gepubliceerd op 27 oktober 2017
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 september 2017 in zake de arbeidsauditeur te Brussel tegen Filipa De Baptista Marques en de bvba « Euro Cell », waarvan de expeditie ter griffie van « 1. Schendt artikel 27 van de Ordonnantie van 9 juli 2015 houdende de eerste maatregelen ter uitvo(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 27 september 2017 in zake de arbeidsauditeur te Brussel    tegen Filipa De Baptista Marques en de bvba « Euro Cell », waarvan de    expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 oktober 2017,    heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de    volgende prejudiciële vragen gesteld :    « 1. Schendt artikel 27 van de Ordonnantie van 9 juli 2015 houdende de    eerste maatregelen ter uitvoering en toepassing van de zesde    Staatshervorming met betrekking tot het toezicht en de controle op het    vlak van werkgelegenheid, artikel 92bis van de Bijzondere 
Wet van 8    augustus 1980Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					08/08/1980
				
				
					pub. 
					11/12/2007
				
				
					numac 
					2007000980
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits 
				
			
		
	sluiten tot Hervorming der Instellingen en artikel 42 van de    Bijzondere Wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse    Instellingen, doordat het in artikel 12 van de Wet van 30 april 1999    betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers    strafrechtelijke sancties invoert voor inbreuken op de regelgeving    inzake de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten zonder dat    een samenwerkingsakkoord werd gesloten met de andere gewesten en de    federale staat ? 2. Is op een natuurlijk persoon met woonplaats in het Brussels    Hoofdstedelijk Gewest en een rechtspersoon met maatschappelijke zetel    in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - maar met exploitatiezetels in    zowel het Vlaams als het Waals Gewest - aan wie een inbreuk wordt    verweten op de regelgeving inzake de tewerkstelling van buitenlandse    werknemers op grond van het feit dat werd vastgesteld dat die personen    werknemers tewerk stelden op het grondgebied van het Vlaams Gewest, de    toepasselijke strafsanctie degene die geldt voor het Brussels    Hoofdstedelijk Gewest (artikel 27 van de Ordonnantie van 9 juli 2015    houdende de eerste maatregelen ter uitvoering en toepassing van de    zesde Staatshervorming met betrekking tot het toezicht en de controle    op het vlak van werkgelegenheid), dan wel degene die geldt voor het    Vlaams Gewest (artikel 175 van het Sociaal Strafwetboek) ? »    Die zaak is ingeschreven onder nummer 6734 van de rol van het Hof.   De griffier,    F. Meersschaut