gepubliceerd op 03 mei 2019
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 28 februari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 maart 2019, heeft de Franstalige Ondernemingsrechtbank te Brussel de 1. « Schendt artikel 88, §§ 1 en 2, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekerin(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 28 februari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 maart 2019, heeft de Franstalige Ondernemingsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 88, §§ 1 en 2, van de
wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
04/04/2014
pub.
30/04/2014
numac
2014011239
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet betreffende de verzekeringen
type
wet
prom.
04/04/2014
pub.
15/04/2014
numac
2014202293
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof
sluiten betreffende de verzekeringen niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het in veel kortere termijnen voorziet dan de termijnen voor vordering tot nietigverklaring wegens ongeldigheid van de overeenkomst, met name wegens wilsgebreken, die in het gemeen recht in artikel 1304 van het Burgerlijk Wetboek zijn bedoeld, of voor persoonlijke rechtsvordering (cf.artikel 2262bis, § 1, eerste lid) of buitencontractuele aansprakelijkheid ? »; 2. « Schendt artikel 88, §§ 1 en 2, van de
wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
04/04/2014
pub.
30/04/2014
numac
2014011239
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet betreffende de verzekeringen
type
wet
prom.
04/04/2014
pub.
15/04/2014
numac
2014202293
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof
sluiten betreffende de verzekeringen, meer in het bijzonder, niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het in veel kortere termijnen voorziet dan de termijnen voor vordering tot nietigverklaring wegens ongeldigheid van de overeenkomst, met name wegens wilsgebreken, die in het gemeen recht in artikel 1304 van het Burgerlijk Wetboek zijn bedoeld, of voor persoonlijke rechtsvordering (cf.artikel 2262bis, § 1, eerste lid) of buitencontractuele aansprakelijkheid, waardoor een onverantwoorde discriminatie in het leven wordt geroepen tussen personen die in een levensverzekeringsproduct in tak 23 hebben belegd en een persoon die heeft belegd in een financieel instrument of beleggingsproduct dat verbonden is of verband houdt met een onderliggend fonds van dat instrument of product ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7145 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux