gepubliceerd op 10 februari 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 9 december 2013 in zake Frédéric Riviere tegen Dimitri Heyman, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 december 2013, heeft de « 1. Schendt artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de artikele(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 9 december 2013 in zake Frédéric Riviere tegen Dimitri    Heyman, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op    18 december 2013, heeft de Arbeidsrechtbank te Bergen de volgende    prejudiciële vragen gesteld :    « 1. Schendt artikel 63 van de 
wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					03/07/1978
				
				
					pub. 
					03/07/2008
				
				
					numac 
					2008000527
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten 
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					03/07/1978
				
				
					pub. 
					12/03/2009
				
				
					numac 
					2009000158
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten 
				
			
		
	sluiten betreffende de    arbeidsovereenkomsten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in    zoverre het, enerzijds, aan een arbeider die met een overeenkomst van    onbepaalde duur is aangeworven en wordt ontslagen, een vermoeden van    willekeurige afdanking toekent en diens werkgever belast met het    bewijs van de aangevoerde motieven van het ontslag en van de    ontstentenis van rechtsmisbruik, en, anderzijds, als sanctie voor de    willekeurige afdanking voorziet in een vergoeding die overeenstemt met    het loon van zes maanden, terwijl de werkgever van een bediende niet    met een dergelijke regeling wordt geconfronteerd ? 2. Schendt artikel 63 van de 
wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					03/07/1978
				
				
					pub. 
					03/07/2008
				
				
					numac 
					2008000527
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten 
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					03/07/1978
				
				
					pub. 
					12/03/2009
				
				
					numac 
					2009000158
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten 
				
			
		
	sluiten betreffende de    arbeidsovereenkomsten, wanneer het van toepassing is op een arbeider    die wordt ontslagen met inachtneming van een opzeggingstermijn die    afwijkt van artikel 59 van de 
wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					03/07/1978
				
				
					pub. 
					03/07/2008
				
				
					numac 
					2008000527
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten 
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					03/07/1978
				
				
					pub. 
					12/03/2009
				
				
					numac 
					2009000158
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten 
				
			
		
	sluiten betreffende de    arbeidsovereenkomsten, op zodanige wijze dat die opzeggingstermijn    aanleunt bij die welke voor de bediende geldt, de artikelen 10 en 11    van de Grondwet, in zoverre het, enerzijds, aan die arbeider die met    een overeenkomst van onbepaalde duur is aangeworven en wordt    ontslagen, een vermoeden van willekeurige afdanking toekent en diens    werkgever belast met het bewijs van de aangevoerde motieven van het    ontslag en van de ontstentenis van rechtsmisbruik, en, anderzijds, als    sanctie voor de willekeurige afdanking voorziet in een forfaitaire    vergoeding die overeenstemt met het loon van zes maanden, terwijl de    werkgever van een bediende niet met een dergelijke regeling wordt    geconfronteerd ? ».   Die zaak is ingeschreven onder nummer 5775 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux