Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 05 september 2014

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 juni 2014 in zake C.G. en G.S. tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 juli 2014, heeft de Franstali « - Schenden de artikelen 498 van de programmawet van 27 december 2004, 97 van de programmawet (II)(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2014205140
pub.
05/09/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 4 juni 2014 in zake C.G. en G.S. tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 juli 2014, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « - Schenden de artikelen 498 van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, 97 van de programmawet (II) [lees : programmawet (I)] van 27 december 2006, 2 van de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I), 2 en 3 van de programmawet van 22 december 2008, 22 van de programmawet van 23 december 2009 en 167 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen (I), 2 van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met de artikelen 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre zij op onverantwoorde wijze de opheffing vertragen van de afwijkende verjaringsregeling voor schuldvorderingen ten opzichte van de Staat, die oorspronkelijk was vastgesteld op 1 januari 2004 ? - Geven de artikelen 3 van de programmawet van 22 december 2008, 22 van de programmawet van 23 december 2009 en 167 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen [(I)], die artikel 134 van de wet van 22 mei 2003 hebben ingevoegd en vervolgens gewijzigd, door te voorzien in een gefaseerde tenuitvoerlegging (1 januari 2009, 2010, 2011) van de gemeenrechtelijke verjaringsregeling voor schuldvorderingen van de Staat [lees : ten opzichte van de Staat], geen aanleiding tot een niet te verantwoorden discriminatie die de artikelen 10 en 11 van de Grondwet alsook artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens schendt, tussen schuldeisers van de Staat, naargelang zij zich wenden tot het ene of het andere orgaan van de Staat ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5955 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^