FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

Bericht betreffende de indexering, vanaf 1 januari 2020, van de jaarbedragen bedoeld in de artikelen 78, 80, 82, 85 en 86 van de programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 28/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013203870 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten De programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 28/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013203870 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten bevat in hoofdstuk 1 van titel 8 "Pensioenen" de regeling van de cumulatie van pensioenen van de overheidssector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit.

Overeenkomstig artikel 89, eerste lid, van deze wet van 28 juni 2013 zullen de in de artikelen 78, 80, 82, 85 en 86 bedoelde jaarbedragen vanaf 2014 op 1 januari van elk jaar aangepast worden in functie van het indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden van het derde trimester volgens volgende formule: de nieuwe bedragen zijn gelijk aan de basisbedragen vermenigvuldigd met het nieuw indexcijfer en gedeeld door de startindex. Het bekomen resultaat wordt afgerond tot op de naast hogere eenheid wanneer de eerste decimaal ten minste vijf is; in het tegenovergestelde geval wordt de decimaal verwaarloosd. De nieuwe bedragen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Ze zijn van toepassing vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van hun aanpassing.

De in de artikelen 78, 80, 82, 85 en 86 bedoelde jaarbedragen worden dan ook gewijzigd overeenkomstig bovenvermelde formule met ingang van 1 januari 2020.

De volgende tabel geeft een overzicht van de gewijzigde bedragen:

Article Artikel

Montants de base Basisbedragen

Nouveaux montants à partir du 1.1.2020 Nieuwe bedragen vanaf 1.1.2020

78, 1° et 3° 78, 1° en 3°

21 865,23

24 243,00

78, 2°

17 492,17

19 394,00

80, 1° et 3° 80, 1° en 3°

7 570,00

8 393,00

80, 2°

6 056,01

6 714,00

82, 1° et 3° 82, 1° en 3°

17 625,60

19 542,00

82, 2°

14 100,48

15 634,00

85

17 492,17 6 056,01 14 100,48

19 394,00 6 714,00 15 634,00

86, alinéa premier, premier tiret 86, eerste lid, eerste streepje

21 865,23 4 731,27

24 243,00 5 246,00

86, alinéa premier, deuxième tiret 86, eerste lid, tweede streepje

17 492,17 3 785,00

19 394,00 4 197,00

86, alinéa premier, troisième tiret 86, eerste lid, derde streepje

7 570,00 3 785,02

8 393,00 4 197,00

86, alinéa premier, quatrième tiret 86, eerste lid, vierde streepje

6 056,01 3 028,00

6 714,00 3 357,00

86, alinéa premier, cinquième tiret 86, eerste lid, vijfde streepje

17 625,60 4 406,40

19 542,00 4 886,00

86, alinéa premier, sixième tiret 86, eerste lid, zesde streepje

14 100,48 3 525,12

15 634,00 3 908,00

Brussel, 18 december 2019.

De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE