gepubliceerd op 23 mei 2013
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnissen van 20 maart 2013 en 17 april 2013, respectievelijk in zake Thierry Degryse en Véronique Bocca, en in zake Dominique Martiny en Valérie Lambotte, tegen « Schendt artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, eventueel in samenhang gelezen m(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnissen van 20 maart 2013 en 17 april 2013, respectievelijk in zake Thierry Degryse en Véronique Bocca, en in zake Dominique Martiny en Valérie Lambotte, tegen de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 28 maart 2013 en 25 april 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, eventueel in samenhang gelezen met artikel 140 van hetzelfde Wetboek en met artikel 23, § 2, van de overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, voor de koppels voor wie een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, voorziet in de aanrekening van de toeslag op de belastingvrije som voor een kind ten laste bij de persoon met het hoogste belastbare inkomen, zelfs wanneer dat inkomen belastingvrij is met toepassing van een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting, waardoor dat fiscale voordeel verdwijnt, terwijl de koppels die een feitelijk gezin vormen en voor wie afzonderlijke aanslagen worden gevestigd, kunnen kiezen bij welke persoon de toeslag op de belastingvrije som voor een kind ten laste wordt aangerekend, zodat, wanneer de ene met toepassing van een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting belastingvrije inkomsten geniet die hoger liggen dan die van zijn partner, die laatstgenoemde het kind ten laste kan nemen, waardoor het verlies van dat fiscale voordeel wordt vermeden ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5619 en 5627 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux