangenomen en bekendgemaakt waarvan de bekendmaking    door middel van aanplakking is vastgesteld door een aantekening in een    speciaal daartoe bijgehouden register, waarbij de vorm en de termijn    die zijn vastgesteld bij een uitvoeringsbesluit van die wetsbepalingen    niet strikt in acht zijn genomen ?    - Schenden de artikelen 112 en 114 van de Nieuwe Gemeentewet,    geïnterpreteerd in die zin dat de aantekening in het register van de    bekendmakingen waarin het tweede lid van artikel 114 van de Nieuwe    Gemeentewet voorziet de enige toelaatbare wijze van bewijsvoering is    voor de bekendmaking van een gemeentelijk reglement alsook een    wezenlijke voorwaarde van de bekendmakingsprocedure, die is vastgelegd    op straffe van niet-tegenstelbaarheid en niet-toepasselijkheid van het    gemeentelijk reglement, de artikelen 10, 11 en 170 van de Grondwet, in    samenhang gelezen met artikel 190 ervan, in zoverre, in tegenstelling    tot de wetskrachtige normen en reglementaire bestuurshandelingen die    door andere overheden worden aangenomen, het feit of de gemeentelijke    reglementen bindende kracht krijgen niet alleen afhangt van de    bekendmaking ervan (in casu door middel van aanplakking) maar ook van    de vermelding van die bekendmaking in het register van de    bekendmakingen van de reglementen en verordeningen van de    gemeentelijke overheden, met inachtneming bovendien van de    vormvoorwaarden die zijn voorgeschreven bij het reglementair besluit    dat is aangenomen ter uitvoering van het voormelde artikel 114,    waaronder de voorwaarde dat de aantekening in het register is gedaan    op de eerste dag van de bekendmaking van het reglement ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7576 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux