gepubliceerd op 05 februari 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 20 november 2017 in zake A.I. en anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 november 2017, heeft « Schenden de artikelen 7, 9 en 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 20 november 2017 in zake A.I. en anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 november 2017, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Hoei, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 7, 9 en 9bis van de
wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
15/12/1980
pub.
12/04/2012
numac
2012000231
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen
type
wet
prom.
15/12/1980
pub.
20/12/2007
numac
2007000992
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen
sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen de artikelen 10, 11, 22, 22bis, 23, 24 en 191 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 2 en 9 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, met de artikelen 8 en 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, met artikel 2 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 13, lid 2, van het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake economische, sociale en culturele rechten, in die zin geïnterpreteerd dat zij de Belgische Staat toestaan minderjarige kinderen, vertegenwoordigd door hun ouders, te bevelen het grondgebied te verlaten, zonder zekerheid inzake terugkeer, terwijl zij in België geboren zijn en er sedert tien en twaalf jaar onderwijs volgen, omdat hun illegaal verblijvende ouders (hun wettelijke vertegenwoordigers) hun asielaanvraag vanuit hun land van herkomst moeten indienen en dat niet kunnen doen vanuit hun verblijfplaats, zijnde België ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6781 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux